Site-hulpmiddelen

Gebruikershulpmiddelen


Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Laatste revisieBeide kanten volgende revisie
overdereligies [2015/08/12 12:59] josquakoverdereligies [2015/08/12 13:57] josquak
Regel 185: Regel 185:
 Hetzelfde geldt voor het geloof in God waarnaar deze //Thorah// verwijst. Volgens Paulus kan iedere niet-jood God aan het werk zien. Alle verschijnselen die zij kennen zijn namelijk door Hem geschapen. Dat alleen al is een reden om Hem te vereren.(([[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=45&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=19-20&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Romeinen 1:19,20]].)) Hetzelfde geldt voor het geloof in God waarnaar deze //Thorah// verwijst. Volgens Paulus kan iedere niet-jood God aan het werk zien. Alle verschijnselen die zij kennen zijn namelijk door Hem geschapen. Dat alleen al is een reden om Hem te vereren.(([[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=45&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=19-20&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Romeinen 1:19,20]].))
  
-Niet-joden kunnen er echter ook voor kiezen om de Schepper de rug toe te keren en hun religieuze verlangens te richten op dingen die Hij geschapen heeft. Dan ontstaat dat wat de Bijbel “afgodendienst” noemt. Afgoden die als goden wel móéten teleurstellen omdat ze net als alles wat gemaakt is een keer het loodje leggen.(([[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=45&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=21-25&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Romeinen 1:21-25]].))+Niet-joden kunnen er echter ook voor kiezen om de Schepper de rug toe te keren en hun religieuze verlangens te richten op dingen die Hij geschapen heeft. Dan ontstaat dat wat de Bijbel “afgodendienst” noemt. Afgoden die als goden wel móéten teleurstellen omdat ze net als alles wat gemaakt is een keer het loodje leggen.(([[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=45&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=20-25&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Romeinen 1:20-25]].))
  
 Maar ook de joden kunnen het verkeerde pad opgaan. Zij kunnen dingen doen die tegen hun geschreven //Thorah// ingaan en daardoor hun eigen jood-zijn op het spel zetten.(([[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=45&cs-bijbelhoofdstuk-2=2&cs-versnummer-3=17-27&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Romeinen 2:17-27]].)) Maar ook de joden kunnen het verkeerde pad opgaan. Zij kunnen dingen doen die tegen hun geschreven //Thorah// ingaan en daardoor hun eigen jood-zijn op het spel zetten.(([[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=45&cs-bijbelhoofdstuk-2=2&cs-versnummer-3=17-27&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Romeinen 2:17-27]].))
Regel 288: Regel 288:
 Onderworpen aan ontstaan en aan vergaan.\\ Onderworpen aan ontstaan en aan vergaan.\\
 Na ontstaan te zijn, vergaan ze weer.\\ Na ontstaan te zijn, vergaan ze weer.\\
-Het verlangen ernaar tot rust te brengen is geluk.//’.((Zie Breet, Jan de; Janssen, Rob (vert) (2001) //Digha-NikayaDe verzameling van lange leerredes//, p. 375.))+Het verlangen ernaar tot rust te brengen is geluk.//’((Zie Breet, Jan de; Janssen, Rob (vert) (2001) //Digha-NikayaDe verzameling van lange leerredes//, p. 375.))
  
 Dat geluk is het //nirwana//. Dat geluk is het //nirwana//.
Regel 294: Regel 294:
 Op een keer kwam een monnik de zesde patriarch van het Chinese zenboeddhisme om uitleg van dit vers vragen. Hij snapte niet wat het //nirwana// was. Iets levends kon het niet zijn, want alles wat leeft is sterfelijk. Was het dan iets dat levenloos was?  Op een keer kwam een monnik de zesde patriarch van het Chinese zenboeddhisme om uitleg van dit vers vragen. Hij snapte niet wat het //nirwana// was. Iets levends kon het niet zijn, want alles wat leeft is sterfelijk. Was het dan iets dat levenloos was? 
  
-Nee, zei de patriarch en hij probeert met paradoxale woorden uit te leggen wat het dan wél is. Aan het einde van zijn betoog zegt hij dat dit alles ‘//wezenlijk onzegbaar//’ is. Hij hoopt dat de monnik zijn woorden ‘//niet te letterlijk neemt//’, want dan zal hij misschien ‘//een klein kruimeltje van het nirwana//’ leren kennen.((Pannikar, Raimon (2001) //Het zwijgen van de Boeddha. Inleiding tot het religieus atheïsme//, p.116-118.))+Nee, zei de patriarch en hij probeert met paradoxale woorden uit te leggen wat het dan wél is. Aan het einde van zijn betoog zegt hij dat dit alles ‘//wezenlijk onzegbaar//’ is. Hij hoopt dat de monnik zijn woorden ‘//niet te letterlijk neemt//’, want dan zal hij misschien ‘//een klein kruimeltje van het nirwana//’ leren kennen.((Pannikar, Raimon (2001) //Het zwijgen van de Boeddha. Inleiding tot het religieus atheïsme//, p. 116-118.))
  
 Er is ook een traditionele niet-joodse religie die God als een “Hij” ziet. Die religie is de Islam.  Er is ook een traditionele niet-joodse religie die God als een “Hij” ziet. Die religie is de Islam. 
Regel 305: Regel 305:
 Allah is Hij van Wie alles afhankelijk is.\\ Allah is Hij van Wie alles afhankelijk is.\\
 Hij verwekt niet, noch is Hij verwekt;\\ Hij verwekt niet, noch is Hij verwekt;\\
-En niemand is gelijk aan Hem.//’.((Zie Maulana Muhammad Ali (vert) (2004) //De Heilige Koran met Nederlandse Vertaling en Commentaar//, p. 1350.))+En niemand is gelijk aan Hem.//’((Zie Maulana Muhammad Ali (vert) (2004) //De Heilige Koran met Nederlandse Vertaling en Commentaar//, p. 1350.))
  
 Volgens deze soera is niets wat wij hier kennen, te vergelijken met God. Die blijft voor ons volstrekt onkenbaar. Volgens deze soera is niets wat wij hier kennen, te vergelijken met God. Die blijft voor ons volstrekt onkenbaar.
Regel 327: Regel 327:
 Volgens Weinreb zijn dat de volkeren van Jafeth die ernaar verlangen om in de “tent van Sem” te wonen, om de onkenbare God te leren kennen. Hij schetst die trektocht als een ontwikkeling die plaatsvindt binnen de niet-joodse religies: Volgens Weinreb zijn dat de volkeren van Jafeth die ernaar verlangen om in de “tent van Sem” te wonen, om de onkenbare God te leren kennen. Hij schetst die trektocht als een ontwikkeling die plaatsvindt binnen de niet-joodse religies:
  
-‘//Stel, dat ik er één had en jij één enzovoort, een soort competitie van Scheppers en Goden, nee, dat is het helemaal niet. Er is er Eén, die men meer en meer opmerkt hoe dichterbij men komt. De een noemde Hem, omdat hij een naam uit durfde spreken, zus en een ander noemde Hem zo. Ach, dat geeft niet, het is dezelfde weg die gegaan wordt, het is één//.((Zie Weinreb, F (1968-1969) //Jodendom en Christendom op weg naar God//, p. 29 (in de Nederlandse vertaling van Hans Hartsuijker).))+‘//Stel, dat ik er één had en jij één enzovoort, een soort competitie van Scheppers en Goden, nee, dat is het helemaal niet. Er is er Eén, die men meer en meer opmerkt hoe dichterbij men komt. De een noemde Hem, omdat hij een naam uit durfde spreken, zus en een ander noemde Hem zo. Ach, dat geeft niet, het is dezelfde weg die gegaan wordt, het is één//.((Zie Weinreb, F (1968-1969) //Jodendom en Christendom op weg naar God//, p. 29 (in de Nederlandse vertaling van Hans Hartsuijker).))
  
 In het begin van de ontwikkeling lijkt iedere religie nog zijn eigen Schepper, zijn eigen God te hebben, een Schepper, een God die de Scheppers en Goden van de anderen beconcurreert. Hoe dichter ze echter de plek naderen waar God Zichzelf doet kennen, hoe meer blijkt dat dat hun beelden waren voor de éne Schepper, de éne God. In het begin van de ontwikkeling lijkt iedere religie nog zijn eigen Schepper, zijn eigen God te hebben, een Schepper, een God die de Scheppers en Goden van de anderen beconcurreert. Hoe dichter ze echter de plek naderen waar God Zichzelf doet kennen, hoe meer blijkt dat dat hun beelden waren voor de éne Schepper, de éne God.