Site-hulpmiddelen

Gebruikershulpmiddelen


Dit is een oude revisie van het document!


Over de wereld van het Hebreeuws

1. De oorsprong van het Hebreeuws

Het Hebreeuws is de taal van de Hebreeuwse Bijbel, de verzameling boeken die wij ten onrechte Oude Testament noemen.

Het Hebreeuws is evenals het Aramees, het Arabisch, het Amhaars en vele andere (vaak uitgestorven) talen, een Semitische taal. Al deze in het Middenoosten gesproken talen hebben waarschijnlijk één oorsprong. De hypothetische taal die Protosemitisch genoemd wordt en wel eens 6000 jaar oud zou kunnen zijn.

Voor de oude joodse Rabbijnen is er geen hypothetisch Protosemitisch. Zij beschouwen het Hebreeuws als de oertaal. Volgens hen sprak Shem, de Bijbelse voorvader van de Semitische volkeren, deze oertaal nog. En ook zijn achterkleinzoon Eber in wiens tijd de spraakverwarring plaatsvond.

Sinds deze spraakverwarring is het Hebreeuws nog de enige taal waar de woorden nog exact aangeven wat ze bedoelen. Het woord ‘Hebreeuws’ geeft dat al aan. Volgens Friedrich Weinreb1), komt Hebreeuws van Eber, dat ‘overzijde’ betekent. De ‘overzijde’ is de overzijde van deze wereld, de wereld van God.

Voor de Rabbijnen komt het Hebreeuws dus van God.

Moderne mensen vinden dit soort uitspraken natuurlijk volksmythologie, maar voor de oude rabbijnen zijn dat inzichten in de Bijbel.

2. De wereld van de Hebreeuwse Bijbel

Laten we de wereld van de Hebreeuwse Bijbel eens betreden.

In die wereld is het geestelijke nog nauw verbonden met het zintuiglijke. De brug tussen de geestelijke wereld en de zintuiglijke wereld is de Hebreeuwse Taal. Het Hebreeuwse woord voor ‘woord’ is dabar. Dabar is een ‘woord’ dat in ‘daden’ wordt omgezet en een ‘zaak’ wordt. Als God zo’n woord spreekt, verschijnt er iets dat we kunnen horen, zien, tasten, ruiken, smaken, voelen.

Johannes, één van de schrijvers van het Nieuwtestamentische commentaar op de Hebreeuwse Bijbel, zegt dat het Woord hier vleselijk, lichamelijk, wordt, dat het hier verschijnt. Het Hebreeuwse woord voor ‘lichaam’ is basar. Basar betekent ook ‘boodschap’. Alles wat wij hier waarnemen is een mededeling van God. God gaat daarmee met ons in gesprek.2)

Ook Hebreeuwse letters hebben een ‘lichaam’, namelijk de ‘vorm’ van de letter. 3)

De vormen van het oudhebreeuwse schrift komen uit het alledaagse leven. De letter beth heeft de vorm van een ‘huis’, de daleth van een ‘deur’ enzovoort. Een huis, een deur, enzovoort, zijn in de Bijbel dus zaken die rechtstreeks met God te maken hebben. In het concrete drukt God Zich namelijk uit.

Door heel deze Bijbel heen spreekt God, handelt Hij, grijpt Hij in, maakt Hij dingen. Daarom zijn werkwoorden in het Hebreeuws zo belangrijk.

Deze werkwoorden kennen ook nog geen “tijden”, zoals wij die in onze taal kennen. Verleden, heden en toekomst waren in die wereld nog niet van elkaar onderscheiden. Het Hebreeuws maakte slechts onderscheid tussen een gebeuren dat voortduurt4) en een gebeuren dat ogenblikkelijk plaatsvindt.5)

3. De Griekse wereld

In de vierde eeuw voor Christus veroverden de Grieken de gebieden waar de joden woonden. Zij wilden de joden evenals als de andere overwonnen volken helleniseren. Joden konden voortaan alleen carrière maken als ze Grieks gingen spreken en denken.

Het Grieks is een heel andere taal dan het Hebreeuws. Het Grieks hoort evenals het Nederlands, het Engels, het Latijn, het Perzisch en het Sanskriet bij de Indo-Europese familie.

Deze taalfamilie heeft tegenwoordig de wereld veroverd. Bijna de helft van de mensen op aarde heeft een Indo-Europese taal als moedertaal en voor vele anderen is de officiële landstaal Indo-Europees.

Evenals de andere Indo-Europese talen mist het Grieks dat plastische, concrete van het Hebreeuws. Wel is ze geschikt om abstracte begrippen precies te omschrijven.

Naamwoorden zijn in het Grieks belangrijker dan in het Hebreeuws. Werkwoorden blijven ook belangrijk, maar, anders dan in het Hebreeuws, geven zij “tijden” aan, wat hen afstandelijker maakt.

Kortom: het Grieks is een taal die geschikt is voor het abstracte denken waarin de Grieken uitblonken.

De Griekse wereld is anders dan de oude Hebreeuwse wereld. De Griekse wereld is een wereld die getekend is door de Axiale tijd. Het geestelijke wordt in die tijd duidelijk onderscheiden van de zintuiglijke. Het zintuiglijke krijgt iets anti-geestelijks, iets waar het geestelijke zich verre van houdt.

De Europese moderne verlichting heeft het verschil tussen een “geestelijke bovenverdieping” en een “zintuiglijke benedenverdieping” later nog extremer neergezet.

Terug naar de joden. Velen van hen leefden met één been in de Hebreeuwse wereld en met het andere in de Griekse wereld.

Sommigen van hen vertaalden de Hebreeuwse Bijbel in het Grieks. Dit is de Septuagint. Zo konden de joden die geen Hebreeuws meer kenden, toch de Bijbel lezen. Aan die Bijbel voegden de vertalers nog andere geschriften toe. Apocriefe boeken, geschreven door joden in de hellenistische tijd.

www.schoyencollection.com_greeknt_files_ms2649.jpg

In de eerste eeuw kwamen de christenen. Dat waren joden die in Jezus alle lijnen in de Hebreeuwse Bijbel zagen samenkomen. Hun visie vertolken ze in het Nieuwe Testament. Dit Nieuwe Testament schreven ze in het Koinè, het volksgrieks van die tijd.

Gaandeweg kwamen er steeds meer christenen die de Hebreeuwse Bijbel alleen maar kenden via de Septuagint en nauwelijks iets wisten van de joodse godsdienst.

Helaas kwam het tot een breuk tussen de Hebreeuwse joden en de Griekse christenen. De joodse rabbijnen stelden de Hebreeuwse Bijbel samen en wezen de Griekse apocriefen af. Ezra, een joodse rabbi uit de Perzische tijd, was voor hen de laatste Bijbelschrijver en de laatste Bijbelautoriteit. Elke nieuwe rabbi moest in Ezra’s spoor de Bijbel bestuderen.

De Hebreeuwse christenen vielen tussen val en schip en verdwenen. De breuk was compleet.

Tussen de 7e en de 10e eeuw legden de Masoreten de Hebreeuwse Bijbel definitief vast. Compleet met klinkertekentjes en zangtekentjes. Ook zij beschouwden zich als leerlingen van Ezra.

www.schoyencollection.com_hebrewaramaic_files_ms1630n.jpg

Christenen beschouwen deze Masoretische tekst tegenwoordig als de grondtekst voor hun Hebreeuwse Bijbelvertalingen.

4. Verwante documenten

1)
Weinreb, Friedrich (1992), Het Hebreeuwse Alfabet, Les 1, p. 18, 19
2)
Weinreb, Friedrich (1992), Het Hebreeuwse Alfabet, Les 1, p. 4
3)
Weinreb, Friedrich (1992), Het Hebreeuwse Alfabet, Les 1, p. 22, 23
4)
De werkwoordsvorm die wij tegenwoordig het imperfectum noemen
5)
De werkwoordsvorm die wij tegenwoordig het perfectum noemen