Site-hulpmiddelen

Gebruikershulpmiddelen


Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
eengoddiespreekt [2016/05/30 15:38] josquakeengoddiespreekt [2016/06/03 23:15] (huidige) josquak
Regel 13: Regel 13:
 Deze “Tien Woorden” worden ingeleid door één zinnetje. [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Pieter_Oussoren|Pieter Oussoren]] heeft dat zinnetje als volgt vertaald: Deze “Tien Woorden” worden ingeleid door één zinnetje. [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Pieter_Oussoren|Pieter Oussoren]] heeft dat zinnetje als volgt vertaald:
  
-‘//God spreekt al déze woorden en zegt://’.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=20&cs-versnummer-3=1-1&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Exodus 20:1]].))+‘//God spreekt al déze woorden en zegt://’((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=20&cs-versnummer-3=1-1&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Exodus 20:1]].))
  
-In die korte zin lijkt niets bijzonders te staan. Er wordt alleen gezegd dat God woorden uit gaat spreken en dat zijn in dit geval de “Tien Woorden”. +In die korte zin lijkt niets bijzonders te staan. Er wordt alleen gezegd dat God woorden uit gaat spreken en in dit geval zijn dat de “Tien Woorden”. 
  
-Toch staat er meer in dat simpele zinnetje dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Dat wordt duidelijk als je naar het origineel gaat kijken, een origineel dat is geschreven in het [[hethebreeuws|Hebreeuws]]. Dat ga ik in dit document dan ook doen. +Toch staat er meer in dat simpele zinnetje dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Dat wordt duidelijk als je naar het origineel gaat kijken. Een origineel dat in het [[hethebreeuws|Hebreeuws]] geschreven is. Dat ga ik in dit document dan ook doen. 
  
 Maar eerst wil ik nog wat andere Nederlandse vertalingen van het zinnetje bekijken.((Meer over vertalingen vind je in paragraaf [[hethebreeuws#4.1. Vertalingen|4.1]] van mijn document over het Hebreeuws.)) Ten //eerste// de [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Statenvertaling|Statenvertaling]] uit 1637. Daarin staat: Maar eerst wil ik nog wat andere Nederlandse vertalingen van het zinnetje bekijken.((Meer over vertalingen vind je in paragraaf [[hethebreeuws#4.1. Vertalingen|4.1]] van mijn document over het Hebreeuws.)) Ten //eerste// de [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Statenvertaling|Statenvertaling]] uit 1637. Daarin staat:
Regel 35: Regel 35:
 ‘//God gaf de volgende grondregels. Hij zei://’  ‘//God gaf de volgende grondregels. Hij zei://’ 
  
-In deze vertaling vallen nog meer woorden weg die er in het Hebreeuws wél staan. Ik bedoel de woorden ‘//sprak//’ en ‘//woorden//’. ‘//Sprak//’ is hier vervangen door ‘//gaf//’ en ‘//woorden//’ door ‘//grondregels//’. Deze vertalers zien de Tien Woorden blijkbaar als regels die God aan zijn toehoorders gegeven heeft. +In deze vertaling vallen nog meer woorden weg die er in het Hebreeuws wél staan. Ik bedoel de woorden ‘//sprak//’, ‘//deze//’ en ‘//woorden//’. ‘//Sprak//’ is hier vervangen door ‘//gaf//’ en ‘//deze woorden//’ door ‘//de volgende grondregels//’. Deze vertalers zien de Tien Woorden blijkbaar als regels die God aan zijn toehoorders gegeven heeft. 
  
 Een vertaling in nog makkelijker Nederlands is de [[http://bijbelingewonetaal.nl/over-deze-bijbel/de-vertaling|Bijbel in Gewone Taal]] uit 2014. Daarin staat: Een vertaling in nog makkelijker Nederlands is de [[http://bijbelingewonetaal.nl/over-deze-bijbel/de-vertaling|Bijbel in Gewone Taal]] uit 2014. Daarin staat:
Regel 51: Regel 51:
 {{  exodus_20_1_grondtekst.png?650  }} {{  exodus_20_1_grondtekst.png?650  }}
  
-Ik heb het Hebreeuws met [[hethebreeuws#3.1. Tekentjes voor de klinkers|klinkertekentjes]] en [[hethebreeuws#3.6. Tekentjes voor de zang|zangtekentjes]] weergegeven. De zin bestaat uit zeven woorden. Boven elk woord heb ik de uitspraak in gewone letters gezet en onder elk Hebreeuws woord staat een Nederlandse vertaling.+Ik heb de Hebreeuwse [[hethebreeuws#2.10. Alle gegevens op een rij|letters]] met [[hethebreeuws#3.1. Tekentjes voor de klinkers|klinkertekentjes]] en [[hethebreeuws#3.6. Tekentjes voor de zang|zangtekentjes]] weergegeven. De zin bestaat uit zeven woorden. Boven elk woord heb ik de uitspraak in gewone letters gezet en onder elk Hebreeuws woord staat een Nederlandse vertaling.
  
 Sommige stukjes tekst heb ik //zwart// gekleurd en andere stukjes heb ik //blauw// gekleurd: Sommige stukjes tekst heb ik //zwart// gekleurd en andere stukjes heb ik //blauw// gekleurd:
Regel 75: Regel 75:
 Ook heb ik twee woorden anders vertaald: Ook heb ik twee woorden anders vertaald:
  
-  * ‘Sprak’ heb ik vervangen door ‘//verwoord//’. Dan is de Hebreeuwse stam beter herkenbaar. Dat is namelijk ook de stam van een ander woord in het zinnetje, namelijk //dəvarīm//, wat ‘woorden’ betekent. +  * ‘Sprak’ heb ik vervangen door ‘//verwoord//’. Dan is de Hebreeuwse stam beter herkenbaar. Dat is namelijk ook de stam van een ander woord in het zinnetje, namelijk //dəvarīm//, dat //woorden//’ betekent. 
   * ‘Zeggende’ heb ik vervangen door ‘//uitspreken//’.   * ‘Zeggende’ heb ik vervangen door ‘//uitspreken//’.
  
Regel 96: Regel 96:
 Ook andere informatie uit de grondtekst heb ik niet in de zin verwerkt, informatie die te maken heeft met de grammatica: Ook andere informatie uit de grondtekst heb ik niet in de zin verwerkt, informatie die te maken heeft met de grammatica:
  
-Het //eerste// woord van de Hebreeuwse zin is //wà-jədàber//. Je kunt dit vertalen als ‘en hij verwoordt’. //Jədàber// is namelijk de derde persoon enkelvoud van het woord //davàr//. Het //tweede// woord van de Hebreeuwse zin is //èlohīm//, wat ‘God’ betekent. In dit geval is ‘hij’ dus ‘God’, daarom vertaalde ik //wà-jədàber èlohīm// als ‘//en God verwoordt//’.+Het //eerste// woord van de Hebreeuwse zin is //wà-jədàber//. Je kunt dit vertalen als ‘en hij verwoordt’. Het //tweede// woord van de Hebreeuwse zin is //èlohīm//, wat ‘God’ betekent. In dit geval is ‘hij’ dus ‘God’. Daarom vertaalde ik //wà-jədàber èlohīm// als ‘//en God verwoordt//’.
  
-//Jədàber// is ook een //imperfectum//, die ik het “werkwoord van de duur” noem. Met “duur” bedoel ik ónze langzaam voortkabbelende tijd. //Jədàber// kun je vertalen als ‘hij is voortdurend bezig met verwoorden’. In het verleden ‘verwoordde hij’, nu ‘verwoordt hij’ en in de toekomst ‘zal hij verwoorden’.((Meer over het “werkwoord van de duur” vind je in paragraaf [[degrammaticavanhethebreeuws#4.3. De trage tijd|4.3.]] van mijn document over de grammatica van het Hebreeuws.))+//Jədàber// is ook een //imperfectum//, die ik het “werkwoord van de duur” noem. //Jədàber// speelt zich af in onze langzaam voortkabbelende tijd. Je kunt het vertalen als ‘hij is voortdurend bezig met verwoorden’. In het verleden ‘verwoordde hij’, nu ‘verwoordt hij’ en in de toekomst ‘zal hij verwoorden’.((Meer over het “werkwoord van de duur” vind je in paragraaf [[degrammaticavanhethebreeuws#4.3. De trage tijd|4.3.]] van mijn document over de grammatica van het Hebreeuws.))
  
-In dit geval gaat het om God. Dat is vreemd, want God leeft in een hele andere tijd dan ons. Een tijd waarin alles in een ogenblik gebeurt. In ons zinnetje is God echter afgedaald naar ónze wereld. In ónze wereld geldt ónze tijd. Daarom is God hier ‘voortdurend woorden aan het verwoorden’.+In dit geval gaat het echter om God. Dat is vreemd, want God leeft in een hele andere tijd als ons. Een tijd waarin alles in een ogenblik gebeurt. In dit zinnetje is God echter afgedaald naar ónze wereld.((Meer hierover lees je in paragraaf [[eengoddiespreekt#2.2. De derde dag|2.2]].)) En in ónze wereld geldt ónze tijd. Daarom is God hier ‘voortdurend woorden aan het verwoorden’.
  
 De stamvorm van //jədàber// is een //piël//. Je kunt dat vertalen als ‘in zijn eentje verwoordt hij concreet’.((Meer over de //piël// vind je in hoofdstuk [[degrammaticavanhethebreeuws# 8. Stamvormen|8]] van mijn document over de grammatica van het Hebreeuws.)) De stamvorm van //jədàber// is een //piël//. Je kunt dat vertalen als ‘in zijn eentje verwoordt hij concreet’.((Meer over de //piël// vind je in hoofdstuk [[degrammaticavanhethebreeuws# 8. Stamvormen|8]] van mijn document over de grammatica van het Hebreeuws.))
  
-In dit geval gaat het om God die zonder hulp van een ander woorden verwoord. God is namelijk één. Naast Hem is er geen tweede. En dat verwoorden gebeurt concreet, het gebeurt in ónze wereld, de wereld waarnaar God is afgedaald.+In dit geval gaat het om Goddie zonder hulp van een ander woorden verwoord. God is namelijk één. Naast Hem is er geen tweede. En dat verwoorden gebeurt concreet, het gebeurt in ónze wereld, de wereld waarnaar God is afgedaald.
  
-Ik heb het steeds over God, want zo heb ik het Hebreeuwse woord //èlohīm// vertaald. //Èlohīm// heeft echter evenals het vijfde woord, //dəvarīm//, dat ik met ‘woorden’ vertaal, de uitgang ‘//īm//’. Die uitgang geeft aan dat hier sprake is van een meervoud. Letterlijk betekent //èlohīm// dus ‘goden’. Dit strookt echter niet met Gods één zijn. Er is hier dus iets anders aan de hand. +Ik heb het steeds over God, want zo heb ik het Hebreeuwse woord //èlohīm// vertaald. //Èlohīm// heeft echter evenals het //vijfde// woord, //dəvarīm//, dat ik met ‘woorden’ vertaal, de uitgang ‘//īm//’. Die uitgang geeft aan dat hier sprake is van een meervoud. Letterlijk betekent //èlohīm// dus ‘goden’. Dit strookt echter niet met Gods één zijn. Er is hier dus iets anders aan de hand. 
  
 In het Hebreeuws kan het meervoud ook iets kwalitatiefs zijn. Het geeft dan iets aan dat het gewone begrip overstijgt. //Èlohīm// vertaal je dan als ‘de God die alles wat wij god noemen overstijgt’.((Meer over het meervoud vind je in hoofdstuk [[degrammaticavanhethebreeuws# 7. Het meervoud|7]] van mijn document over de grammatica van het Hebreeuws.)) In het Hebreeuws kan het meervoud ook iets kwalitatiefs zijn. Het geeft dan iets aan dat het gewone begrip overstijgt. //Èlohīm// vertaal je dan als ‘de God die alles wat wij god noemen overstijgt’.((Meer over het meervoud vind je in hoofdstuk [[degrammaticavanhethebreeuws# 7. Het meervoud|7]] van mijn document over de grammatica van het Hebreeuws.))
Regel 126: Regel 126:
 Als je al die informatie toevoegt aan mijn vertaling, krijg je de volgende zin: Als je al die informatie toevoegt aan mijn vertaling, krijg je de volgende zin:
  
-‘//En de God die alles wat wij god noemen overstijgt, verwoordt voortdurend in zijn eentje op een concrete manier al de Goddelijke woorden, in de richting van spreken//.+‘//En de God die alles wat wij god noemen overstijgt, verwoordt voortdurend in zijn eentje op een concrete manier al de Goddelijke woorden, in de richting van spreken//.
  
  
Regel 151: Regel 151:
 ====2.1 Een waw en een bēth==== ====2.1 Een waw en een bēth====
  
-Voor ik de stammen ga bespreken, wil ik nog iets zeggen over het stukje tekst waarmee de zin begint, namelijk het voorvoegsel //wà//. //Wà// bestaat uit de letter [[6_waw|waw]] en uit een [[hethebreeuws#3.1. Tekentjes voor de klinkers|klinker]] om die letter uit te kunnen spreken.+Voor ik de stammen ga bespreken, wil ik nog iets zeggen over het verband waarin de zin staat. 
 + 
 +Onze zin staat namelijk niet op zichzelf. Die begint met het voorvoegsel //wà//. //Wà// bestaat uit de letter [[6_waw|waw]] en uit een [[hethebreeuws#3.1. Tekentjes voor de klinkers|klinker]] om die letter uit te kunnen spreken.
  
 Het [[hethebreeuws#2.4. Het beeld|beeld]] van de //waw// is een haak. Een haak verbindt twee zaken met elkaar. In dit geval verbindt hij het zinnetje dat de “Tien Woorden” inluidt met de tekst die eraan vooraf gaat, de tekst van [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=19&cs-versnummer-3=&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Exodus 19]]. Het [[hethebreeuws#2.4. Het beeld|beeld]] van de //waw// is een haak. Een haak verbindt twee zaken met elkaar. In dit geval verbindt hij het zinnetje dat de “Tien Woorden” inluidt met de tekst die eraan vooraf gaat, de tekst van [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=19&cs-versnummer-3=&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Exodus 19]].
  
-Ook déze tekst begint met een voorvoegsel, namelijk //bà//. //Bà// bestaat uit de letter [[2_beth|bēth]] en uit een [[hethebreeuws#3.1. Tekentjes voor de klinkers|klinker]] om die letter uit te kunnen spreken.+Ook díe tekst begint met een voorvoegsel, namelijk //bà//. //Bà// bestaat uit de letter [[2_beth|bēth]] en uit een [[hethebreeuws#3.1. Tekentjes voor de klinkers|klinker]] om die letter uit te kunnen spreken.
  
 Het beeld van de //bēth// is het huis. Dat huis is de wereld waarin wij leven. In die wereld bestaat alles uit deeltjes, deeltjes die nooit één kunnen worden. Dat blijkt ook uit de [[hethebreeuws#2.3. Eenheden, tientallen en honderdtallen|getalswaarde]] van de //bēth//. Die is namelijk 2. Het beeld van de //bēth// is het huis. Dat huis is de wereld waarin wij leven. In die wereld bestaat alles uit deeltjes, deeltjes die nooit één kunnen worden. Dat blijkt ook uit de [[hethebreeuws#2.3. Eenheden, tientallen en honderdtallen|getalswaarde]] van de //bēth//. Die is namelijk 2.
  
-Het eerste verhaal van de Bijbel begint ook met zo’n //bēth//. Ik bedoel het verhaal waarin God alles schepthet verhaal dat je kunt vinden in  [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Genesis 1]]. God schept daar allemaal tweeheden. Hemel en aarde, licht en duisternis, enzovoort, enzovoort. Alles staat dus in het teken van de eerste //bēth//.+Er is nog een andere tekst in de Bijbel dat met een //bēth// begint. Ik bedoel het scheppingsverhaal, dat je kunt vinden in [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Genesis 1]]. God schept daar allemaal tweeheden. Hemel en aarde, licht en duisternis, enzovoort, enzovoort. Alles staat daar dus in het teken van de //bēth//, de 2.
  
-De klinker die bij die //bēth// hoort is een //sjəwa//, een ə, die je uitspreekt als “uh”. Als je dat doet, zijn je monddelen nog heel dicht bij elkaar. De bovenste monddelen staan voor de wereld van God en de onderste monddelen voor ónze wereld. De afstand tussen die werelden is dus klein. Het proces van tweewording is hier namelijk nog maar net begonnen.+De klinker die bij die //bēth//, die 2, hoort is een //sjəwa//, een ə, die je uitspreekt als “uh”. Als je dat doet, zijn je monddelen nog heel dicht bij elkaar. De bovenste monddelen staan voor de wereld van God en de onderste monddelen voor ónze wereld. De afstand tussen die werelden is dus klein. Het proces van tweewording is daar namelijk nog maar net begonnen.
  
-Aan het begin van Exodus 19 is de situatie heel anders. Bij de //bēth// dáár staat geen //sjəwa//, maar een //pàtach//, een à. Als je de à uitspreekt zijn je mondonderdelen het verst van elkaar verwijderd. De afstand tussen de wereld van God en ónze wereld is hier dus het grootst.+In Exodus 19 is de situatie heel anders. Bij de //bēth//, de 2, waarmee die tekst begint, staat geen //sjəwa//, maar een //pàtach//, een à. Als je de à uitspreekt zijn je mondonderdelen het verst van elkaar verwijderd. De afstand tussen de wereld van God en ónze wereld is hier dus het grootst.
  
-Die werelden zijn dus ver van elkaar weg gegroeid. Als dat zo doorgaat is éénwording niet meer mogelijk. Daarom grijpt God hier in.+Als we bij op dit punt in de Bijbel zijn aanbeland, zijn deze werelden ver van elkaar weg gegroeid. Als dat zo doorgaat, kunnen ze nooit meer bij elkaar komen. Daarom grijpt God hier in.
  
  
Regel 173: Regel 175:
 Het woord dat op het voorvoegsel //bà// volgt, is //chodèsj//. Pieter Oussoren vertaalt dat met ‘nieuwe maan’. Het woord daarna is //hà-sjəlīsjī//, wat hij vertaalt met ‘de derde’. Het verhaal van Exodus 19 speelt zich dus af op ‘de derde nieuwe maan’. Het woord dat op het voorvoegsel //bà// volgt, is //chodèsj//. Pieter Oussoren vertaalt dat met ‘nieuwe maan’. Het woord daarna is //hà-sjəlīsjī//, wat hij vertaalt met ‘de derde’. Het verhaal van Exodus 19 speelt zich dus af op ‘de derde nieuwe maan’.
  
-Het gaat hier echter niet alleen om een tijdsaanduiding. //Chodèsj// is verwant met //chadasj// wat ‘nieuw’ betekent. Met dit verhaal begint dus iets nieuws. En //sjəlīsjī// is verwant met //sjalosj// wat ‘drie’ betekent+Het gaat hier echter niet alleen om een tijdsaanduiding. //Chodèsj// is verwant met //chadasj// wat ‘nieuw’ betekent. Met dit verhaal begint dus iets nieuws. 
  
-Hier wordt de tweeheid dus doorbrokenOp het moment dat die tweeheid dreigt te escaleren komt er iets anders bij, iets dat één is. Zo ontstaat de drie.+En //sjəlīsjī// is verwant met //sjalosj// wat ‘drie’ betekentJuist nu de tweewording dreigt te escalerenkomt er iets anders bij, iets dat één is en één maakt. Zo ontstaat de drieheid.
  
-Die één, dat ene dat erbij komt, is God zélf. Op de derde dag ((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=19&cs-versnummer-3=10-11&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Exodus 19:10,11]].)) daalt Hij af naar een berg die “Sinaï” heet. Dat gebeurt met ‘stemmen’, ‘bliksemstralen’ en een ‘zwaar wolkendek’. Met onweer dus+Die één, dat ene dat erbij komt, is God zélf. 
  
-Als het onweert, komen vuur en water bij elkaar. Vuur staat voor de tijd waarin God leeft, de [[degrammaticavanhethebreeuws#4.2. De snelle tijd|snelle tijd]], en water voor de tijd waarin wij levende [[degrammaticavanhethebreeuws#4.3. De trage tijd|trage tijd]]. Die twee tijden komen hier bij elkaar. +Op de derde dag, de dag van de ‘drie’daalt Hij af naar een berg die “Sinaï” heet.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=19&cs-versnummer-3=10-11&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Exodus 19:10,11]].)) 
  
-Als God op de berg belandtraakt Zijn wereld de onze.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=19&cs-versnummer-3=16-18&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Exodus 19:16-18]].)) +Die afdaling gaat gepaard met ‘stemmen’‘bliksemstralen’ en een ‘zwaar wolkendek’.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=19&cs-versnummer-3=16-16&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Exodus 19:16]].)), met onweer dus.
  
-Volgens //Devarim Rabbah// 10, 2((//Devarim Rabbah// hoort bij de //Midrasj Rabbah//, een belangrijk joods Bijbelcommentaar.)) heft God dan de scheiding op die tussen Zijn wereld en onze wereld bestond. Sinds de schepping zijn dat namelijk aparte gebieden:+Als het onweert, komen vuur en water bij elkaar. Vuur staat voor de [[degrammaticavanhethebreeuws#4.2. De snelle tijd|snelle tijd]], de tijd waarin God leeft en water staat voor de [[degrammaticavanhethebreeuws#4.3. De trage tijd|trage tijd]], de tijd waarin wij mensen leven. Die twee tijden komen hier bij elkaar. 
 + 
 +Als God op de berg landt, raakt Zijn wereld de onze. Volgens //Devarim Rabbah// 10, 2((//Devarim Rabbah// hoort bij de //Midrasj Rabbah//, een belangrijk joods Bijbelcommentaar.)) heft God dan de scheiding op die tussen Zijn wereld en onze wereld bestond.  
 + 
 +Sinds de schepping zijn dat aparte gebieden:
  
 ‘//De hemelen zijn de hemelen van JHWH\\ ‘//De hemelen zijn de hemelen van JHWH\\
Regel 193: Regel 199:
 op de top van de berg;//’ op de top van de berg;//’
  
-En daardoor kan de mens die Mozes heet de hemel bereiken: +En daardoor kan een mens die [[dethorah#2. De schrijver van de Thorah|Mozes]] heet de hemel bereiken: 
  
 ‘//JHWH roept Mozes naar de top van de berg\\ ‘//JHWH roept Mozes naar de top van de berg\\
Regel 210: Regel 216:
 In zijn boek //De Bijbel als Schepping// verdeelt [[weinrebenwaarheid|Friedrich Weinreb]] de scheppingsdagen in twee drietallen. In zijn boek //De Bijbel als Schepping// verdeelt [[weinrebenwaarheid|Friedrich Weinreb]] de scheppingsdagen in twee drietallen.
  
-Het eerste drietal begint met dag 1. Op die dag doet God zijn //eerste// uitspraak. Daarmee schept Hij het licht.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=3-5&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Genesis 1:3-5]].)) Op dag 2 doet Hij zijn //tweede// uitspraak. Daarmee schept Hij een gewelf tussen de wateren boven en de wateren beneden.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=6-8&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Genesis 1:6-8]].)) +Het eerste drietal begint met dag 1. Op die dag doet God zijn //eerste// uitspraak. Daarmee schept Hij het licht.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=3-5&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Genesis 1:3-5]].)) Op dag 2 doet Hij zijn //tweede// uitspraak. Daarmee schept Hij een gewelf tussen de wateren boven” en de wateren beneden.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=6-8&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Genesis 1:6-8]].))  
 + 
 +Op dag 1 draait het dus om licht en op dag 2 om water. Licht is een vorm van vuur. Het gaat hier dus weer om vuur en water.
  
-Op dag 1 draait het dus om licht en op dag 2 om waterLicht of vuur staat voor de snelle tijd, de tijd waarin God leeft en water staat voor de trage tijd, de tijd waarin wij mensen leven. Op dag 1 draait het dus om Gods tijd en op dag 2 om onze tijd. +In paragraaf [[eengoddiespreekt#2.2. De derde dag|2.2]] schreef ik dat vuur staat voor de snelle tijd, de tijd waarin God leeft en water voor de trage tijd, de tijd waarin wij mensen leven. Op dag 1 draait het dus om Gods tijd en op dag 2 om onze tijd. 
  
-Op dag 3 komen die tijden bij elkaar. Op die dag doet God zijn //derde// uitspraak. Het water beneden verzamelt zich dan op een plaats die één is.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=9-10&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Genesis 1:9,10]].)) +Op dag 3 doet God zijn //derde// uitspraak. Het water beneden” verzamelt zich dan op een plaats die één is.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=9-10&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Genesis 1:9,10]].)) 
  
 Onze tijd wordt hier dus één. Het is een eeuwig nu geworden. Alle verwijten van het verleden en angsten voor de toekomst zijn verdwenen.((Zie Weinreb, F (1981) //De legende van de beide bomen//, p. 65, 66.)) Onze tijd wordt hier dus één. Het is een eeuwig nu geworden. Alle verwijten van het verleden en angsten voor de toekomst zijn verdwenen.((Zie Weinreb, F (1981) //De legende van de beide bomen//, p. 65, 66.))
  
-De kleur die bij dit “eeuwige nu” hoort, is groen. Groen is de meest rustgevende kleur, de kleur die bij het paradijs hoort. Om dat groen te voorschijn te halen, doet God nog een //vierde// uitspraak.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=11-13&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Genesis 1:11-13]].))+De kleur die bij dit “eeuwige nu” hoort, is groen. Groen is de kleur die bij het paradijs hoort. Om dat groen te voorschijn te halen, doet God nog een //vierde// uitspraak.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=11-13&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Genesis 1:11-13]].))
  
 {{  3_scheppingsdagen_1.png?520  }} {{  3_scheppingsdagen_1.png?520  }}
Regel 230: Regel 238:
 Ook de tijden komen er bij elkaar. Volgens de [[weinrebendejoodseoverlevering|Joodse Overlevering]] is iedere Israëliet, in wat voor tijd hij of zij ook leeft, er aanwezig.((Zie Whitlau, Eli (1987) //Tenachon over de Tora, 12//, p. 182.)) Ook de tijden komen er bij elkaar. Volgens de [[weinrebendejoodseoverlevering|Joodse Overlevering]] is iedere Israëliet, in wat voor tijd hij of zij ook leeft, er aanwezig.((Zie Whitlau, Eli (1987) //Tenachon over de Tora, 12//, p. 182.))
  
-En ook het groen is er. In de Joodse Overlevering wordt gezegd dat de Sinaï na Gods afdaling deze kleur krijgt.((Zie Weinreb, F (1981) //De legende van de beide bomen//, p. 193.)) Wanneer God ónze wereld raakt, wordt ze dus een paradijs.+En ook het groen is er. In de Joodse Overlevering wordt gezegd dat de Sinaï na Gods afdaling deze kleur krijgt.((Zie Weinreb, F (1981) //De legende van de beide bomen//, p. 193.)) Wanneer God die berg raakt, wordt ze een paradijs.
  
 Terug naar het scheppingsverhaal uit Genesis 1. Terug naar het scheppingsverhaal uit Genesis 1.
  
-Daar wordt ook verteld over een tweede drietal, over scheppingsdag 4, 5 en 6. Op die dagen vind een verdere uitwerking plaats van scheppingsdag 1, 2 en 3.((Zie Weinreb, F (1976) //De Bijbel als Schepping//, p. 6-10.))+Daar wordt ook nog verteld over een twééde drietal, over scheppingsdag 4, 5 en 6. Op díe dagen vind een verdere uitwerking plaats van scheppingsdag 1, 2 en 3.((Zie Weinreb, F (1976) //De Bijbel als Schepping//, p. 6-10.))
  
 Op dag 4 doet God zijn //vijfde// uitspraak. Daardoor komen er lichten. Het ene licht van dag 1 is hier een veelheid geworden. Op dag 4 doet God zijn //vijfde// uitspraak. Daardoor komen er lichten. Het ene licht van dag 1 is hier een veelheid geworden.
  
-Op dag 5 doet God zijn //zesde// uitspraak. Daardoor komen er vissen in de wateren beneden en vogels in de wateren boven. De wateren die in dag 2 gescheiden werden, worden hier dus gevuld met talloze wezens.+Op dag 5 doet God zijn //zesde// uitspraak. Daardoor komen er vissen in de wateren beneden” en vogels in de wateren boven. De wateren die in dag 2 gescheiden werden, worden hier dus gevuld met talloze wezens.
  
 Daarna komt dag 6, een tweede “derde dag”: Daarna komt dag 6, een tweede “derde dag”:
Regel 244: Regel 252:
 Op die dag doet God eerst zijn //zevende// uitspraak. Daardoor komen er dieren. Die dieren vormen de biologische voorwaarde van de mens. Op die dag doet God eerst zijn //zevende// uitspraak. Daardoor komen er dieren. Die dieren vormen de biologische voorwaarde van de mens.
  
-Op dezelfde dag doet God zijn //achtste//, //negende// en //tiende// uitspraak. De komst van die mens is het doel van de hele schepping.+Op de zélfde dag doet God zijn //achtste//, //negende// en //tiende// uitspraak. De komst van die mens is het doel van de hele schepping.
  
 {{  3_scheppingsdagen_2.png?565  }} {{  3_scheppingsdagen_2.png?565  }}
  
-Die mens is ook het doel van Gods afdaling op de Sinaï. Die gaat God daar namelijk scheppen. Dat doet Hij met zijn Tien Woorden.+Die mens is óók het doel van Gods afdaling op de Sinaï. Die gaat God daar namelijk scheppen. Dat doet Hij met zijn Tien Woorden.
  
  
Regel 254: Regel 262:
 ====2.4. Vier paragrafen====  ====2.4. Vier paragrafen==== 
  
-De [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Masoreten|Masoreten]] hebben alle boeken van de Hebreeuwse Bijbel ingedeeld in hoofdstukken en paragrafen. In zijn vertaling geeft Pieter Oussoren het begin van zo’n hoofdstuk aan als een dikke punt en het begin van een paragraaf als twee dikke punten.+De [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Masoreten|Masoreten]] hebben alle boeken van de Hebreeuwse Bijbel ingedeeld in hoofdstukken en paragrafen. In zijn vertaling geeft Pieter Oussoren het begin van zo’n hoofdstuk aan met een dikke stip en het begin van een paragraaf met twee dikke stippen.
  
 Exodus 19 is in zijn geheel de //eerste// paragraaf van zo’n hoofdstuk. Zoals ik schreef, wordt daar verteld hoe God naar de berg Sinaï afdaalt. Exodus 19 is in zijn geheel de //eerste// paragraaf van zo’n hoofdstuk. Zoals ik schreef, wordt daar verteld hoe God naar de berg Sinaï afdaalt.
Regel 260: Regel 268:
 De //tweede// paragraaf bestaat alleen uit Exodus 20:1, het inleidende zinnetje dat ik in de document bespreek. Daarin wordt verteld dat God tot de mensen die bij de berg Sinaï staan, gaat spreken. De //tweede// paragraaf bestaat alleen uit Exodus 20:1, het inleidende zinnetje dat ik in de document bespreek. Daarin wordt verteld dat God tot de mensen die bij de berg Sinaï staan, gaat spreken.
  
-De //derde// paragraaf bestaat uit de tekst van [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=20&cs-versnummer-3=2-6&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|de eerste en de tweede]] van de Tien Woorden. Het [[woord_1|eerste woord]] gaat over wat God voor de mensen die bij de Sinaï staangedaan heeft en het [[woord_2|tweede woord]] waarschuwt hen om geen andere goden te vereren. +De //derde// paragraaf bestaat uit de tekst van [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=20&cs-versnummer-3=2-6&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|de eerste en de tweede]] van de Tien Woorden. Het [[woord_1|eerste woord]] gaat over wat God voor de mensen die bij de Sinaï staan gedaan heeft en het [[woord_2|tweede woord]] waarschuwt hen om geen andere goden te vereren. 
  
 Het “tweede woord” kun je beschouwen als het negatief van het “eerste woord”. Volgens de Masoreten horen deze woorden bij elkaar. Daarom plaatsen ze hen in dezelfde paragraaf. Het “tweede woord” kun je beschouwen als het negatief van het “eerste woord”. Volgens de Masoreten horen deze woorden bij elkaar. Daarom plaatsen ze hen in dezelfde paragraaf.
Regel 288: Regel 296:
 In paragraaf [[eengoddiespreekt#1.4. Drie trefwoorden|1.4]] schreef ik dat die zin drie trefwoorden heeft. Het //eerste// trefwoord is ‘God’ of ‘Goddelijk’.  In paragraaf [[eengoddiespreekt#1.4. Drie trefwoorden|1.4]] schreef ik dat die zin drie trefwoorden heeft. Het //eerste// trefwoord is ‘God’ of ‘Goddelijk’. 
  
-Het gewone Hebreeuwse woord voor God of Goddelijk is //el//. //El// is iemand die ‘machtig’ is, die ergens ‘over’ kan ‘beschikken’. Voor ons mensen geldt dat niet. Wij kunnen dat wel eens denken, maar de tijd doet dat altijd teniet. De macht van een échte //el// wordt in de tijd niet verminderd. Daarom kan je bij zo iemand iets zweren. +Het gewone Hebreeuwse woord voor God of Goddelijk is //el//. //El// is iemand die ‘machtig’ is, die ergens ‘over’ kan ‘beschikken’. Voor ons mensen geldt dat niet. Wij kunnen dat wel eens denken, maar de tijd doet dat altijd teniet. De macht van een échte //el// wordt in de tijd niet verminderd. Daarom kun je bij zo iemand iets zweren. 
  
-Het Hebreeuwse woord voor zweren is //alah//. Als je je woorden met de naam van een //el// bekrachtigd, maak je anderen duidelijk dat ze er op aan kunnen. Dat ze net zo duurzaam zijn als die //el//.+Het Hebreeuwse woord voor zweren is //alah//. Als je je woorden met de naam van een //el// bekrachtigd, maak je anderen duidelijk dat ze er op aan kunnen, dat ze net zo duurzaam zijn als die //el//.
  
 Het woord dat in onze inleidende zin voor “God” gebruikt wordt, is //èlohīm//. //Èlohīm// is een meervoudsvorm. In paragraaf [[eengoddiespreekt#1.3. En nog wat grammatica|1.3]] schreef ik dat dit meervoud iets kwalitatiefs is. Ik vertaalde //èlohīm// daar als ‘//de God die alles wat wij god noemen overstijgt//’. Het woord dat in onze inleidende zin voor “God” gebruikt wordt, is //èlohīm//. //Èlohīm// is een meervoudsvorm. In paragraaf [[eengoddiespreekt#1.3. En nog wat grammatica|1.3]] schreef ik dat dit meervoud iets kwalitatiefs is. Ik vertaalde //èlohīm// daar als ‘//de God die alles wat wij god noemen overstijgt//’.
Regel 302: Regel 310:
 //Elèh// is onderdeel van de frase //hà-dəvarīm ha-elèh// die ik vertaalde als ‘//de Goddelijke woorden//’. Het gaat hier om woorden die uit God voortkomen en daardoor ook de macht hebben om iets tot stand te brengen. //Elèh// is onderdeel van de frase //hà-dəvarīm ha-elèh// die ik vertaalde als ‘//de Goddelijke woorden//’. Het gaat hier om woorden die uit God voortkomen en daardoor ook de macht hebben om iets tot stand te brengen.
  
-//Èlohīm// en //elèh// hebben allebei te maken met God of het Goddelijke. De Hebreeuwse stam waarvan die woorden afgeleid zijn bestaat uit de letters [[1_alef|alèf]], [[30_lamed|lamèd]] en [[5_he|hē]].+//Èlohīm// en //elèh// hebben allebei te maken met God of het Goddelijke. De Hebreeuwse stam waarvan die woorden afgeleid zijnbestaat uit de letters [[1_alef|alèf]], [[30_lamed|lamèd]] en [[5_he|hē]].
  
 De //eerste// letter is een //alèf//. De //alèf// is de letter van de éénheid. Deze éénheid is God Zélf. De //eerste// letter is een //alèf//. De //alèf// is de letter van de éénheid. Deze éénheid is God Zélf.
Regel 363: Regel 371:
 dan nadat het gedaan heeft wat mij behaagt\\ dan nadat het gedaan heeft wat mij behaagt\\
 en heeft doen lukken\\ en heeft doen lukken\\
-waarvoor ik het uitzond//.+waarvoor ik het uitzond//.
  
  
Regel 369: Regel 377:
 ====4.2. Een bouwwerk==== ====4.2. Een bouwwerk====
  
-In de vorige paragraaf schreef ik dat het ‘woord’ en het ‘verwoorden’ plaatsvindt in een gesprek. Volgens Weinreb wordt er tijdens dat gesprek iets gebouwd.((Zie Weinreb, F(1970) //Symboliek//, p. 138-141.))+In de vorige paragraaf schreef ik dat het ‘woord’ en het ‘verwoorden’ plaatsvindt in een gesprek. Volgens Weinreb wordt er tijdens dat gesprek iets gebouwd.((Zie Weinreb, F (1970) //Symboliek//, p. 138-141.))
  
 Dat wordt duidelijk als je de [[degrammaticavanhethebreeuws#2. De drieletterige stam|drieletterige stam]] die hier besproken wordt, herleid tot zijn [[231_poorten#4. Poorten|tweeletterige stam]]. Dat wordt duidelijk als je de [[degrammaticavanhethebreeuws#2. De drieletterige stam|drieletterige stam]] die hier besproken wordt, herleid tot zijn [[231_poorten#4. Poorten|tweeletterige stam]].
  
-Zoals ik schreef, bestaat de drieletterige stam voor ‘woord’ en ‘verwoorden’ uit de letters [[4_daleth|dalèth]], [[2_beth|bēth]] en [[200_resj|rēsj]]. De eerste en de laatste letter van die stam vormen samen de tweeletterige stam [[4_daleth|dalèth]] - [[200_resj|rēsj]].((In hoofdstuk [[231_poorten#5. Hoe vind je een tweeletterige stam?|5]] van mijn document //Tweehonderd eenendertig poorten// heb ik uitgelegd hoe je een tweeletterige stam in een woord vindt.))+Zoals ik schreef, bestaat de drieletterige stam voor ‘woord’ en ‘verwoorden’ uit de letters [[4_daleth|dalèth]], [[2_beth|bēth]] en [[200_resj|rēsj]]. De eerste en de laatste letter van die stam vormen samen de tweeletterige stam [[4_daleth|dalèth]] - [[200_resj|rēsj]].((In hoofdstuk [[231_poorten#5. Hoe vind je een tweeletterige stam?|5]] van mijn document //Tweehonderd eenendertig poorten// leg ik uit hoe je een tweeletterige stam in een woord vindt.))
  
 Die twee letters vertellen ons wat ‘woord’ of ‘verwoorden’ eigenlijk is. Laten we maar eens kijken naar wat Hebreeuwse woorden die uit die letters bestaan: Die twee letters vertellen ons wat ‘woord’ of ‘verwoorden’ eigenlijk is. Laten we maar eens kijken naar wat Hebreeuwse woorden die uit die letters bestaan:
  
-Ten //eerste// het woord //doer//, dat ‘cirkel’ of ‘bol’ betekent. //Doer// is dus iets dat rond is. Vroeger zag men dat als de volmaakte vorm. Iets ronds keert namelijk steeds in zichzelf terug, het heeft niets anders meer nodig. //Doer// vertelt ons dus dat het verwoorden “af” is, dat de woorden “volmaakt” zijn.+Ten //eerste// het woord //doer//, dat ‘cirkel’ of ‘bol’ betekent. //Doer// is dus iets dat rond is. Vroeger zag men dat als de volmaakte vorm. Iets ronds keert namelijk steeds in zichzelf terug, het heeft niets anders nodig. //Doer// vertelt ons dus dat het verwoorden “af” is, dat de woorden “volmaakt” zijn.
  
 Ten //tweede// het woord //dar//, dat ‘parel’ betekent. Ook een parel is iets ronds. Het is ook iets dat glanst en schittert en daardoor de aandacht trekt. Dat geldt dus ook voor deze woorden. Ook díe glanzen en schitteren, ook díe hebben uitstraling.  Ten //tweede// het woord //dar//, dat ‘parel’ betekent. Ook een parel is iets ronds. Het is ook iets dat glanst en schittert en daardoor de aandacht trekt. Dat geldt dus ook voor deze woorden. Ook díe glanzen en schitteren, ook díe hebben uitstraling. 
Regel 441: Regel 449:
 En dat is precies wat het Hebreeuwse woord voor “scheppen” betekent. Dat woord bestaat uit de letters [[2_beth|bēth]], [[200_resj|rēsj]] en [[1_alef|alèf]]. De getalswaarden van deze letters zijn respectievelijk 2, 200 en 1. De 2 en de 200 staan voor de tweeheid en de 1 voor de éénheid. En dat is precies wat het Hebreeuwse woord voor “scheppen” betekent. Dat woord bestaat uit de letters [[2_beth|bēth]], [[200_resj|rēsj]] en [[1_alef|alèf]]. De getalswaarden van deze letters zijn respectievelijk 2, 200 en 1. De 2 en de 200 staan voor de tweeheid en de 1 voor de éénheid.
  
-Scheppen begint dus met tweemaking en eindigt met een nieuwe tweeheid.((Zie [[hetboek_genesis#3.2. Het eerste scheppingsverhaal|Het eerste scheppingsverhaal]].))+Scheppen begint dus met tweemaking en eindigt met een nieuwe éénheid.((Zie [[hetboek_genesis#3.2. Het eerste scheppingsverhaal|Het eerste scheppingsverhaal]].))
  
 En God gaat met zijn scheppingswoorden daarin mee. Die breken samen met de schepselen in stukken en leggen dan de basis voor hun verzoening. En God gaat met zijn scheppingswoorden daarin mee. Die breken samen met de schepselen in stukken en leggen dan de basis voor hun verzoening.
  
-//Eth kol hà-dəvarīm ha-elèh// zou je dan kunnen vertalen als ‘//het Goddelijke woord dat in stukken breekt en weer gelijmd wordt//.+//Eth kol hà-dəvarīm ha-elèh// zou je dan kunnen vertalen als ‘//de Goddelijke woorden die in stukken breken en weer gelijmd worden//.
  
  
Regel 451: Regel 459:
 ====4.4. Het Woord dat Jezus is==== ====4.4. Het Woord dat Jezus is====
  
-Ik vertaal //hà-dəvarīm// steeds met ‘de woorden’, maar je kunt het ook anders vertalen. In paragraaf [[eengoddiespreekt#1.3. En nog wat grammatica|1.3]] schreef ik dat het meervoud in het Hebreeuws ook iets kwalitatiefs kan zijn. Het geeft dan iets aan dat het gewone begrip overstijgt. Als je dit toepast op //hà-dəvarīm// betekent dit ‘het Woord dat alle woorden overstijgt’. +Ik vertaal //hà-dəvarīm// steeds met ‘de woorden’, maar je kunt het ook anders vertalen. In paragraaf [[eengoddiespreekt#1.3. En nog wat grammatica|1.3]] schreef ik dat het meervoud in het Hebreeuws ook iets kwalitatiefs kan zijn. Het geeft dan iets aan dat het gewone begrip overstijgt. Als je dit toepast op //hà-dəvarīm// betekent dit ‘het Woord dat alle woorden overstijgt’.
  
 //Hà-dəvarīm ha-elèh// kun je dan vertalen als ‘//het Goddelijke Woord//’. //Hà-dəvarīm ha-elèh// kun je dan vertalen als ‘//het Goddelijke Woord//’.
Regel 486: Regel 494:
 In de gekruisigde Jezus gaat Gods woord mee met alle zich van God verwijderende schepselen om ze weer bij God te brengen.  In de gekruisigde Jezus gaat Gods woord mee met alle zich van God verwijderende schepselen om ze weer bij God te brengen. 
  
-Dat is precies wat ik in de vorige paragraaf over //eth// en //kol// vertelde. //Eth kol hà-dəvarīm ha-elèh//, ‘het Goddelijke woord dat in stukken breekt en weer gelijmd wordt’ zou je dus ook kunnen zien als een persoon, namelijk Jezus.+Dat is precies wat ik in de vorige paragraaf over //eth// en //kol// vertelde. //Eth kol hà-dəvarīm ha-elèh//, ‘het Goddelijke woord dat in stukken breekt en weer gelijmd wordt’zou je dus ook kunnen zien als een persoon, namelijk Jezus.
  
 ‘//Wà-jədàber èlohīm eth kol hà-dəvarīm ha-elèh// kun je dan vertalen als ‘//En de God die alles wat wij god noemen overstijgt, verwoordt voortdurend in zijn eentje op een concrete manier Jezus//’. ‘//Wà-jədàber èlohīm eth kol hà-dəvarīm ha-elèh// kun je dan vertalen als ‘//En de God die alles wat wij god noemen overstijgt, verwoordt voortdurend in zijn eentje op een concrete manier Jezus//’.
Regel 499: Regel 507:
 We zijn nu aanbeland bij het laatste woord van de inleidende zin. Dat woord is //amàr//. //Amàr// betekent ‘uitspreken’.  We zijn nu aanbeland bij het laatste woord van de inleidende zin. Dat woord is //amàr//. //Amàr// betekent ‘uitspreken’. 
  
-Volgens Weinreb gaat het hier om spreken met de bedoeling iets nieuws te scheppen, iets dat er daarvoor nog niet was.+Volgens Weinreb gaat het hier om spreken met de bedoeling iets nieuws te scheppen, iets dat er daarvoor nog niet is.
  
 In [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=27&cs-bijbelhoofdstuk-2=33&cs-versnummer-3=9-9&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Psalm 33:9]] wordt dit als volgt verwoord: In [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=27&cs-bijbelhoofdstuk-2=33&cs-versnummer-3=9-9&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Psalm 33:9]] wordt dit als volgt verwoord:
  
 ‘//Want hij//((God)) //zei//((In het Hebreeuws staat hier //amàr//.)) //en het werd\\ ‘//Want hij//((God)) //zei//((In het Hebreeuws staat hier //amàr//.)) //en het werd\\
-Hij gebood en het kwam tot stand//.+Hij gebood en het kwam tot stand.//
  
 Er wordt iets uitgesproken en er ontstaat iets.  Er wordt iets uitgesproken en er ontstaat iets. 
Regel 544: Regel 552:
 Voor de zes scheppingsdagen zijn vuur, water en lucht dus heel belangrijk. Als God gaat scheppen, voegt Hij deze drie elementen samen en maakt daarmee een vierde element, namelijk //’afar//, ‘stof’.((Zie Weinreb, F (1979) //De schepping//, p. 97-99.)) Voor de zes scheppingsdagen zijn vuur, water en lucht dus heel belangrijk. Als God gaat scheppen, voegt Hij deze drie elementen samen en maakt daarmee een vierde element, namelijk //’afar//, ‘stof’.((Zie Weinreb, F (1979) //De schepping//, p. 97-99.))
  
-Die stof is het aardse element. Ook de mens heeft dat element. Ook hem vormt God van stof.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=2&cs-versnummer-3=7-7&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Genesis 2:7]].))+Die stof is het aardse element. Ook de méns heeft dat element. Ook hém vormt God van stof.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=2&cs-versnummer-3=7-7&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Genesis 2:7]].))
  
  
Regel 564: Regel 572:
 Dat ‘//Woord//’, zegt Johannes in zijn eerste brief, ‘//hebben wij met onze ogen gezien//’ en ‘//met onze handen betast//’. Het is echt lichamelijk dus. En toch noemt hij het ‘//het leven//’, zelfs ‘//het eeuwige leven//’.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=62&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=1-2&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|1 Johannes 1:1,2]].)) Dat ‘//Woord//’, zegt Johannes in zijn eerste brief, ‘//hebben wij met onze ogen gezien//’ en ‘//met onze handen betast//’. Het is echt lichamelijk dus. En toch noemt hij het ‘//het leven//’, zelfs ‘//het eeuwige leven//’.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=62&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=1-2&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|1 Johannes 1:1,2]].))
  
-Net als alle lichamen is het gestorven. Christenen spreken echter over een “opstanding” en een “opstandingslichaam”. Sommige schrijvers van het Nieuwe Testament hebben daar iets van op papier gezet:+Net als alle lichamen is het gestorven. Christenen spreken echter over een “opstanding” en een “opstandingslichaam”. Sommige schrijvers van het Nieuwe Testament hebben daarvan iets op papier gezet:
  
 In zijn boek Openbaring schrijft Johannes over ‘//ogen als een vuurvlam//’, een ‘//stem als een stem van vele wateren//’ en een gezicht dat ‘//schittert als de zon in haar kracht//’.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=66&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=13-16&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Openbaring 1:13-16]].)) In zijn boek Openbaring schrijft Johannes over ‘//ogen als een vuurvlam//’, een ‘//stem als een stem van vele wateren//’ en een gezicht dat ‘//schittert als de zon in haar kracht//’.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=66&cs-bijbelhoofdstuk-2=1&cs-versnummer-3=13-16&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Openbaring 1:13-16]].))
  
-In één van zijn brieven spreekt Paulus van een ‘//geestelijk lichaam//’.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=46&cs-bijbelhoofdstuk-2=15&cs-versnummer-3=44-44&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|1 Korintiërs 15:44]].)) +In één van zijn brieven spreekt Paulus over een ‘//geestelijk lichaam//’.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=46&cs-bijbelhoofdstuk-2=15&cs-versnummer-3=44-44&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|1 Korintiërs 15:44]].)) 
  
 En in zijn evangelie spreekt Johannes over een lichaam waarvoor gesloten deuren geen belemmering zijn en dat je toch aan kunt raken.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=43&cs-bijbelhoofdstuk-2=20&cs-versnummer-3=24-28&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Johannes 20:24-28]].)) En in zijn evangelie spreekt Johannes over een lichaam waarvoor gesloten deuren geen belemmering zijn en dat je toch aan kunt raken.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=43&cs-bijbelhoofdstuk-2=20&cs-versnummer-3=24-28&cs-bijbelvers_v2-4=&search=Zoeken|Johannes 20:24-28]].))
Regel 584: Regel 592:
 Op de berg Sinaï spreekt God opnieuw iets uit. Dat zijn de tien //dəvarīm//, de Tien Woorden uit Exodus 20. Daar vind je de frase “//wà-jomèr èlohīm//”, ’en God spreekt uit’, níet. Wél vind je de woorden //Èlohīm//, ‘God’ en //amàr//, ‘uitspreken’ in het inleidende zinnetje. Op de berg Sinaï spreekt God opnieuw iets uit. Dat zijn de tien //dəvarīm//, de Tien Woorden uit Exodus 20. Daar vind je de frase “//wà-jomèr èlohīm//”, ’en God spreekt uit’, níet. Wél vind je de woorden //Èlohīm//, ‘God’ en //amàr//, ‘uitspreken’ in het inleidende zinnetje.
  
-De Tien Woorden zijn dus ook scheppingswoorden. Hiermee wordt echter niet de wereld geschapen, maar de mens.+De Tien Woorden zijn dus óók scheppingswoorden. Hiermee wordt echter niet de wereld geschapen, maar de mens.
  
 Volgens Weinreb zegt God in de Tien Woorden wie de mens eigenlijk is. En door dat uit te spreken, schept Hij hem ook.((Zie Weinreb, F (1976) //De Bijbel als Schepping//, p. 486.)) Volgens Weinreb zegt God in de Tien Woorden wie de mens eigenlijk is. En door dat uit te spreken, schept Hij hem ook.((Zie Weinreb, F (1976) //De Bijbel als Schepping//, p. 486.))
Regel 594: Regel 602:
 {{  2_10tallen.png?655  }} {{  2_10tallen.png?655  }}
  
-Die twee tientallen zijn niet zomaar wat woorden. Het zijn Góddelijke woorden, woorden waarmee God iets uitdrukt van Zichzélf. En wat die woorden scheppen, zijn ook niet zomaar wat schepsels. Het zijn schepsels die iets uitdrukken van Gods woorden, die daar een blauwdruk van zijn.+Die twee tientallen zijn niet zomaar wat woorden. Het zijn Góddelijke woorden, woorden waarmee God iets uitdrukt van zichzélf. En wat die woorden scheppen, zijn ook niet zomaar wat schepsels. Het zijn schepsels die iets uitdrukken van Gods woorden, die daar een blauwdruk van zijn.