Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
eengoddiespreekt [2016/05/30 17:43] – josquak | eengoddiespreekt [2016/06/03 23:15] (huidige) – josquak | ||
---|---|---|---|
Regel 76: | Regel 76: | ||
* ‘Sprak’ heb ik vervangen door ‘// | * ‘Sprak’ heb ik vervangen door ‘// | ||
- | * ‘Zeggende’ heb ik vervangen door ‘// | + | * ‘Zeggende’ heb ik vervangen door ‘// |
Zo heb ik een zin gemaakt die zo dicht mogelijk bij de Hebreeuwse grondtekst blijft. In het Nederlands loopt de zin wat minder goed, maar daar ging het mij hier niet om. | Zo heb ik een zin gemaakt die zo dicht mogelijk bij de Hebreeuwse grondtekst blijft. In het Nederlands loopt de zin wat minder goed, maar daar ging het mij hier niet om. | ||
Regel 100: | Regel 100: | ||
// | // | ||
- | In dit geval gaat het echter om God. Dat is vreemd, want God leeft in een hele andere tijd als ons. Een tijd waarin alles in een ogenblik gebeurt. In dit zinnetje is God echter afgedaald naar ónze wereld.((Meer hierover lees je in paragraaf [[eengoddiespreekt# | + | In dit geval gaat het echter om God. Dat is vreemd, want God leeft in een hele andere tijd als ons. Een tijd waarin alles in een ogenblik gebeurt. In dit zinnetje is God echter afgedaald naar ónze wereld.((Meer hierover lees je in paragraaf [[eengoddiespreekt# |
De stamvorm van // | De stamvorm van // | ||
Regel 126: | Regel 126: | ||
Als je al die informatie toevoegt aan mijn vertaling, krijg je de volgende zin: | Als je al die informatie toevoegt aan mijn vertaling, krijg je de volgende zin: | ||
- | ‘//En de God die alles wat wij god noemen overstijgt, verwoordt voortdurend in zijn eentje op een concrete manier al de Goddelijke woorden, in de richting van spreken//’. | + | ‘//En de God die alles wat wij god noemen overstijgt, verwoordt voortdurend in zijn eentje op een concrete manier al de Goddelijke woorden, in de richting van spreken//.’ |
Regel 175: | Regel 175: | ||
Het woord dat op het voorvoegsel //bà// volgt, is // | Het woord dat op het voorvoegsel //bà// volgt, is // | ||
- | Het gaat hier echter niet alleen om een tijdsaanduiding. // | + | Het gaat hier echter niet alleen om een tijdsaanduiding. // |
- | Hier wordt de tweeheid dus doorbroken. Op het moment dat die tweeheid | + | En // |
- | Die één, dat ene dat erbij komt, is God zélf. Op de derde dag ((Zie [[http:// | + | Die één, dat ene dat erbij komt, is God zélf. |
- | Als het onweert, komen vuur en water bij elkaar. Vuur staat voor de tijd waarin God leeft, de [[degrammaticavanhethebreeuws# | + | Op de derde dag, de dag van de ‘drie’, daalt Hij af naar een berg die “Sinaï” heet.((Zie |
- | Als God op de berg belandt, raakt Zijn wereld de onze.((Zie [[http:// | + | Die afdaling gaat gepaard met ‘stemmen’, ‘bliksemstralen’ en een ‘zwaar wolkendek’.((Zie [[http:// |
- | Volgens //Devarim Rabbah// 10, 2((// | + | Als het onweert, komen vuur en water bij elkaar. Vuur staat voor de [[degrammaticavanhethebreeuws# |
+ | |||
+ | Als God op de berg landt, raakt Zijn wereld de onze. Volgens //Devarim Rabbah// 10, 2((// | ||
+ | |||
+ | Sinds de schepping zijn dat aparte gebieden: | ||
‘//De hemelen zijn de hemelen van JHWH\\ | ‘//De hemelen zijn de hemelen van JHWH\\ | ||
Regel 195: | Regel 199: | ||
op de top van de berg;//’ | op de top van de berg;//’ | ||
- | En daardoor kan de mens die Mozes heet de hemel bereiken: | + | En daardoor kan een mens die [[dethorah# |
‘//JHWH roept Mozes naar de top van de berg\\ | ‘//JHWH roept Mozes naar de top van de berg\\ | ||
Regel 212: | Regel 216: | ||
In zijn boek //De Bijbel als Schepping// verdeelt [[weinrebenwaarheid|Friedrich Weinreb]] de scheppingsdagen in twee drietallen. | In zijn boek //De Bijbel als Schepping// verdeelt [[weinrebenwaarheid|Friedrich Weinreb]] de scheppingsdagen in twee drietallen. | ||
- | Het eerste drietal begint met dag 1. Op die dag doet God zijn //eerste// uitspraak. Daarmee schept Hij het licht.((Zie [[http:// | + | Het eerste drietal begint met dag 1. Op die dag doet God zijn //eerste// uitspraak. Daarmee schept Hij het licht.((Zie [[http:// |
+ | |||
+ | Op dag 1 draait het dus om licht en op dag 2 om water. Licht is een vorm van vuur. Het gaat hier dus weer om vuur en water. | ||
- | Op dag 1 draait het dus om licht en op dag 2 om water. Licht of vuur staat voor de snelle tijd, de tijd waarin God leeft en water staat voor de trage tijd, de tijd waarin wij mensen leven. Op dag 1 draait het dus om Gods tijd en op dag 2 om onze tijd. | + | In paragraaf [[eengoddiespreekt# |
- | Op dag 3 komen die tijden bij elkaar. Op die dag doet God zijn //derde// uitspraak. Het water beneden verzamelt zich dan op een plaats die één is.((Zie [[http:// | + | Op dag 3 doet God zijn //derde// uitspraak. Het “water beneden” verzamelt zich dan op een plaats die één is.((Zie [[http:// |
Onze tijd wordt hier dus één. Het is een eeuwig nu geworden. Alle verwijten van het verleden en angsten voor de toekomst zijn verdwenen.((Zie Weinreb, F (1981) //De legende van de beide bomen//, p. 65, 66.)) | Onze tijd wordt hier dus één. Het is een eeuwig nu geworden. Alle verwijten van het verleden en angsten voor de toekomst zijn verdwenen.((Zie Weinreb, F (1981) //De legende van de beide bomen//, p. 65, 66.)) | ||
- | De kleur die bij dit “eeuwige nu” hoort, is groen. Groen is de meest rustgevende kleur, | + | De kleur die bij dit “eeuwige nu” hoort, is groen. Groen is de kleur die bij het paradijs hoort. Om dat groen te voorschijn te halen, doet God nog een //vierde// uitspraak.((Zie [[http:// |
{{ 3_scheppingsdagen_1.png? | {{ 3_scheppingsdagen_1.png? | ||
Regel 232: | Regel 238: | ||
Ook de tijden komen er bij elkaar. Volgens de [[weinrebendejoodseoverlevering|Joodse Overlevering]] is iedere Israëliet, in wat voor tijd hij of zij ook leeft, er aanwezig.((Zie Whitlau, Eli (1987) //Tenachon over de Tora, 12//, p. 182.)) | Ook de tijden komen er bij elkaar. Volgens de [[weinrebendejoodseoverlevering|Joodse Overlevering]] is iedere Israëliet, in wat voor tijd hij of zij ook leeft, er aanwezig.((Zie Whitlau, Eli (1987) //Tenachon over de Tora, 12//, p. 182.)) | ||
- | En ook het groen is er. In de Joodse Overlevering wordt gezegd dat de Sinaï na Gods afdaling deze kleur krijgt.((Zie Weinreb, F (1981) //De legende van de beide bomen//, p. 193.)) Wanneer God ónze wereld | + | En ook het groen is er. In de Joodse Overlevering wordt gezegd dat de Sinaï na Gods afdaling deze kleur krijgt.((Zie Weinreb, F (1981) //De legende van de beide bomen//, p. 193.)) Wanneer God die berg raakt, wordt ze een paradijs. |
Terug naar het scheppingsverhaal uit Genesis 1. | Terug naar het scheppingsverhaal uit Genesis 1. | ||
- | Daar wordt ook verteld over een tweede | + | Daar wordt ook nog verteld over een twééde |
Op dag 4 doet God zijn //vijfde// uitspraak. Daardoor komen er lichten. Het ene licht van dag 1 is hier een veelheid geworden. | Op dag 4 doet God zijn //vijfde// uitspraak. Daardoor komen er lichten. Het ene licht van dag 1 is hier een veelheid geworden. | ||
- | Op dag 5 doet God zijn //zesde// uitspraak. Daardoor komen er vissen in de wateren beneden en vogels in de wateren boven. De wateren die in dag 2 gescheiden werden, worden hier dus gevuld met talloze wezens. | + | Op dag 5 doet God zijn //zesde// uitspraak. Daardoor komen er vissen in de “wateren beneden” en vogels in de “wateren boven”. De wateren die in dag 2 gescheiden werden, worden hier dus gevuld met talloze wezens. |
Daarna komt dag 6, een tweede “derde dag”: | Daarna komt dag 6, een tweede “derde dag”: | ||
Regel 246: | Regel 252: | ||
Op die dag doet God eerst zijn //zevende// uitspraak. Daardoor komen er dieren. Die dieren vormen de biologische voorwaarde van de mens. | Op die dag doet God eerst zijn //zevende// uitspraak. Daardoor komen er dieren. Die dieren vormen de biologische voorwaarde van de mens. | ||
- | Op dezelfde | + | Op de zélfde |
{{ 3_scheppingsdagen_2.png? | {{ 3_scheppingsdagen_2.png? | ||
- | Die mens is ook het doel van Gods afdaling op de Sinaï. Die gaat God daar namelijk scheppen. Dat doet Hij met zijn Tien Woorden. | + | Die mens is óók het doel van Gods afdaling op de Sinaï. Die gaat God daar namelijk scheppen. Dat doet Hij met zijn Tien Woorden. |
Regel 256: | Regel 262: | ||
====2.4. Vier paragrafen==== | ====2.4. Vier paragrafen==== | ||
- | De [[https:// | + | De [[https:// |
Exodus 19 is in zijn geheel de //eerste// paragraaf van zo’n hoofdstuk. Zoals ik schreef, wordt daar verteld hoe God naar de berg Sinaï afdaalt. | Exodus 19 is in zijn geheel de //eerste// paragraaf van zo’n hoofdstuk. Zoals ik schreef, wordt daar verteld hoe God naar de berg Sinaï afdaalt. | ||
Regel 262: | Regel 268: | ||
De //tweede// paragraaf bestaat alleen uit Exodus 20:1, het inleidende zinnetje dat ik in de document bespreek. Daarin wordt verteld dat God tot de mensen die bij de berg Sinaï staan, gaat spreken. | De //tweede// paragraaf bestaat alleen uit Exodus 20:1, het inleidende zinnetje dat ik in de document bespreek. Daarin wordt verteld dat God tot de mensen die bij de berg Sinaï staan, gaat spreken. | ||
- | De //derde// paragraaf bestaat uit de tekst van [[http:// | + | De //derde// paragraaf bestaat uit de tekst van [[http:// |
Het “tweede woord” kun je beschouwen als het negatief van het “eerste woord”. Volgens de Masoreten horen deze woorden bij elkaar. Daarom plaatsen ze hen in dezelfde paragraaf. | Het “tweede woord” kun je beschouwen als het negatief van het “eerste woord”. Volgens de Masoreten horen deze woorden bij elkaar. Daarom plaatsen ze hen in dezelfde paragraaf. | ||
Regel 290: | Regel 296: | ||
In paragraaf [[eengoddiespreekt# | In paragraaf [[eengoddiespreekt# | ||
- | Het gewone Hebreeuwse woord voor God of Goddelijk is //el//. //El// is iemand die ‘machtig’ is, die ergens ‘over’ kan ‘beschikken’. Voor ons mensen geldt dat niet. Wij kunnen dat wel eens denken, maar de tijd doet dat altijd teniet. De macht van een échte //el// wordt in de tijd niet verminderd. Daarom | + | Het gewone Hebreeuwse woord voor God of Goddelijk is //el//. //El// is iemand die ‘machtig’ is, die ergens ‘over’ kan ‘beschikken’. Voor ons mensen geldt dat niet. Wij kunnen dat wel eens denken, maar de tijd doet dat altijd teniet. De macht van een échte //el// wordt in de tijd niet verminderd. Daarom |
- | Het Hebreeuwse woord voor zweren is //alah//. Als je je woorden met de naam van een //el// bekrachtigd, | + | Het Hebreeuwse woord voor zweren is //alah//. Als je je woorden met de naam van een //el// bekrachtigd, |
Het woord dat in onze inleidende zin voor “God” gebruikt wordt, is // | Het woord dat in onze inleidende zin voor “God” gebruikt wordt, is // | ||
Regel 304: | Regel 310: | ||
//Elèh// is onderdeel van de frase // | //Elèh// is onderdeel van de frase // | ||
- | // | + | // |
De //eerste// letter is een //alèf//. De //alèf// is de letter van de éénheid. Deze éénheid is God Zélf. | De //eerste// letter is een //alèf//. De //alèf// is de letter van de éénheid. Deze éénheid is God Zélf. | ||
Regel 365: | Regel 371: | ||
dan nadat het gedaan heeft wat mij behaagt\\ | dan nadat het gedaan heeft wat mij behaagt\\ | ||
en heeft doen lukken\\ | en heeft doen lukken\\ | ||
- | waarvoor ik het uitzond//’. | + | waarvoor ik het uitzond//.’ |
Regel 371: | Regel 377: | ||
====4.2. Een bouwwerk==== | ====4.2. Een bouwwerk==== | ||
- | In de vorige paragraaf schreef ik dat het ‘woord’ en het ‘verwoorden’ plaatsvindt in een gesprek. Volgens Weinreb wordt er tijdens dat gesprek iets gebouwd.((Zie Weinreb, F. (1970) // | + | In de vorige paragraaf schreef ik dat het ‘woord’ en het ‘verwoorden’ plaatsvindt in een gesprek. Volgens Weinreb wordt er tijdens dat gesprek iets gebouwd.((Zie Weinreb, F (1970) // |
Dat wordt duidelijk als je de [[degrammaticavanhethebreeuws# | Dat wordt duidelijk als je de [[degrammaticavanhethebreeuws# | ||
- | Zoals ik schreef, bestaat de drieletterige stam voor ‘woord’ en ‘verwoorden’ uit de letters [[4_daleth|dalèth]], | + | Zoals ik schreef, bestaat de drieletterige stam voor ‘woord’ en ‘verwoorden’ uit de letters [[4_daleth|dalèth]], |
Die twee letters vertellen ons wat ‘woord’ of ‘verwoorden’ eigenlijk is. Laten we maar eens kijken naar wat Hebreeuwse woorden die uit die letters bestaan: | Die twee letters vertellen ons wat ‘woord’ of ‘verwoorden’ eigenlijk is. Laten we maar eens kijken naar wat Hebreeuwse woorden die uit die letters bestaan: | ||
- | Ten //eerste// het woord //doer//, dat ‘cirkel’ of ‘bol’ betekent. //Doer// is dus iets dat rond is. Vroeger zag men dat als de volmaakte vorm. Iets ronds keert namelijk steeds in zichzelf terug, het heeft niets anders | + | Ten //eerste// het woord //doer//, dat ‘cirkel’ of ‘bol’ betekent. //Doer// is dus iets dat rond is. Vroeger zag men dat als de volmaakte vorm. Iets ronds keert namelijk steeds in zichzelf terug, het heeft niets anders nodig. //Doer// vertelt ons dus dat het verwoorden “af” is, dat de woorden “volmaakt” zijn. |
Ten //tweede// het woord //dar//, dat ‘parel’ betekent. Ook een parel is iets ronds. Het is ook iets dat glanst en schittert en daardoor de aandacht trekt. Dat geldt dus ook voor deze woorden. Ook díe glanzen en schitteren, ook díe hebben uitstraling. | Ten //tweede// het woord //dar//, dat ‘parel’ betekent. Ook een parel is iets ronds. Het is ook iets dat glanst en schittert en daardoor de aandacht trekt. Dat geldt dus ook voor deze woorden. Ook díe glanzen en schitteren, ook díe hebben uitstraling. | ||
Regel 443: | Regel 449: | ||
En dat is precies wat het Hebreeuwse woord voor “scheppen” betekent. Dat woord bestaat uit de letters [[2_beth|bēth]], | En dat is precies wat het Hebreeuwse woord voor “scheppen” betekent. Dat woord bestaat uit de letters [[2_beth|bēth]], | ||
- | Scheppen begint dus met tweemaking en eindigt met een nieuwe | + | Scheppen begint dus met tweemaking en eindigt met een nieuwe |
En God gaat met zijn scheppingswoorden daarin mee. Die breken samen met de schepselen in stukken en leggen dan de basis voor hun verzoening. | En God gaat met zijn scheppingswoorden daarin mee. Die breken samen met de schepselen in stukken en leggen dan de basis voor hun verzoening. | ||
- | //Eth kol hà-dəvarīm ha-elèh// zou je dan kunnen vertalen als ‘//het Goddelijke | + | //Eth kol hà-dəvarīm ha-elèh// zou je dan kunnen vertalen als ‘//de Goddelijke |
Regel 453: | Regel 459: | ||
====4.4. Het Woord dat Jezus is==== | ====4.4. Het Woord dat Jezus is==== | ||
- | Ik vertaal // | + | Ik vertaal // |
// | // | ||
Regel 488: | Regel 494: | ||
In de gekruisigde Jezus gaat Gods woord mee met alle zich van God verwijderende schepselen om ze weer bij God te brengen. | In de gekruisigde Jezus gaat Gods woord mee met alle zich van God verwijderende schepselen om ze weer bij God te brengen. | ||
- | Dat is precies wat ik in de vorige paragraaf over //eth// en //kol// vertelde. //Eth kol hà-dəvarīm ha-elèh//, ‘het Goddelijke woord dat in stukken breekt en weer gelijmd wordt’ zou je dus ook kunnen zien als een persoon, namelijk Jezus. | + | Dat is precies wat ik in de vorige paragraaf over //eth// en //kol// vertelde. //Eth kol hà-dəvarīm ha-elèh//, ‘het Goddelijke woord dat in stukken breekt en weer gelijmd wordt’, zou je dus ook kunnen zien als een persoon, namelijk Jezus. |
‘// | ‘// | ||
Regel 501: | Regel 507: | ||
We zijn nu aanbeland bij het laatste woord van de inleidende zin. Dat woord is //amàr//. //Amàr// betekent ‘uitspreken’. | We zijn nu aanbeland bij het laatste woord van de inleidende zin. Dat woord is //amàr//. //Amàr// betekent ‘uitspreken’. | ||
- | Volgens Weinreb gaat het hier om spreken met de bedoeling iets nieuws te scheppen, iets dat er daarvoor nog niet was. | + | Volgens Weinreb gaat het hier om spreken met de bedoeling iets nieuws te scheppen, iets dat er daarvoor nog niet is. |
In [[http:// | In [[http:// | ||
‘//Want hij// | ‘//Want hij// | ||
- | Hij gebood en het kwam tot stand//. | + | Hij gebood en het kwam tot stand.// |
Er wordt iets uitgesproken en er ontstaat iets. | Er wordt iets uitgesproken en er ontstaat iets. | ||
Regel 546: | Regel 552: | ||
Voor de zes scheppingsdagen zijn vuur, water en lucht dus heel belangrijk. Als God gaat scheppen, voegt Hij deze drie elementen samen en maakt daarmee een vierde element, namelijk // | Voor de zes scheppingsdagen zijn vuur, water en lucht dus heel belangrijk. Als God gaat scheppen, voegt Hij deze drie elementen samen en maakt daarmee een vierde element, namelijk // | ||
- | Die stof is het aardse element. Ook de mens heeft dat element. Ook hem vormt God van stof.((Zie [[http:// | + | Die stof is het aardse element. Ook de méns heeft dat element. Ook hém vormt God van stof.((Zie [[http:// |
Regel 566: | Regel 572: | ||
Dat ‘// | Dat ‘// | ||
- | Net als alle lichamen is het gestorven. Christenen spreken echter over een “opstanding” en een “opstandingslichaam”. Sommige schrijvers van het Nieuwe Testament hebben | + | Net als alle lichamen is het gestorven. Christenen spreken echter over een “opstanding” en een “opstandingslichaam”. Sommige schrijvers van het Nieuwe Testament hebben |
In zijn boek Openbaring schrijft Johannes over ‘//ogen als een vuurvlam// | In zijn boek Openbaring schrijft Johannes over ‘//ogen als een vuurvlam// | ||
- | In één van zijn brieven spreekt Paulus | + | In één van zijn brieven spreekt Paulus |
En in zijn evangelie spreekt Johannes over een lichaam waarvoor gesloten deuren geen belemmering zijn en dat je toch aan kunt raken.((Zie [[http:// | En in zijn evangelie spreekt Johannes over een lichaam waarvoor gesloten deuren geen belemmering zijn en dat je toch aan kunt raken.((Zie [[http:// | ||
Regel 586: | Regel 592: | ||
Op de berg Sinaï spreekt God opnieuw iets uit. Dat zijn de tien // | Op de berg Sinaï spreekt God opnieuw iets uit. Dat zijn de tien // | ||
- | De Tien Woorden zijn dus ook scheppingswoorden. Hiermee wordt echter niet de wereld geschapen, maar de mens. | + | De Tien Woorden zijn dus óók scheppingswoorden. Hiermee wordt echter niet de wereld geschapen, maar de mens. |
Volgens Weinreb zegt God in de Tien Woorden wie de mens eigenlijk is. En door dat uit te spreken, schept Hij hem ook.((Zie Weinreb, F (1976) //De Bijbel als Schepping//, | Volgens Weinreb zegt God in de Tien Woorden wie de mens eigenlijk is. En door dat uit te spreken, schept Hij hem ook.((Zie Weinreb, F (1976) //De Bijbel als Schepping//, | ||
Regel 596: | Regel 602: | ||
{{ 2_10tallen.png? | {{ 2_10tallen.png? | ||
- | Die twee tientallen zijn niet zomaar wat woorden. Het zijn Góddelijke woorden, woorden waarmee God iets uitdrukt van Zichzélf. En wat die woorden scheppen, zijn ook niet zomaar wat schepsels. Het zijn schepsels die iets uitdrukken van Gods woorden, die daar een blauwdruk van zijn. | + | Die twee tientallen zijn niet zomaar wat woorden. Het zijn Góddelijke woorden, woorden waarmee God iets uitdrukt van zichzélf. En wat die woorden scheppen, zijn ook niet zomaar wat schepsels. Het zijn schepsels die iets uitdrukken van Gods woorden, die daar een blauwdruk van zijn. |