Site-hulpmiddelen

Gebruikershulpmiddelen


Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
dewoningvangod [2014/02/03 13:00] josquakdewoningvangod [2015/11/02 15:21] (huidige) josquak
Regel 1: Regel 1:
-======Op weg naar de eenheid======+======De woning van God======
  
  
-=====1. Terugkeren=====+=====1. Inleiding=====
  
-Aan het einde van het Bijbelboek [[hetboek_exodus|Exodus]] wordt tot in het detail beschreven hoe een bepaalde tent eruit ziet en welke voorwerpen daarin staanDe tent staat midden in een tentenkamp van Israëlieten die haar als de woning van hun [[isgoddood|God]] beschouwen.+Iets over de helft van het Bijbelboek [[hetboek_exodus|Exodus]] begint een Bijbelgedeelte waar zelfs de nieuwsgierigste Bijbellezers afhakenDaar begint namelijk een hoofdstukken lange beschrijving van een tent die in veel vertalingen de “tabernakel” wordt genoemd.
  
-Het [[hethebreeuws|Hebreeuwse]] woord voor die tent is //misjkan//In het document [[dewoningvangod|De woning van God]] heb ik die //misjkan// met alles erop en eraan beschrevenBij nader inzicht bleek het niet om een nomadentent van een nomadengod te gaanmaar om een voorstelling van wie wij mensen ten diepste zijn en van de wereld waarin dat diepste zelf leeft.+Alles waaruit de tent bestaat of wat in de tent staat, wordt daar tot in detail beschrevenHoe lang, breed en diep alles is, uit welk materiaal het bestaat, hoe het er uitziet, enzovoort. Haakjes, lusjes, versiersels, alles passeert de revueEn als de verteller eindelijk klaar is met zijn beschrijving van de tentbegint hij met het beschrijven van de kleren van de priesters die in de tent dienst doen.
  
-Die wereld is niet de wereld waar wij normaal gesproken in levenIn díe wereld bestaat alles uit tegenstellingen+Exodus is het tweede van de vijf boeken van de [[dethorah|Thorah]], het hart van de [[dehebreeuwsebijbel|Hebreeuwse Bijbel]], het heilige boek van de jodenExodus is dus niet zomaar een boek. Net als de rest van de //Thorah// bevat het de woorden van [[isgoddood|God]] zelfWaarom gaat het daar dan hoofdstukken lang over een tent?
  
-Zonder tegenstellingen kunnen wij niet eens denken. Volgens de [[dehebreeuwsebijbel|Hebreeuwse Bijbel]], het boek waar ook Exodus deel van uit maaktzijn al die paren echter afsplitsingen van iets wat één isDie éénheid noemt zij “God” en het splitsingsproces noemt zij “schepping”Een schepping die pas af is als alles ook weer terugkeert naar de éénheid, naar God.+God vindt het blijkbaar erg belangrijk want Hij laat [[dethorah#2. De schrijver van de Thorah|Mozes]], de schrijver van de //Thorah//speciaal bij zich komen om hem al die details mee te delenDe tent met al zijn onderdelen moet precies gemaakt worden zoals God het wilIn hoofdstuk 25 t/m 31 van het boek Exodus beschrijft Hij dat alles daarom aan Mozes.
  
-Als wij mensen naar God terugkerenverandert onze innerlijke structuurEr zijn drie fasen van veranderingDeze fasen komen overeen met de drie niveaus van de woning van God, namelijk:+En alsof dat nog niet genoeg iswordt in hoofdstuk 35 de draad opnieuw opgepaktDaar wordt t/m hoofdstuk 40, het laatste hoofdstuk van het boek, beschreven hoe twee volksgenoten van Mozes alles volgens die aanwijzingen makenAlle details van de hoofdstukken 25 t/m 31 passeren dan opnieuw de revue.
  
-  - De [[dewoningvangod#7. De voorhof|Voorhof]]. +Als alles klaar iskomt God omhuld door een wolk de tent binnen om er in te wonen.
-  - Het [[dewoningvangod#6. De rest van de misjkan|Heilige]]. +
-  - Het [[dewoningvangod#5. Het voorhangsel|Heilige van de heiligen]]waar de [[dewoningvangod#4. De àrōn|àrōn]] staat.+
  
-De //àrōn// is het voorwerp waar de [[detienwoorden|Tien Woorden]] in liggen, de woorden die uitdrukken wie de mens eigenlijk isOp die plek zijn wij weer één geworden. Op die plek zijn wij weer terug bij God.+De wolk blijft daar tot hij zich in hoofdstuk 10:11 van het boek [[hetboek_numeri|Numeri]] plotseling opheft. Als dat gebeurtbreken Mozes en de Israëlieten hun tentenkamp meteen opDe Levieten, de hulpjes van de priesters, halen de onderdelen van de tabernakel uit elkaar en nemen alles mee op hun tocht.
  
-Maar hoe komen we daar?+De wolk trekt met de stoet weer mee, tot hij plotseling ergens weer stilstaat. Dat wordt dan de volgende halteplaats. Zo trekt het volk 40 jaar door de woestijn tot ze eindelijk bij het land komen dat God hen beloofd heeft. 
  
-Over de weg naar de éénheidde weg naar God, gaat het Bijbelboek dat op Exodus volgt, namelijk [[hetboek_leviticus|Leviticus]]. In dat boek wordt beschreven hoe je tot God kunt naderen. Je doet dat met je //qorban//. //Qorban// is afgeleid van //qaràv//wat ‘naderen’ betekent.+Wij, [[watispremodern_modern_postmodern#3. Wat is modern?|moderne]] en [[watispremodern_modern_postmodern#5Wat is postmodern?|postmoderne]] mensen hebben vaak al moeite om te geloven in een God, maar bij een God die in een tent woont en gehuld in een wolk met een stelletje nomaden meetrekthaken we helemaal af.
  
-De laatste letter van het woord //qorban// is een [[50_noen|noen]]. De [[hethebreeuws#2.2. Het getal|getalswaarde]] van de //noen// is 50. 50 is het getal van de andere wereld, de wereld van God. //Qorban// zou je dus kunnen vertalen als ‘dat wat de wereld van God nadert’.+Wat doen al deze zaken in het hart van het boek dat aan de basis staat van onze westerse cultuur? Betekenen die details überhaupt nog wat? En zo ja, wat moeten wij anno 2013 dan met deze informatie?
  
-In vertalingen wordt meestal gesproken van een offer. Je denkt dan al gauw aan een nomade die een dier naar een priesterfiguur brengtdie het dier voor hem slachtop een altaar legt en in brand steekt.+In dit document probeer ik deze vragen te beantwoorden. Daarvoor ga ik niet uit van de beelden die de vertaling bij ons oproeptmaar raadpleeg ik het [[hethebreeuws|Hebreeuws]]de taal waarin deze teksten oorspronkelijk geschreven is
  
-//Qorban// is echter iets wat ons allemaal aangaat. Niet voor niets wordt al in het tweede vers van Leviticus over dé mens gesproken.  
  
-Het Hebreeuwse woord voor dé mens is //Adam//. //Adam// komt van //damah// wat ‘lijken op’. //Adam// zou je kunnen vertalen als ‘ik lijk op’.  
  
-Waar lijkt hij op? Op God. In  [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Genesis+1%3A26&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Genesis 1:26]] staat namelijk dat God ons, mensen, in Zijn beeld heeft geschapen. Wij zijn dus wezens die God weerspiegelen. Diep in ons is iets wat dat doet. De [[weinrebendejoodseoverlevering|Joodse Overlevering]] noemt dat de  //nəsjamah//. Deze //nəsjamah// is wat wij eigenlijk zijn. +=====2. Een God die afdaalt=====
  
-Dát is //Adam//, dé mens.  Deze mens gaat hier zijn “dier” naar de woning van God gaat brengen. Dat “dier” is  alles in ons dat te maken heeft met ons “leven hier”, ons leven in deze wereld. Het is ons lichaam en onze psyche. Normaal gesproken denken wij dat wij dát zijn, dat wij ons lichaam en onze psyche zijn. De Joodse Overlevering noemt dat echter ons “dier”. +Onze voorouders hebben eeuwenlang gelooft in een wezen dat:
  
-In Gods woning gaat er een heleboel met dat “dier” gebeurenIn dit document wil ik daarover schrijven+  - Te verheven is om contact met ons te hebben. 
 +  - Zo dichtbij kan komen dat dit contact toch tot stand komt.
  
-De Bijbelse stof voor dat alles vind je vooral in hoofdstuk 1 t/m 7, 8 t/m 10, 16, 21 en 22 van het boek [[hetboek_leviticus|Leviticus]]Al deze hoofdstukken zal ik in het document behandelen. Ik ga daarbij niet uit van de beelden die de vertaling bij ons oproept, maar van het [[hethebreeuws|Hebreeuws]], de taal waarin deze teksten oorspronkelijk geschreven zijn.+Dit tegenstrijdige Wezen noemden zij God.((Zie [[isgoddood#1Inleiding|Inleiding]].))
  
 +Ook de [[weinrebendejoodseoverlevering#3. De Kabbala|Kabbalisten]] geloven in Gods tegenstrijdigheid.
  
 +Aan de ene kant noemen ze Hem //Ain Sof//, ‘de Grenzeloze’ waar we ons zelfs geen voorstelling van kunnen maken. Aan de andere kant geloven ze dat datzelfde wezen naar ons kan afdalen. Dat doet Hij via //səfiroth//, via ‘getallen’. Geen getallen die je op en af kunt trekken, maar getallen die het wezen van de schepping uitdrukken.
  
-=====2. Qorban=====+In het boek Exodus daalt God ook af. Daar daalt Hij af op de berg Sinaï. Omdat Hij dat doet, kan Mozes samen met zijn leerling Jozua naar Hem opklimmen.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=24&cs-versnummer-3=13-18&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 24:13-18]].))
  
-Er zijn verschillende manieren om bij God te komenDe Bijbel noemt al die manieren //qorban//:+Het Hebreeuwse woord voor opklimmen is //’alah//. //’Alah// betekent ‘opstijgen’. Hetzelfde woord wordt gebruikt voor een geofferd dier, waarvan de rook opstijgt naar God. //’Alah// is dus een aanduiding voor iets dat, of iemand die, opstijgt naar God. Dat kan ook iets geestelijks zijn.
  
-  - //‘Olah//.((Zie hoofdstuk [[opwegnaardeeenheid#3. ‘Olah met runderen en kleinvee|3]] en [[opwegnaardeeenheid#4. ‘Olah met vogels|4]].)) +Mozes en Jozua gaan een wolk in die de berg bedekt
-  - //Minchah//.((Zie hoofdstuk [[opwegnaardeeenheid#5. Minchah|5]].)) +
-  - //Zèvach hà-sjəlamīm//.((Zie hoofdstuk [[opwegnaardeeenheid#6. Zèvach hà-sjəlamīm|6]].)) +
-  - //Asjam// en //chàtāth//.((Zie hoofdstuk [[opwegnaardeeenheid#7. Asjam en chàtāth|7]].))+
  
-Bij de //eerste//, de //derde// en de //vierde// manier gaan mensen met hun dier naar de woning van God.+Het Hebreeuwse woord voor ‘wolk’ is //‘ənan////‘Ənan// is verwant met //‘anah//, wat ‘antwoorden’ betekent. In de wolk geeft God het tweetal dus een antwoord. Geen antwoord waar je met je verstand of je gevoel iets mee kunt. Het antwoord dat God hier geeft, is bedoeld voor je //nəsjamah//, het gedeelte van je ziel die van God zelf komt, die God weerspiegelt.
  
-Zoals ik al schreefstaat de mens voor ons diepste wezen en het dier voor ons lichaam en onze psycheIn de Bijbeltekst wordt gesproken over verschillende soorten dieren:+Daarin de wolk, toont God Mozes en Jozua een ontwerp van de plek waar God wil wonenDeze plek is de //misjkan//, de ‘woning’ die in veel vertalingen “tabernakel” genoemd wordt.
  
-  - Runderen. +//Misjkan// is verwant aan //Sjəchīnah////Sjəchīnah// is de Moederlijke kant van Godde kant van God die zich afscheidt van Gods Vaderlijke kant om bij ons, mensente zijn
-  - Kleinveenamelijk schapen en geiten. +
-  - Vogelsnamelijk tortelduiven en jonge duiven.+
  
-Deze dieren staan voor verschillende hoedanigheden van ons lichaam en onze psycheDeze hoedanigheden zal ik verderop in het document bespreken. +Door de //Sjəchīnah// kan God in ons midden wonenDoor de //Sjəchīnah// vormt God ons centrum.
--- +
-Bij de //tweede// manier gaat onze psyche zélf op weg naar God. Die psyche neemt een product van tarwe mee. Dit product gaat gepaard met olijfolie en wierook. Dit plantaardige materiaal staat voor onze psyche wanneer die in harmonie is met ons diepste wezen. Ook dat zal ik verderop in het document bespreken.+
  
-Al deze planten en dieren zijn de onderdelen van onszelf die wij tot God, tot de éénheid brengen.+De //misjkan// is dus geen heilige tent van primitieve nomaden. De //misjkan// is het wonen van God in ons mensen en tussen ons mensen. Ook nu is die //misjkan// erof we dat beseffen of niet.
  
-Zonder de priester is dat alles dat niet mogelijk. De priester zorgt er namelijk voor dat al deze onderdelen op de juiste manier bij God komen. 
  
-Het Hebreeuwse woord voor priester is //kohen//, wat ‘als hen’ betekent. “Hen” zijn de engelen.((Weinreb, F, //De hogepriester Aharon//, p. 7.)) Engelen zijn in de Bijbel boodschappers tussen onze wereld en Gods wereld. Zij zorgen ervoor dat die werelden met elkaar in contact komen. Priesters doen iets dergelijks. Zij brengen dat wat wij in onze wereld zijn namelijk in contact met God. 
  
-Behalve de //kohen//, de ‘priester’, is er ook nog de //kohen gadol//, de ‘grote priester’. Deze grote priester brengt dat wat wij in onze wereld zijn nog dichter bij God dan de gewone priester.+=====3De misjkan=====
  
-In het boek Leviticus en de rest van de [[dethorah|Thorah]] is de grote priester Aäron en zijn de gewone priesters zijn zonen. 
  
-Meer over deze priesters vind je in hoofdstuk [[opwegnaardeeenheid#8De bemiddelaars|8]].+====3.1De schepping====
  
 +Volgens [[weinrebenwaarheid|Friedrich Weinreb]] is heel de schepping een //misjkan//
  
 +In de Bijbel staat dat alles wat we kunnen zien, horen, voelen en bedenken door God geschapen is. 
  
-=====3‘Olah met runderen en kleinvee=====+Het Hebreeuwse woord voor scheppen is //bara////Bara// bestaat uit de letters [[2_beth|bēth]], [[20_resj|rēsj]] en [[1_alef|alèf]]. De [[hethebreeuws#2.2. Het getal|getalswaarde]] van de //bēth// is 2, de getalswaarde van de //rēsj// is 200 en de getalswaarde van de //alèf// is 1.
  
 +De 2 en de 200 staan allebei voor de tweeheid.((Zie [[hethebreeuws#2.3. Eenheden, tientallen en honderdtallen|Eenheden, tientallen en honderdtallen]].)) 
  
-====3.1Runderen en kleinvee====+Alles wat wij kennen wordt gekenmerkt door de “tweeheid”Tegenover elk verschijnsel staat namelijk een tegenpool. God zelf is de éénheid. Daarom gaat Hij ons bevattingsvermogen te boven. Uit die éénheid komen al deze tegengestelde paren voort. Dat gebeurt door splitsing. Zo ontstaat de hele schepping
  
-De //eerste// manier om God te naderen is //’olah//.+Toch is die schepping pas af als ze weer terugkeert naar de éénheid waar ze vandaan komt. Daar staat de //alèf// voor.
  
-//’Olah// wordt vaak met “brandoffer” vertaaldmaar dan denk je waarschijnlijk meteen aan een nomadisch dierenofferHier wil ik het echter hebben over iets wat in jezelf plaatsvindt.+Ook die terugkeer wordt uitgedrukt in de //misjkan//. In die //misjkan// brengt de mens namelijk alles weer terug naar God.((Zie WeinrebF (1976) //Korban//, p169, 171)).
  
-//’Olah// is verwant met //‘alah//, wat ‘opstijgen’ betekent. Volgens [[weinrebenwaarheid|Friedrich Weinreb]] is //’olah// ons verlangen om de aarde met de hemel te verbinden, om onze wereld te koppelen aan de wereld van God.((Zie Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 93.)) 
  
-Volgens het boek Leviticus kan //‘olah// met verschillende dieren plaatsvinden. 
  
-Ten //eerste// met runderen.+====3.2. De zoon====
  
-Een “rund” is alles in jezelf dat een “afgod” kan wordenEen afgod is dat wat je in plaats van God zélf in het middelpunt van je leven plaatst+In de Bijbel wordt een mens soms een zoon van God genoemdHet Hebreeuwse woord voor zoon is //ben//. //Ben// is verwant met //banah//, wat ‘bouwen’ betekent
  
-Het Hebreeuwse woord voor rund, //baqar//, is verwant met //baqàr//, wat ‘toezicht houden op, onderzoeken van’ betekent+Zoon heeft dus met bouwen te maken. In dit geval met het bouwen van de //misjkan//.
  
-Het rund heeft dus te maken met je verstand, met de manier waarop je redeneert en de manier waarop je de dingen bekijkt. Als je alleen maar afgaat op jouw manier van redeneren en jouw manier van kijken naar de dingen wordt dat je “afgod”.((Zie Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 12,13.))+Op de berg laat God Mozes een uitbeelding van die //misjkan// zien.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=25&cs-versnummer-3=8-9&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 25:8,9]].)) 
  
-//’Olah// kan ten //tweede// ook plaatsvinden met kleinveeofwel schapen en geiten.+Het Hebreeuwse woord voor uitbeelding is //thàvnīth////Thàvnīth// is afgeleid van //ben//, wat ‘zoon’ betekent. Aan het begin en het einde van //thàvnīth// staat een [[400_thaw|thaw]]. Het [[hethebreeuws#2.4. Het beeld|beeld]] van de //thaw// is het kruis. Dat kruis staat voor de verlating van God. //Thàvnīth// is dus de zoon die verlaten is door zijn Goddelijke Vader
  
-“Kleinvee” is alles in jezelf waar je voor moet zorgen. Kleinvee is afhankelijk van iets anders. Als je er niet voor zorgt, gaat het dwalen en komt van alles tegen dat het als een “afgod” zou kunnen gaan vereren.((Zie Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 13.))+Juist die verlaten zoon beeldt uit hoe de //misjkan// eruit moet zien.
  
  
  
-====3.2Drie voorwaarden====+====3.3Makers en gevers====
  
-Je //nəsjamah//, je diepste wezen, gaat dat alles echter naar God brengen. Ze gaat je “rund”, je verstand, in aanraking brengen met Dat wat dat verstand te boven gaat en ze gaat je “kleinvee” brengen naar een Herder die in staat is om ervoor te zorgen.+Aan de hand van de //thàvnīth// wordt de //misjkan// gemaakt
  
-Voor ze op pad gaat, moet ze op drie dingen letten:+De tekst noemt twee mensen die dat werk tot stand zullen brengen. De eerste is  //Bətsàlel//.
  
-Ten //eerste// moet dat “rund” of dat “kleinvee” mannelijk zijnIn de Bijbel staat het mannelijke voor de verborgen kant van de dingen. Je lichaam en je psyche hebben ook zo’n verborgen kant. Deze kant moet je hier dus naar God brengen.+//Bətsàlel// kun je vertalen als ‘in het beeld van God’ Volgens de Bijbel is de mens geschapen in het beeld van God. 
  
-Ten //tweede// mag het geen gebrek hebben. Als je een probleem hebt, wil je er vanaf. Je hoopt dan dat God je daar van af zal helpenMaar dan heb je dus een réden om God op te zoekenHier moet je echter op weg gaan zonder dat het je wat op zal leveren.+Diep in ons is er iets dat van God komt, dat God weerspiegelt. Dat is de //nəsjamah//het gedeelte van je ziel dat God weerspiegeltVoor onze “gewone psyche” is die //nəsjamah// iets onbegrijpelijks, iets onbestaanbaarsToch kan ze daarmee in contact komen. Dat gebeurt door middel van de //roeàch//.
  
-Ten //derde// moet je //nəsjamah//, je diepste wezen, het helemaal zélf wíllenZe kan haar dier niet naar Gods woning brengenals ze door iets of iemand gepusht wordt.((Zie voor dit alles Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 16,17.))+God heeft //Bətsàlel// vervuld met Zijn //Roeàch//. Daardoor krijgt hij wijsheidinzicht en kennis om de //misjkan// en zijn onderdelen te maken.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=31&cs-versnummer-3=1-5&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 31:1-5]].))
  
 +Wijsheid, inzicht en kennis zijn vertalingen van de Hebreeuwse woorden //chochmah//, //thəvoenah// en //dà’àth//.
  
 +//Chochmah// is de wijsheid die alles als een éénheid ziet. //Thəvoenah// is afgeleid van //binah//. //Binah// is dat waardoor //chochmah// zich kan uiten. En //dà’àth//, komt uit //chochmah// en //binah// voort.
  
-====3.3Wat jij doet====+//Chochmah//, //binah// en //dà’àth// zijn de namen van drie van de hoogste //səfiroth//, ‘getallen’ waarmee God afdaalt naar onze wereldMet onze gewone analytische kennis heeft dit alles niets te maken.
  
-Als aan die voorwaarden voldaan is, kun je op pad gaan naar GodOp dat pad gaat er dan van alles met je “dier”, met je “leven hier”, met je leven in deze wereld, gebeuren.+In zijn werk wordt //Bətsàlel// geholpen door //Oholiav//.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=31&cs-versnummer-3=6-6&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 31:6]].)) //Oholiav// betekent ‘mijn tent (is) vader’.
  
-Twee dingen moet je zélf doen:+Je zou //Oholiav// ook kunnen vertalen als ‘mijn uitstraling (komt van) vader’. Vader staat hier dan voor God. Zowel //Bətsàlel// als //Oholiav// zijn dus mensen die God weerspiegelen.
  
-Eerst moet je met je hand op het hoofd van je “dier” steunenIk bedoel dan niet iets wat je hier zou kunnen filmen, maar iets wat van binnen bij je gebeurt+Het materiaal voor het maken van de //misjkan// komt van het volk zelfHet gaat hier om een vrijwillige gave. Ieder geeft dat wat zijn hart hem ingeeft.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=25&cs-versnummer-3=1-7&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 25:1-7]].))
  
-Het Hebreeuwse woord voor “hand” is //jad//. //Jad// kan ook ‘kracht’ betekenen. Een hand hebben is dus de kracht hebben om iets tot stand te brengen. Het Hebreeuwse woord voor “hoofd” is //rosj//. //Rosj// kan ook ‘totaal’ betekenen. In je hoofd is heel je lichaam al aanwezigJe hoofd is je lichaam in notendop.  +In het Hebreeuws is het hart een soort verstandNiet het gewone analytische verstandmaar verstand dat verbanden kan leggen.
-  +
-In dit geval is je “hand” dat wat je met je diepste wezen doet en het “hoofd van je dier” je hele leven hier. Dat hele leven hier geef je nu over aan God.((Zie WeinrebF (1976) //Korban//, p. 18,30.))+
  
-Vervolgens snij je de “kring” door. De “kring” is je bloedbaan. Ook dat moet je niet te letterlijk nemen. Het is geen bloederig ritueel waarin een rituele slager de halsslagader van een dier doorsnijdt.  
  
-Volgens de Bijbel is het bloed de drager van je //nèfèsj//, je psyche.(([[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Leviticus+17%3A11&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Leviticus 17:11]].)) Die psyche is geneigd om zich in haar eigen wereldje op te sluiten. Om bij God te komen, moet ze echter naar buiten komen. Dat gebeurt als de “kring” doorgesneden wordt.((Zie Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 22,23,30.)) 
  
-Dit alles vind plaats aan de [[dewoningvangod#7.2. Het offerdier|noordzijde van de voorhof]], het eerste niveau van de woning van God+=====4De àrōn=====
  
  
 +====4.1. De àrōn zelf====
 +
 +De beschrijving van de //misjkan// en zijn onderdelen begint met de //àrōn//.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=25&cs-versnummer-3=10-22&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 25:10-22]].)) De //àrōn// is het belangrijkste gedeelte van de //misjkan//. We beginnen dus met de kern.
  
-====3.4Wat de priester doet====+//Àrōn// wordt meestal vertaald als ‘ark’ of ‘kist’//Àrōn// is echter veel meer dan dat. //Àrōn// is verwant met //or//, wat ‘licht’ betekent. Licht is het eerste wat God geschapen heeft.
  
-Vanaf het moment dat je de “kring” doorgesneden hebt, heb je geen greep meer op wat er met je “leven hier”, met je leven in deze wereld, gebeurt. De priester neemt het dan over. Hij gaat aan het werk om je leven naar God te brengen.+De uitgang //–on// geeft aan dat het om iets kleins gaat. //Aron// zou je dus kunnen vertalen met ‘lichtje’
  
-Eerst brengt hij je bloed, je psyche, naar de hoeken van het [[dewoningvangod#7.3. Het offeraltaar|offeraltaar]] aan de zuidkant van de voorhof van de woning van God.+Eigenlijk gaat het hier echter om iets groots. //-On// bestaat uit de letter [[6_waw|waw]] en [[50_noen|noen]]. Het beeld van de //waw// is de haak. De //waw// verbindt dus iets. De getalswaarde van de //noen// is 50. Dit getal staat voor de andere wereld, de wereld van God. //Àrōn// is dus een licht dat verbonden is met de wereld van God.
  
-Het Hebreeuwse woord voor offeraltaar is //mizbeàch ‘olah//, wat de ‘slachtplek van het opstijgen’ betekent. Het offeraltaar is dus de plek waar je leven hier opstijgt naar God, waar je leven hier met God verbonden wordt. +De //àrōn// bestaat uit twee materialen:
  
-De hoeken van het offeraltaar staan voor het doorbreken van de gewone gang van de dingen. Als je bloed, je psyche, bij die hoeken komt, beleef je dingen die je nog nooit beleeft heb.((Zie Weinreb, F (1976//Korban//, p23-25,30 en Weinreb F (1976) //De Bijbel als Schepping//, p343, 344))+  - Boom of hout van (de) acacia. 
 +  Goud.
  
-Vervolgens wordt de huid van het dier afgestroopt+Het Hebreeuwse woord voor acacia is //sjitah//. //Sjitah// is verwant met //sjoet//, wat ‘met verachting behandeld’ betekent. //Sjitah// is ook verwant met //sjot//, wat ‘bestraft (met een gesel of zweep)’ betekent. Het gaat hier dus om hout, om een boom waarbij iets vreselijks gebeurt.
  
-Het Hebreeuwse woord voor “huid” is //’or//. //’Or// klinkt bijna hetzelfde als //or//wat ‘licht’ betekent. //Or//, licht, begint echter met een [[1_alef|alèf]] en //’or//, huid, met een [[70_ajin|’àjin]]. De //alèf// staat voor de éénheid en de //’àjin// voor de veelheid.+Zelf moet ik denken aan de boom van de kennis van goed en kwaadwaar de mens God en zichzelf kwijtraakte en aan het kruis waar [[wieisjezus|Jezus]] aan gehangen heeft.
  
-Volgens de Joodse Overlevering straalden de mensen toen ze nog in het paradijs waren licht uit. Nadat ze van de boom van de kennis van goed en kwaad gegeten hadden,((Zie [[hetboek_genesis#3.3. Het tweede scheppingsverhaal|Het tweede scheppingsverhaal]].)) verdween dat licht. Daardoor merkten ze dat ze naakt waren. Om die naaktheid te bedekken, gaf God hen een huid. Nu stonden ze echter niet meer in contact met de wereld van de éénheid maar met de wereld van de véélheid.((Meer hierover vind je in [[verdwijnenonzeinstituties#4.1. De alef en de ajin|De alef en de ajin]].))+Hier wordt dat hout echter overdekt met goudGoud is het zuiverste metaalHet staat voor het licht.
  
-Hier, bij het offeraltaar, wordt deze huid weggenomen. Zo wordt je klaargemaakt om weer in contact te komen met de éénheid, met God.((Zie Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 30,31.)) 
  
-Het afgestroopte dier wordt dan in stukken verdeeld. De éénheid die je leven hier tot nu toe had, is namelijk niet de éénheid die je leven voor God heeft. De éénheid van je leven hier is een geconstrueerde éénheid, een éénheid die je zélf gemaakt hebt. Die wordt hier nu ongedaan gemaakt. 
  
-Tenslotte worden het inwendige en de poten van het dier met water gewassen.+====4.2. Het deksel van de àrōn ====
  
-Het Hebreeuwse woord voor “inwendige” is //qèrèv//. //Qèrèv// is verwant met  //qaràv//, ‘naderen’. Het inwendige is dus alles in je leven hier dat tot God nadert.+Op deze //àrōn// ligt het //kàporèth//. //Kàporèth// komt van //kafàr//, wat bedekken’ en ‘uitboeten’ betekent. In vertalingen wordt de //kàporèth// vaak het “verzoendeksel” genoemd. Het gaat hier dus niet zomaar om een deksel, maar om iets dat een groot probleem oplost.
  
-Het Hebreeuwse woord voor “poten” is //kara’//. //Kara’// is verwant met //karà’//, wat ‘(de knieën) buigen, neerknielen’ betekentDe poten zijn dus alles in je leven hier dat kan buigen voor iets dat hoger is dan jezelf.+Het deksel is van puur goud en het vormt één geheel met twee puur gouden figurenDat zijn de cherubs
  
-Dat inwendige en die poten worden nu gewassen met waterIn de Bijbel staat water voor de tijd. Die tijd maakt je geschikt om op de juiste manier tot God te naderen+In het Hebreeuws staat er //kəroevīm//Dat woord begint met drie letters die te maken hebben met de tweeheidDe [[2_beth|bēth]] heeft de getalswaarde 2, de [[20_kaf|kaf]] heeft de getalswaarde 20 en de [[200_resj|rēsj]] heeft de getalswaarde 200. De uitgang //-īm// is een meervoudsuitgang
  
 +De cherubs staan dus voor de fundamentele tweeheid.
  
 +De cherubs komen ook in het [[hetboek_genesis#3.3. Het tweede scheppingsverhaal|tweede scheppingsverhaal]] uit het boek Genesis voor. Daar zijn het wezens die het paradijs bewaken, zodat Adam en Eva, de eerste man en de eerste vrouw er niet meer kunnen komen. Adam en Eva hadden gegeten van de boom van kennis van goed en kwaad en zich daarmee losgemaakt van God en Zijn éénheid. Sindsdien stuit de mens op zijn zoektocht naar de éénheid steeds op de tweeheid.
  
-====3.5Wat God doet====+In het deksel van de //àrōn// wordt echter iets onbestaanbaars uitgedruktDe cherubs vormen daar namelijk één geheel mee. In dat deksel worden zij verzoend, wordt hun breuk ongedaan gemaakt. De cherubs kijken dan ook naar dit deksel, want op die plek zijn zij één.
  
-Het afgestroopte dier wordt door de priester in stukken op het offeraltaar geschiktwaarna het vuur dat van God komt alles verbrandt.+De twee cherubs en het deksel vormen de mens op het hoogste niveaude mens zoals God hem bedoeld heeft.
  
-Water staat voor de langzame tijd, de tijd waarin wij leven, en vuur staat voor de bliksemsnelle tijd, de tijd waarin God leeft.((Meer hierover vind je in [[degrammaticavanhethebreeuws#4.2. De snelle tijd|De snelle tijd]] en de [[degrammaticavanhethebreeuws#4.3. De trage tijd|De trage tijd]].))+Elk van de cherubs heeft twee vleugels. Het Hebreeuwse woord voor vleugel is //kanaf////Kanaf// kan ook ‘hoek’ betekenenEen hoek is iets wat de gewone gang van zaken doorbreektJe komt dan ineens in een heel andere wereld terecht, net als met vleugels trouwens.
  
-In de tijd waarin wij leven worden we oppervlakkig gereinigd. In de tijd waarin God leeft worden we veel dieper gereinigdIn het laatste geval kunnen we niet meer blijven leven zoals we dat gewend waren. We leven dan in een andere wereld, in Gods wereld. Dat betekent het verbranden van het dier op het altaar.((Zie Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 275.))+De cherubs vormen elkaars spiegelbeeld. In het deksels zijn die spiegelende wezens één gewordenDe beide cherubs en het deksel vormen dus een drie-eenheid.
  
-De geuren die dan van dat dier omhoog stijgen, noemt de tekst een //rejàch nichowàch//, een ‘rustbrengende reuk’ voor God.+De spiegelende wezens staan voor de man en de vrouw op het hoogste niveau. Een man en een vrouw die samen het beeld van God vormen.
  
-//Rejàch//, ‘reuk’ is verwant aan //roeàch//, ‘geest’Die geest stijgt nu op uit ons leven hier en gaat Gods wereld binnenZo verbindt ze ons leven hier met God.+{{  chagall_hooglied.jpg?500 = |Dit litho heet “Hooglied” en is in 1975 gemaakt door Marc ChagallHet boek Hooglied gaat over de éénwording van de man en de vrouwRabbi Akiba noemde Hooglied het “Heilige van de heiligen” van de Hebreeuwse Bijbel  }}
  
-In de volgende twee afbeeldingen laat ik het hele proces van //‘olah// voor runderen en kleinvee nog eens de revue passeren+Op deze plek woont God.((Zie voor dit alles Weinreb, F (1972) //De Weg door de Tempel//, p. 218-220, 224, 225, 227-229.))
  
-In de eerste afbeelding beschrijf ik de stappen zoals ze in [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Leviticus+1%3A3-13&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Leviticus 1:3-13]] staan:+Op deze plek hoort Mozes de stem van God. Daar krijgt hij de inspiratie om de //Thorah/op te schrijven.
  
-{{  olah_1.png?550  }}+Op deze plek komt Mozes’ broer Aäron, de Grote Priester, éénmaal per jaar verzoening voor het volk brengen.
  
-In de tweede afbeelding maak ik de vertaalslag naar ons eigen leven: 
  
-{{  olah_betekenis_1.png?620  }} 
  
 +====4.3. Wat er in de àrōn ligt====
  
 +Onder het deksel, in de //àrōn// bevinden zich de twee stenen platen waarin God met zijn eigen vinger aan beide zijden de [[detienwoorden|Tien Woorden]] gegrift heeft. 
  
-=====4‘Olah met vogels=====+De Tien Woorden zijn het belangrijkste deel van de //Thorah//In deze woorden heeft God alles gezegd wat Hij wilde zeggen. Volgens Weinreb zegt God in deze woorden wie de mens eigenlijk is, wat zijn eigenlijke structuur is.((Weinreb, F (1976) //De Bijbel als Schepping//, p. 486.))
  
 +God heeft deze woorden zélf in de platen gegrift. Het Hebreeuwse woord voor griffen is //charàth//. //Charàth// is verwant met //cheroeth//, wat ‘vrijheid’ betekent. Juist daar waar God de structuur van de mens vastlegt is hij dus vrij.
  
-====4.1. Vogels====+De tekst van de Tien Woorden begint met de Hebreeuwse letter [[1_alef|alèf]]De getalswaarde van de //alèf// is de 1.
  
-Behalve //‘olah// met runderen en kleinvee is er ook //‘olah// met vogels+Het boek Genesis begint met de Hebreeuwse letter [[2_beth|bēth]]. De getalswaarde van de //bēth// is de 2. Alles in dat boek, van het eerste scheppingsverhaal tot het einde, staat in het teken van de tweewording. In de Tien Woorden komen de twee zaken weer bij elkaar en zo ook tot God.
  
-Vogels zijn dieren met vleugelsHet Hebreeuwse woord voor vleugel is //kanaf//. //Kanaf// betekent ook ‘hoek’. Eerder schreef ik dat de hoek voor het doorbreken van de gewone gang van de dingen staat. Met behulp van zijn vleugels, zijn hoeken, kan een vogel zich losmaken van de plek waar hij zich bevindt en een andere plek bezoeken. Zo overbrugt hij de scheiding tussen twee werelden.((Weinreb, F (1993) //Het mensbeeld in de Kabbala//, p. 20.))+De Tien Woorden staan op twee stenen platenDe eerste vijf woorden staan op de eerste plaat en de tweede vijf woorden staan op de tweede plaat.
  
-Traditioneel worden ook engelen voorgesteld als wezens met vleugelsJe kunt ze namelijk niet vastpinnen in deze wereld. Ze kunnen vrij heen en weer pendelen tussen de wereld van God en de wereld waarin wij mensen leven.+Volgens de //Zohar//, het belangrijkste boek van de [[weinrebendejoodseoverlevering#3De Kabbala|Kabbala]],  corresponderen de vijf woorden van de eerste plaat met de vijf woorden van de tweede plaat. De twee platen zijn dus eigenlijk één.((Sperling, Harry; Simon, Maurice; Levertoff, Paul P (vert) (1984) //The Zohar//, Volume III, p. 254-256.))
  
-Een vogel is datgene in jezelf dat diezelfde pendelbeweging wil maken.+Het Hebreeuwse woord voor plaat is //loeàch//. //Loeàch// is verwant met //làch//, wat ‘fris, groen’ betekent en //leàch//, wat ‘frisheid, (levens)kracht’ betekent
  
-Voor //‘olah// kun je twee soorten vogels gebruiken:+In onze wereld is alles wat dood is eeuwig en moet alles wat leeft sterven. Bij de platen is dit dilemma opgeheven. De platen staan voor het eeuwige leven, het leven dat van God zelf afkomstig is.
  
-  - De tortelduif. +Het materiaal waarvan de platen gemaakt zijn is steenOok dat is iets bijzonders. Het Hebreeuwse woord voor steen is //èvèn//. //Èvèn// is de combinatie van //av// en //ben//. //Av// betekent ‘vader’ en //ben// betekent ‘zoon’. //Èvèn// is dus de verbinding van de vader en de zoon.((Zie ook [[hetboek_exodus#1.3. De zonen van Israël|De zonen van Israël]].))
-  - De jonge duif.+
  
-Het Hebreeuwse woord voor tortelduif is //thōr//. //Thōr// is verwant met //thorah//. De //thorah// is de kern van de Hebreeuwse Bijbel. Een tortelduif is dus iets heel bijzonders. Het is een boodschap van God zelf.+In de Bijbel wordt God vaak Vader genoemdDeze Vader heeft hier een onverbrekelijke band met zijn zoon, zijn mens.
  
-Een tortelduif is een mens, die een boodschap van God is voor zijn omgeving.   
  
-Het Hebreeuwse woord voor jonge duif is //ben-jōnah//. Letterlijk betekent dat ‘zoon van een duif’. 
  
-Een duif is een vogel die uitgezonden wordt en weer naar zijn zender terugkeert, een vogel die weet dat hij hier niet thuishoort, dat zijn thuis bij zijn zender is.+=====5Het voorhangsel=====
  
-Een zoon van een duif is een mens die dat ook weet. Een mens die zich in dit leven niet thuisvoelt omdat hij ziek isof arm isof verdrukt wordt. Een mens die zich met als een vogel voelt opgejaagd of bang in zijn kooitje op de dingen wacht die komen gaan.+De plek waar de //àrōn// staatnoemt de Bijbel het //qodèsj hà-qadasjīm//het ‘heilige van de heiligen’.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=26&cs-versnummer-3=33-33&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 26:33]].))
  
-Zo iemand kan niet eens //‘olah// brengenDie is al blij als hij het leven door kan komenDaarom doet de priester het voor hem.((Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 40-45.))+//Qodèsj// komt van //qadàsj//, wat ‘afzonderen’ betekentHet gaat hier dus om iets bijzonders, iets dat niet “gewoon” is. Het //qodèsj hà-qadasjīm// is dan de allerbijzonderstemeest ongewone plek die er is.
  
 +Het is de plek waar de mens één is, de plek waar de mens zijn bestemming gevonden heeft bij de Ene.
  
 +Deze plek wordt afgeschermd door een voorhangsel. Het Hebreeuwse woord voor dit voorhangsel is //parochèth//. Dit woord heeft dezelfde letters als //kàporèth//, maar alleen in een andere volgorde.
  
-====4.2. Wat de priester doet en wat God doet====+//Kàporèth// was het deksel, dat de verzoening tussen de tegenstellingen uitdrukt//Parochèth//, het voorhangsel, verzoent twee plekken met elkaar, het //qodèsj hà-qadasjīm//, het ‘heilige van de heiligen’ en het //qodèsj//, het ‘heilige’. Tussen deze plekken hangt het namelijk.((Zie Weinreb, F (1972) //De Weg door de Tempel//, p. 218.))
  
-Eerst knijpt de priester met zijn nagel het hoofdje van het vogellijfje af.+Dat voorhangsel is een kleed, dat uit vier stoffen bestaat:
  
-Ook hier geldt dat je de beelden niet letterlijk moet nemenNet als bij //’olah// voor runderen of kleinvee gaat het hier om iets dat zich in jezelf afspeeltIn dit geval om iets dat zich in je afspeelt wanneer je je in dit leven hier niet thuisvoelt.+  - //Thəchelèth//, dat blauw is 
 +  - //Àrgaman//, dat paars is. 
 +  - //Thōlààth sjanī//dat rood is. 
 +  - //Sjesj//, dat wit is.
  
-Het Hebreeuwse woord voor nagel is //tsiporèn//. //Tsiporèn// is verwant met //tsipōr//, wat ‘vogel’ betekent. Ook is het verwant met //tsafàr//, wat ‘omkeren’ betekent.+De eerste drie stoffen zijn van dierlijk materiaal en de vierde stof van plantaardig materiaal.
  
-Door het hoofdje van het vogellijfje te knijpenbewerkstelligt de priester een ‘omkeer’ in je problematische levenHet hoofdje staat voor je hele levenDat hele leven brengt de priester in contact met het vuur van God, met Gods tijd dusVanaf dan is het Gods zaak. Je hoeft er zelf geen zorg meer voor te dragen.+Volgens de //Thorah// kunnen mensen geen kleding dragen waarin het dierlijke en het  plantaardige materiaal gemengd is,((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=5&cs-bijbelhoofdstuk-2=22&cs-versnummer-3=11-11&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Deuteronomium 22:11]].)) maar op deze plek is alles anders.
  
-Vervolgens drukt hij het vogellijfje tegen de wand van het offeraltaar, zodat het bloed eruit stroomt.+Stof van dierlijk materiaal staat voor ons gewone vlees en bloed. Dat geldt met name voor //thōlà’àth sjanī//, met de kleur die Weinreb “laag rood” noemt.
  
-Hij brengt het bloed dus niet bij de hoeken van het altaar. Dat hoeft niet, want er waren al hoeken in je levenJe had je vleugels waarmee je van de ene wereld in de andere kon gaan. Hij drukt het alleen tegen de altaarwand+Daarnaast is er dan //àrgaman//. Dat heeft een kleur die Weinreb “hoog rood” noemtDeze kleur staat voor het vlees en bloed van de koning, voor de mens die kan handelen.
  
-Het Hebreeuwse woord voor het uitdrukken van vocht is //matsah//. //Matsah// is verwant met //matsàh//, wat ‘ongezuurd brood’ betekent. De priester maakt hier dus eigenlijk “ongezuurd brood” van je leven.+Tenslotte heb je //thəchelèth//, de blauwe kleur. //Thəchelèth// is verwant met //thàchlīth//, wat ‘volkomen, beëindigd’ betekent. //Thəchelèth// is het lichaam van de mens die klaar is, die zijn doel hier heeft bereikt.
  
-Ongezuurd brood wordt ook brood van de armoede genoemdHet is het brood van degene die weet dat hij niets heeft en dat alles van de ander moet komen.((Zie [[hetboek_exodus#3. Een klein verschil|Een klein verschil]].)) Door de actie van de priester weet jij dat nu ook.+Stof van plantaardig materiaal staat voor het geestelijke lichaam, het lichaam van een geestelijk wezenHier gaat het om een kleed dat gemaakt is van //sjesj//.
  
-Je bloedje psychekomt vrij.+Dat is witte stof. In wit zijn alle kleuren één. Een mens met een wit kleed is een mens die één is geworden.((Zie voor dit alles ook Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 170, 175177178.))
  
-Als dat gebeurd is, verwijdert de priester de krop met wat er in zit en werpt dat naar de oostkant van het offeraltaar.+Op het voorhangsel in de //misjkan// komen cherubs voor.
  
-Het Hebreeuwse woord voor krop is //moerah//. //Moerah// is verwant met //màrah//wat ‘(af)spiegel(ing)’ betekent. Hetzelfde woord wordt gebruikt voor de spiegels van de vrouwen waarvan het [[dewoningvangod#7.4. Het wasvat|wasvat]] gemaakt is dat in dezelfde ruimte als het altaar staat.+Het voorhangsel hangt aan vier zuilen. Het Hebreeuwse woord voor zuil is //‘àmoed//. //‘Àmoed// is verwant met //’amàd// wat ‘(op)staan, standhouden’ betekent. Een //‘àmoed// is dus iets wat het lichaam van de mens kracht geeft.
  
-Met de krop wordt ook de inhoud verwijderd.+De zuilen zijn van hetzelfde materiaal gemaakt als de //àrōn//, namelijk acaciahout overdekt met goud.
  
-In het Hebreeuws staat er //notsah////Notsah// is verwant met //natsah//, wat ‘bestreden of verwoest worden, vereenzamen’ betekent. Als de zieke, de arme, de verdrukte voor de spiegel gaat staan, bevalt hem dat allerminst. Hij ziet dan iemand die de wereld liever kwijt dan rijk is.+Deze zuilen staan op voetstukkenHet Hebreeuwse woord voor voetstuk is // èdèn//, wat ‘fundament’ betekent.
  
-Als de priester de krop met inhoud weggooit, gooit hij dus eigenlijk het negatieve beeld weg dat de zieke, de arme, de verdrukte van zichzelf gekregen heeft. Hij gooit het aan de oostkant van het altaar, de kant van het verleden. De zieke, de arme, de verdrukte kan nu met een schone lei beginnen.+Hier is het fundament van zilver. Zilver verhoudt zich tot goud als de maan tot de zon. De maan heeft het licht niet van zichzelfmaar van de zon. Dit fundament om je staande te houden is dus ontvankelijk zijn voor het licht dat van buiten komt.
  
-Tenslotte scheurt de priester de vleugels van de vogel uiteentot het punt dat het los van elkaar zou kunnen komenHier vindt dus geen totale verdeling plaatszoals bij runderen en kleinvee. Het vogelleven heeft namelijk al iets van de heelheid die bij God past.+Ook in het Nieuwe Testament, het christelijke commentaar op de //Hebreeuwse Bijbel//wordt gesproken over het voorhangsel. Het gaat dan over het voorhangsel van de Tweede TempelAls [[wieisjezus|Jezus]] sterftscheurt dat voorhangsel van boven naar beneden.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=41&cs-bijbelhoofdstuk-2=15&cs-versnummer-3=37-38&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Marcus 15:37,38]].))
  
-Het vogellijfje wordt nu op het altaar gelegd. Daar komt het in contact met het vuur van Godofwel met Gods tijd.+De Nieuwtestamentische schrijver van de Hebreeënbrief noemt dat voorhangsel “Jezus’ vlees”.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=58&cs-bijbelhoofdstuk-2=10&cs-versnummer-3=19-20&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Hebreeën 10:19,20]].))
  
-Ook hier is weer sprake van een //rejàch nichowàch//, een ‘rustbrengende reuk’ voor God. Zoals ik al schreef is //rejàch//, ‘reuk’ verwant met //roeàch//, ‘geest’. Deze geest stijgt op uit het leven van de zieke, de arme, de verdrukte en gaat Gods wereld binnen. 
  
-In de volgende twee afbeeldingen laat ik alle stappen van //‘olah// voor vogels nog eens zien.  
  
-In de eerste afbeelding beschrijf ik de stappen zoals ze in [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Leviticus+1%3A14-17&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Leviticus 1:14-17]] staan:+=====6. De rest van de misjkan=====
  
-{{  olah_2.png?550  }} 
  
-In de tweede afbeelding maak ik de vertaalslag naar ons eigen leven:+====6.1. Inleiding====
  
-{{  olah_betekenis_2.png?620  }}+De rest van de //misjkan// is ook heilig, maar op een lager niveau als de plek waar de //àrōn// staat. Dit lagere niveau wordt het //qodèsj//, het ‘heilige’ genoemd.
  
 +In het //qodèsj// is de mens nog niet één, zoals in de plek waar de //àrōn// staat, maar hij is wel in harmonie.
  
 +Volgens de [[weinrebendejoodseoverlevering|Joodse Overlevering]] bestaat onze menselijke ziel uit drie delen:
  
-=====5Minchah=====+  - De //nəsjamah//
 +  - De //nèfèsj//
 +  - De //roeàch//.
  
 +De //nəsjamah// is het gedeelte van onze ziel dat God weerspiegelt. Het is iets dat we niet kunnen begrijpen of ervaren. Zij is afgestemd op de “wereld van God”.
  
-====5.1. Tarwemeelolijfolie en wierook====+Daartegenover staat de //nèfèsj//onze “gewone psyche”, het geheel van alles wat we denken, voelen en willen. Zij is afgestemd op “onze eigen wereld”. 
  
-De //tweede// manier om God te naderen is //minchah//. +Dan is er nog de //roeàch//. Dat is dat wat de //nəsjamah// en de //nèfèsj// met elkaar in contact brengt.
  
-In vertalingen wordt gesproken van een “spijsoffer”, een “graanoffer” of een “meeloffer”. Het gaat hier dus om iets plantaardigs.+In het //qodèsj// zijn deze drie met elkaar in harmonie 
  
-//Minchah// is verwant met //menoechah//, wat ‘rust(en)’ betekent. In tegenstelling tot dieren hoeven planten nergens heen. Ze blijven waar ze zijn. Hun leven is voltooid. Ze zijn in “rust”.+In dat //qodèsj// staan drie voorwerpenElk van deze drie voorwerpen staat voor een deel van de ziel:
  
-//Minchah// wordt niet naar de woning van God gebracht door Adam, door de mens, maar door de //nèfèsj//, de psycheDe psyche is daar alleen toe in staat als ze eerst zelf bij God gebracht is, als het kringetje waarin ze normaal gesproken rondcirkelt doorbroken is.+  - De tafel met de broden staat voor de //nèfèsj//
 +  - De kandelaar staat voor de //nəsjamah//. 
 +  - Het altaar voor de wierook staat voor de //roeàch//.
  
-//Minchah// bestaat uit de volgende onderdelen:+Elk van die voorwerpen staat aan een andere kant van de ruimte.
  
-  - Tarwemeel. 
-  - Olijfolie. 
-  - Wierook. 
  
-Deze onderdelen komen ook voor in het //Heilige//, het tweede niveau van de woning van God: 
  
-  - Het tarwemeel is de grondstof voor de broden, die op de [[dewoningvangod#6.2. De tafel met de broden|tafel]] aan de noordzijde van het //Heilige// liggen. +====6.2. De tafel met de broden====
-  - De olijfolie is de brandstof voor de [[dewoningvangod#6.3. De kandelaar|kandelaar]], die aan de zuidzijde van het //Heilige// staat. +
-  - De wierook wordt verbrandt op het [[dewoningvangod#6.4. Het wierookaltaar|wierookaltaar]], dat aan de oostzijde van het //Heilige// staat.+
  
-Elk van deze onderdelen staat voor een onderdeel van je eigen ziel:+De tafel met de broden((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=25&cs-versnummer-3=23-30&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 25:23-30]].)) staat in het //qodèsj// aan de noordkant.
  
-  - Het tarwemeel staat voor je //nèfèsj//, je psyche. +In de Hebreeuwse Bijbel hebben alle windrichtingen een betekenis.((Zie [[hethebreeuws#3.3. Bijbelse windrichtingen|Bijbelse windrichtingen]].)) Het noorden is de kant waar het nacht isIn de nacht slapen wijHet noorden is dus de kant van de onwetendheid.
-  - De olijfolie staat voor je //nəsjamah//, je diepste wezen. +
-  - De wierook staat voor je //roeàch//, je geest, die je psyche en je diepste wezen met elkaar verbindt.+
  
-In het //Heilige// zijn deze drie delen van je ziel in harmonie.((Zie [[dewoningvangod#6De rest van de misjkan|De rest van de misjkan]].))+Het noorden is ook de kant van onze //nèfèsj//, onze psyche. Normaal gesproken denkt die psyche echter dat ze klaarwakker is, dat ze van alles weet en voeltOm dat te kunnen, moet ze de dingen echter ontleden, uit elkaar trekkenZe kent dus alleen de brokstukken, niet de dingen zelf. Hier in het //qodèsj// beseft onze //nèfèsj// dat.
  
-Hetzelfde geldt voor //minchah//.+Op de tafel liggen broden. Brood staat voor alles wat je hier in deze wereld meemaakt
  
-Het tarwemeel voor //minchah// wordt gebakken tot ongezuurd broodDat brood kan verschillende vormen hebbenHet is brood dat op verschillende manier in contact gebracht wordt met de olijfolie.+In de [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Statenvertaling|Statenvertaling]] worden het “toonbroden” genoemdIn het Hebreeuws heten ze //lèchèm hà-panīm//,brood (van) het gezicht’Ze worden namelijk vóór de plek gelegd waar God is.
  
-Steeds is er echter sprake van de drie onderdelenSamen staan ze voor je ziel die in harmonie is.+Het gaat om twaalf broden. “12” is het getal van de stammen, de clans, van het volk IsraëlVolgens [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=3&cs-bijbelhoofdstuk-2=24&cs-versnummer-3=5-6&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Leviticus 24:5,6]] liggen ze als twee stapels van zes broden op tafel. Even getallen kun je altijd door tweeën delen. Van éénheid kan dan geen sprake zijn.
  
 +Ook onze //nèfèsj// kan de éénheid niet bereiken. Daarom kan ze nooit echt antwoord op zijn vragen vinden.((Zie Weinreb, F (1972) //De Weg door de Tempel//, p. 223, 224.))
  
 +Als kant van de //nèfèsj// is het noorden ook de kant van onze wereld. In onze wereld wisselt alles steeds. Ook de broden worden hier daarom steeds vervangen door nieuwe broden.
  
-====5.2Minchah en de priester====+Het gaat hier om ongezuurde brodenDat wordt ook wel het brood van de armoede genoemdEen arme beseft dat hij zelf niets heeft, dat alles van de ander moet komen.((Meer over ongezuurde broden kun je vinden in de [[hetboek_exodus#3.3. Een klein verschil|volgende paragraaf]].))
  
-Als je het kringetje waarin je psyche gewoonlijk ronddraait open maakt, kan die vrijgemaakte psyche deze onderdelen bij de priester brengen.+Hier in het //qodèsj// beseft onze //nèfèsj// dat alles van God moet komen.
  
-De priester neemt daar een greep uit met zijn hand.  
  
-Een hand wordt gekenmerkt door een tegenstelling. Aan de ene kant heb je de duim en aan de andere kant de vier andere vingers. Weinreb noemt dit de 1 – 4 verhouding.((Zie Weinreb, F (1976) //De Bijbel als Schepping//, p. 35-42.)) De 1 staat voor Gods wereld en de 4 staat voor onze wereld.((Zie [[hetboek_genesis#3.3. Het tweede scheppingsverhaal|Het tweede scheppingsverhaal]] en [[10_jod#7. Het geheim van het doen|Het geheim van het doen]].)) Door een greep uit het door ons meegebrachte //minchah// te nemen, brengt de priester deze werelden bij elkaar.  
  
-Daarna legt hij dat //minchah// op het offeraltaar waar het in contact komt met het vuur van God en daarmee met de wereld van God.+====6.3. De kandelaar====
  
-Bij dit alles mag het zout niet ontbrekenZonder zout kan er bederf plaatsvindenZout staat voor het onveranderlijkeDit onveranderlijke is een kenmerk van Gods wereld.+Aan de zuidkant van het //qodèsj// staat de kandelaar.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=25&cs-versnummer-3=31-39&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 25:31-39]].))
  
-De rest van het door ons gebrachte //minchah// eet de priester zelf op//Minchah// staat voor onze ziel die in harmonie is. Eten van dat //minchah// staat voor het in zich opnemen van die ziel.((Over “eten” vind je meer in [[hetboek_exodus#3.3. Een klein verschil|Een klein verschil]].)) Door onze ziel in zich op te nemenmaakt de priester er intensief contact mee.+Het zuiden is de kant waar de zon het hoogst staat. Op dat moment zijn wij wakker. Het zuiden is dus de kant van het weten. Echte kennis is kennis van de éénheidDeze kennis hoort bij onze //nəsjamah//het deel van de ziel dat van de Enevan God komt.
  
-In [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Leviticus+2%3A1-13&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Leviticus 2:1-13]] wordt over //minchah// geschreven.+Het Hebreeuwse woord voor kandelaar is //mənōrah//. //Mənōrah// komt van //ner//, wat ‘licht’ betekent.
  
-Zoals ik al schreef, volgt //minchah// op //’olah//Eerst openen we zelf de kring van onze //nèfèsj//, onze psyche. Dan brengt de priester deze //nèfèsj//, die nu in harmonie is met ons diepste wezen, in contact met God.((Zie Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 55, 56.))+De kandelaar heeft een schacht in het midden en 2 x 3 armen aan weerszijdenDe schacht in het midden geeft de 2 x 3 armen het antwoord.
  
-{{  olah_minchah.png?600  }}+Volgens Weinreb staan de zes armen voor de zes gewone weekdagenDe schacht staat voor de zevende dag, de //sjabbàth//, de dag dat alles klaar is. Als je beseft dat alles al klaar is, kun je de weg naar de éénheid afleggen.((Zie Weinreb, F (1972) //De Weg door de Tempel//, p. 221, 223, 224.))
  
 +Als kant van de //nəsjamah// is het zuiden ook de kant van Gods wereld. In de wereld van God is alles blijvend. Daarom brandt de kandelaar altijd. 
  
 +De brandstof voor de kandelaar is olijfolie.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=27&cs-versnummer-3=20-21&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 27:20,21]].)) Met deze olie wordt de Messias, de verlosser, gezalfd. //Masjīàch//, het Hebreeuwse woord voor Messias, betekent zelfs ‘gezalfde’.
  
-=====6Zèvach hà-sjəlamīm=====+Het Hebreeuwse woord voor olie is //sjèmèn////Sjèmèn// is verwant aan //sjəmonèh//, wat ‘acht’ betekent. “Acht” is het getal van de andere wereld, van de wereld van God.
  
 +De Messias is iemand van de wereld van God.
  
-====6.1Als je niets meer mist====+De  kandelaar ziet eruit als een bloeiende amandelboomVolgens de Joodse Overlevering is de amandel de achtste vrucht, de vrucht van de wereld van God.((Zie Weinreb, F (1983) //Gedragsonderzoek//, p. 4.))
  
-De //derde// manier om God te naderen is //zèvach hà-sjəlamīm// 
  
-//Zèvach hà-sjəlamīm// betekent letterlijk ‘het slachtmaal (van) de vrede’. 
  
-Het Hebreeuwse woord voor “vrede” is eigenlijk //sjalōm//Hiermee wordt niet alleen “afwezigheid van oorlog” bedoeld, maar een algeheel welzijn, een zich op alle vlakken heel, vol, gelukkig voelen.+====6.4Het wierookaltaar====
  
-In dit geval staat er echter //sjəlamīm//. //Sjəlamīm// is het meervoud van //sjalōm//. In het Hebreeuws kan een meervoud ook iets kwalitatiefs zijn. Hier gaat het dan om een vrede die de “gewone vrede” overstijgt, om hemelse vrede.((Zie [[degrammaticavanhethebreeuws#7Het meervoud|Het meervoud]].))+Aan de oostkant van het //qodèsj// staat het wierookaltaar.(([[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=30&cs-versnummer-3=1-9&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 30:1-9]].)) 
  
-In de tijd waarin wij leven moet om alles nog gestreden worden. In de hemel, in het “hiernamaals” is er echter vrede.+In het Hebreeuws staat er //mizbeàch qətorèth//, wat ‘slachtplek (van de) wierook’ betekent.
  
-De tijd waarin wij leven wordt in de Bijbel de zevende dag” genoemd en het “hiernamaals” de “achtste dag”.+Op deze slachtplek verspreiden deze kruiden een heerlijke geur. Ze zijn blij om geslacht te worden”. 
  
-De tent waar alle handelingen verricht worden waar ik tot nu toe over schreef, is de “woning van God” in de zevende dag. In de zevende dag gaat de tijd steeds verder. Ook de “woning van God” wordt daar steeds afgebroken en een stuk verder weer opgericht.+Niet voor niets staat het altaar in het oosten. Het oosten is namelijk de kant van de zonsopgang, de kant van de blijdschap omdat er een nieuwe dag aanbreekt.
  
-De “woning van God” in de achtste dag is de tempelIn de achtste dag is alles klaarDaar blijft de “woning van God” op één plek staan+Planten verzetten zich niet, zoals dieren, tegen het slachtenZij willen zich graag gevenDaarom ruiken ze zo goed.
  
-De bouwer van deze tempel is //Sjlomoh//. //Sjlomoh// is net als //sjəlamīm// afgeleid van //sjalōm//, ‘vrede’.+Het Hebreeuwse woord voor reuk is //rejàch//. //Rejàch// is verwant met //roeàch//, het gedeelte van de ziel dat bemiddelt tussen de //nèfèsj// en de //nəsjamah//. Het wierookaltaar staat voor deze //roeàch//.
  
-Als die vrede in je is, als alles klaar is, als je niets meer mist, ben je klaar voor het //zèvach hà-sjəlamīm//, het ‘slachtmaal (van) de vrede’.+Hier in het //qodèsj//, in “het heilige”, is de kloof tussen de //nèfèsj// en de //nəsjamah// overbrugd. Hier heeft de //roeàch// harmonie gebracht. Alles is heilig, heel geworden.
  
 +In de volgende afbeelding zet ik de situatie in het //qodèsj//, “het heilige”, nog eens op een rij: 
  
 +{{  heilige.png?570  }}
  
-====6.2Vrede en vet==== +Een echte éénheid zijn wij in het //qodèsj// nog nietEcht één zijn we pas op de plek van de //àrōn//Op die plek is zelfs de dood opgeheven. Daar liggen stenen platen die leven.((Zie paragraaf [[dewoningvangod#4.3. Wat er in de àrōn ligt|4.3]].))
  
-Net als bij //ólah// mogen de dieren om tot God te naderen bij //zèvach hà-sjəlamīm// runderenschapen of geiten zijnBij //’olah// mocht dat dier echter alleen  mannelijk zijnBij //zèvach hà-sjəlamīm// mag dat dier ook vrouwelijk zijn.+Hier in het //qodèsj// zijn de planten. Hier liggen de brodenbrandt de olie en geurt de wierookPlanten kunnen dood gaanWel missen ze de angst die dieren voor de dood hebben.
  
-In paragraaf [[opwegnaardeeenheid#3.2. Drie voorwaarden|3.3]] schreef ik dat het mannelijke staat voor de verborgen kant van de dingen. Het vrouwelijke staat daarentegen voor de openbare kant van de dingen. Als er vrede is in je lichaam en in je psyche is er ook vrede tussen je verborgen en je openbare kant. Het maakt dan niet uit welke kant je van jezelf bij God brengt. 
  
-Als je met je lichaam en je psyche op pad gaat naar God, gaat daar weer van alles mee gebeuren.  
  
-De eerste stappen van //zèvach hà-sjəlamīm// zijn hetzelfde als die van //’olah// met runderen en kleinveeOok nu moet je met je hand op het hoofd van het dier steunen en je “kring” doorsnijdenOok nu brengt de priester je bloed, je psyche, naar de hoeken van het offeraltaar.+====6.5De Naam van God====
  
-Daarna beginnen de verschillen:+Net als de //àrōn// bestaan ook de tafel van de broden en het wierookaltaar uit acaciahout dat overtrokken is met goud. De kandelaar bestaat zelfs uit puur goud. Alles bestaat dus uit hetzelfde materiaal.
  
-Bij //’olah// werd de huid van het dier gestroopt en het dier zelf in stukken verdeeld, die vervolgens op het offeraltaar verbrand werdenBij //zèvach hà-sjəlamīm// wordt alleen het vet op het altaar verbrand.+Dat geldt ook voor de tent zelf. Net als het voorhangsel bestaan de tentkleden uit de vier in hoofdstuk [[dewoningvangod#5. Het voorhangsel|5]] beschreven stoffen. Ook de cherubs zijn er weer te vinden.
  
-Vet is dat wat je niet direct nodig hebt. Als je bang bent dat je in de toekomst toch nog iets zou kunnen missen, ga je daar voorraden van aanleggen. Je vrede, je gevoel dat alles heel en vol is, zou dan als sneeuw voor de zon verdwijnen.+Ondanks de verschillen zijn er dus grote overeenkomsten tussen de plek waar de //àrōn// staat en de plek waar de andere drie voorwerpen staan.
  
-Je vet geef je aan God, in het vertrouwen dat Hij in de toekomst voor je zult zorgen+Dat merk je ook aan de manier waarop de tentkleden gemaakt zijn.
  
 +De plek boven en achter de //àrōn// bestaat uit vijf tentkleden en de plek boven de drie andere voorwerpen bestaat ook uit vijf tentkleden. Precies boven het voorhangsel worden deze kleden aan elkaar gebonden door vijftig gouden haken. “50” is het getal van de andere wereld, van de wereld van God. In die wereld haken de tweemaal vijf kleden dus aan elkaar. 
  
 +“5” is de getalswaarde van de Hebreeuwse letter [[5_he|hē]]. Er is hier dus sprake van twee //hē’s//. Tussen die //hē’s// bevinden zich haken. De haak is het beeld van de Hebreeuwse letter [[6_waw|waw]]. In Hebreeuwse letters staat hier dus //hē// - //waw// - //hē//. Dit zijn de laatste drie letters van de Naam van God. In Hebreeuwse letters staat daar namelijk //jōd// - //hē// - //waw// - //hē// ofwel JHWH.((Zie [[hethebreeuws#2.9. De letters van de Naam van God|De letters van de Naam van God]].)) 
  
-====6.3. De nieren en de lever==== +JHWH zou je kunnen vertalen als “Hij die er was, is en zal zijn”, Hij die tijdens je hele leven bij je isDe J, de //jōd//, betekent “Hij” De H, de W en de H, ofwel de //hē// - //waw// - //hē//, betekent “aanwezig zijn”.
  
-Volgens de Joodse Overlevering verzamelt vet zich het liefst om de nieren heen.+Dat aanwezig zijn, wordt uitgedrukt in de kleden van de //misjkan//.
  
-Het Hebreeuwse woord voor nieren is //kəljōth//. //Kəljōth// is afgeleid van //kol//, wat ‘alles, geheel’ betekent. Na de [[20_kaf|kàf]] en de [[30_lamed|lamèd]] volgt de [[10_jod|jōd]], die aangeeft dat het iets “van mij” is. Daarna volgt de uitgang van het vrouwelijke meervoud, namelijk //ōth//. //Kəljōth// zou je dus kunnen vertalen als ‘mijn hele hebben en houden’.+De Naam van God maakt alles wat gedeeld is één. De delen zijn de twee ////’s die door de //waw//, de haak worden verbondenZo worden in de //misjkan// ook de plek waar de //àrōn// is en de plek waar de andere drie voorwerpen staan verbonden. Niet voor niets staat in [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=26&cs-versnummer-3=6-6&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 26:6]] dat de //misjkan// “één zal worden”.
  
-Volgens Weinreb staan de nieren voor het meest verborgene in ons. De Overlevering noemt de nieren “de vogel van de //nèfèsj//”. Op die plek is onze //nèfèsj//, onze psyche, zo kwetsbaar dat ze hier het loodje kan leggen. Daar zetelt je intuïtie. Daar luister je naar wat God tot je zegt. In de Overlevering worden de nieren daarom vergeleken met de oren.((Weinreb, F (1976), //Korban//, p. 270-273.))+Deze aan elkaar gehaakte kleden worden bedekt door de volgende kleden:
  
-Wanneer de nieren goed functionerenkomt de “achtste dag” tot standDan ben je in het paradijs.+  - Een kleed van geitenleer. Het Hebreeuwse woord voor ‘geit’ is //’ez//. //’Ez// is verwant aan //‘oz//wat ‘sterkte’ betekent. 
 +  - Een rood kleed van het leer van een ram. Het Hebreeuwse woord voor ‘ram’ is //àjil//. //Àjil// komt van //èjal//, wat ‘kracht’ betekent. 
 +  -  Een kleed van dassenleer. Het Hebreeuwse woord voor ‘das’ is //thàchàsj// //Thàchàsj// is verwant met //choesj//, wat ‘haast maken’ betekent.
  
-Een ander orgaan waar zich vet om heen kan verzamelen is de lever+De aanwezigheid van God wordt hier dus verhuld door iets dat met macht en kracht en actie te maken heeft. Met dat wat in het algemeen als goddelijk gezien wordt. Het algemene woord voor god of God is namelijk //el//, wat “een sterk of machtig iemand”  betekent.
  
-Het Hebreeuwse woord voor lever is //kaved//wat ‘zwaarte’ betekentDe lever geeft onze //nèfèsj//, onze psyche, haar zwaarte. De lever zorgt ervoor dat de psyche hier op aarde kan blijven.+De kleden worden bijeengehouden door staanders, die elk op twee voetstukken staan en bij elkaar gehouden worden door dwarsbalken. Al dat materiaal is weer van acaciahoutbedekt met een laagje goud.((Zie voor dit alles [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=26&cs-versnummer-3=1-30&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 26:1-30]].))
  
-De lever kan vergiftigd worden door gal. Gal ontstaat als je boos bent of jaloers bent, of naar seks verlangt. Gal ontstaat als je wilt dat de dingen anders gaan lopen.((Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 266-267.)) 
  
-Al die dingen brengt de priester nu op het offeraltaar. Alles waar je het niet mee eens bent, alles wat je diep van binnen voelt, alles wat je vrede zou kunnen verstoren, brengt hij in contact met Gods vuur, Gods tijd. 
  
 +=====7. De voorhof=====
  
  
-====6.4Eten==== +====7.1Inleiding====
  
-Van de rest van het dier mag je op deze heilige plek etenNiet voor niets wordt er over een ‘slachtmaal (van) de vrede’ gesproken+Rondom de //misjkan// bevindt zich de //chatser//Het gaat om een omheinde plek, die in vertalingen meestal de “voorhof” genoemd wordt.
  
-Het dier is je leven hier. Het dier eten is je leven hier in je opnemener intensief contact mee maken.((Zie paragraaf [[opwegnaardeeenheid#5.2. Minchah en de priester|5.2]].)) +Het niveau is weer lager dan het niveau van de plek waar de drie voorwerpen staan. De //nəsjamah// en de //nèfèsj//, de ziel die afgestemd is op de wereld van God” en “de ziel die afgestemd is op onze wereld”, zijn hier nog niet met elkaar verbondenlaat staan éénBeiden zijn hier nog zelfstandige grootheden
  
-Het bloed van het dier mag je niet etenDat is je //nèfèsj//, je psyche. Dat is dat waarmee je je leven hier kunt leven. Die //nèfèsj//, die psyche, is voor God.+In de voorhof verschijnt de //nəsjamah// als een mens en de //nèfèsj// als een dier. De mens, de //nəsjamah//, leidt het dier, de //nèfèsj//, naar de plek waar het geofferd wordt.
  
-Het Bijbelgedeelte over dit “slachtmaal van de vrede” vind je in [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Leviticus+3%3A1-17&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Leviticus 3:1-17]]. 
  
-Enkele delen van het dier krijgt de priester.((Zie [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Leviticus+7%3A30-33&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Leviticus 7:30-33]].)) 
  
-  - Het borststuk. +====7.2Het offerdier====
-  - De rechterschenkel.+
  
-Het Hebreeuwse woord voor borststuk is //chazèh//. //Chazèh// is verwant aan //chazah//, wat ‘zien’ betekent.+De mens leidt zijn offerdier, zijn //nèfèsj//, naar de noordzijde van de voorhofIn paragraaf [[dewoningvangod#6.2. De tafel met de broden|6.2]] beschreef ik het noorden als de plek van de //nèfèsj//, de plek van onze wereld. Daar wordt dat dier, die //nèfèsj//, vastgebonden.
  
-In de borst zit het hartIn de Bijbel is het hart een denkorgaan, een orgaan waarmee je de verbanden kunt zien tussen schijnbaar tegenstrijdige dingen.+Dan gebeurt er iets wat Weinreb “het doorsnijden van de kring” noemtDe mens snijdt de halsslagader van het dier door, zodat zijn bloed vrijkomt. Normaal gesproken stroomt dat bloed in een kring, een kringloop, in het lichaam, maar nu stroomt het naar buiten.
  
-Het Hebreeuwse woord voor schenkel is //sjōq//. //Sjōq// is verwant met //sjoek//, wat ‘weg’ betekent.+In [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=9&cs-versnummer-3=4-4&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Genesis 9:4]] staat dat het bloed de //nèfèsj// is. In normale omstandigheden leeft deze //nèfèsj// in de wereld van het lichamelijke. Ze voelt wat ons lichaam voeltze denkt wat ons lichaam denkt, ze wil wat ons lichaam wil. Daarom wordt ze ook de lichamelijke ziel, de ziel van onze wereld genoemd. Nu komt die //nèfèsj// daar los van
  
-De schenkel is dus iets waarmee je je weg gaat. In dit geval gaat het om de rechterschenkel. In het Hebreeuws staat rechts voor het goede. De rechterschenkel is dus dat waarmee je de goede weg gaat.+De //nèfèsj// is onze psyche, dat wat wij gewoonlijk ons “ik” noemen.
  
-De priester krijgt dus het borststuk en de rechterschenkel, het “zien van verbanden” en het “gaan van de goede weg”. Hij “eet” dat, weet hoe je kunt zien wat met wat te maken heeft en hoe je goed door het leven kunt komen.+Nu neemt een “ander ik” bij ons de leiding. Ik bedoel de //nəsjamah//, het deel van de ziel dat van God afkomstig is. Deze //nəsjamah// bevrijdt onze psychesnijdt het kringetje door waarin het gewoonlijk zijn leven leidt.((Zie Weinreb, F (1972) //De Weg door de Tempel//, p. 163, 164, 205, 207-209.))
  
  
  
-=====7. Asjam en chàtāth=====+====7.3. Het offeraltaar====
  
 +Het bloed wordt opgevangen en naar de zuidkant van de voorhof gebracht. In paragraaf [[dewoningvangod#6.3. De kandelaar|6.3]] beschreef ik het zuiden als de plek van de //nəsjamah// en van de wereld van God.
  
-====7.1. Onopzettelijk iets verkeerds doen====+Op die plek staat het offeraltaar.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=27&cs-versnummer-3=1-8&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 27:1-8]].)) In het Hebreeuws staat er //mizbeàch ‘olah//, wat de ‘slachtplek van het opstijgen’ betekent. Daar wordt het geslachte dier op gelegd. 
  
-De //vierde// manier om God te naderen wordt soms //asjam// en soms //chàtāth// genoemd.+Van het bloed van het dier wordt iets naar de hoeken van het altaar gebracht. Eerder schreef ik dat een hoek staat voor iets dat de gewone gang van zaken doorbreekt, iets dat je in een heel andere wereld brengt. Het pas uit zijn kring bevrijde bloed, komt nu dus in de wereld van God terecht
  
-//Asjam// betekent ‘schuld hebben aan’+Soms gaat er iets van het bloed de //misjkan// in, naar “het heilige”, de plek waar de drie voorwerpen staan, en zelfs naar “het heilige van de heiligen”, de plek van de //àrōn//. 
  
-Het kan zijn dat je zonder het te beseffen een verkeerd woord uitgesproken of van anderen gehoord heb.+Om op die laatste plek te komen, moet er ook wierook mee. Wierook van de ‘slachtplek van het wierook’ uit het “heilige”. De geur van die wierook moet het bloed uit de voorhof namelijk omhullen.
  
-Woorden zijn heel belangrijkZij scheppen een hele wereldIn de [[detienwoorden|Tien Woorden]] heeft God ons geschapen zoals we eigenlijk zijn.((Zie [[hetboek_exodus#5. Tien woorden|Tien woorden]].)) Als wij, mensen, woorden uitspreken die daarmee in tegenspraak zijn, gaan we in tegen wie we zijn.+Het wierook is plantaardig en het bloed dierlijkHet plantaardige hoeft zich niet te handhavenHet dierlijke wel. Daarom heeft het dierlijke een “lager niveau” als het plantaardigeDaarom is het dierlijke in de voorhof en het plantaardige in de //misjkan//.
  
-Ook kun je zonder het te beseffen in aanraking zijn gekomen met iets wat je “onrein” maakt. Het Hebreeuwse woord voor “onrein” is //tame//, wat ‘ontwijd, geschonden’ betekent. Het “onreine” tast dus het bijzondere aan dat je bent.((Zie [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Leviticus+5%3A1-4&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Leviticus 5:1-4]].))+Het geslachte lichaam van het dier wordt op het altaar verbrandt
  
-Een ander Bijbels woord voor iets wat verkeerd isis “zonde”. Verreweg de meeste zonden doe je onopzettelijk. Je meent het goedmaar je doet toch iets dat fout is. Het Hebreeuwse woord voor dit soort fouten is //chatah//. //Chatah// is verwant met //chata//. //Chata// is ‘falen’, ‘verkeerd lopen, ‘je doel missen’, ergens naar toe willen, maar ergens anders terecht komen+In de Bijbel staat het vuur voor de bliksemsnelle tijdvoor de tijd waarin alles in één ogenblik gebeurtde tijd waarin God leeft.((Zie [[degrammaticavanhethebreeuws#4.2. De snelle tijd|De snelle tijd]].)) Het lichaam van het dier komt hier dus in contact met GodEr komen heerlijke geuren vrij die naar Hem opstijgen. Daarom heet dit altaar de //mizbeàch ‘olah//, de slachtplek van het opstijgen. Via die plek komt het dier namelijk in Gods wereld terecht. 
  
-Zelf kun je daar niets aan doen, maar toch is er nu iets dat er niet hoort te zijnIets dat één was, is stuk gemaakt en heeft nu “verzoening” nodig+Dit altaar is gemaakt van acaciahout dat bedekt is door koper. Het is niet van goud. In de hele voorhof is geen goud te vindenAlles is van koper.
  
-Als je //nèfèsj//, je psyche, daar achter komt, moet hij zijn “dier”, zijn “leven hier”, naar de priester te brengen. Die priester verbindt dat dier dan weer met GodDe Bijbel noemt dit //chàtāth//. +Het Hebreeuwse woord voor koper is //nəchosjèth//. //Nəchosjèth// is verwant aan //nachasj//, wat ‘slang’ betekent.
  
 +De slang is het wezen dat Adam en Eva, de eerste mensen uit de Bijbel, verleidde om van de boom van kennis van goed en kwaad te eten. Hierdoor verloren ze de verbinding met de levensboom en daardoor met God.((Zie [[hetboek_genesis#3.3. Het tweede scheppingsverhaal|Het tweede scheppingsverhaal]].)) Wat doet deze slang dan op een plek die bedoeld is om de mens weer naar God en het eeuwige leven terug te brengen?
  
 +De laatste letter van //nəchosjèth// is een [[400_thaw|thaw]]. Het beeld van de //thaw// is een kruis. Het gaat hier dus om een //nachasj//, een slang, die aan het kruis hangt.
  
-====7.2. Wat je bij de priester brengt====+Ik moet denken aan //nəchàsj nəchosjèth//, de koperen slang uit [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=4&cs-bijbelhoofdstuk-2=21&cs-versnummer-3=8-9&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Numeri 21:8,9]]. De Israëlieten werden aangevallen door slangen. De slangen beten hen en hun gif was dodelijk. In opdracht van God maakte Mozes een koperen slang en bevestigde hem aan een staaf. Ieder die naar deze koperen slang keek, genas van de slangenbeten.
  
-Het “dier” dat je //nèfèsj//, je psyche, bij de priester brengt, kan zowel een geit of een schaap zijn. Beiden horen tot het kleinvee, het vee dat geneigd is om iemand te volgen die het de weg wijst.+De slang wordt hier dus een middel om weer tot leven te komen en om tot God terug te keren.
  
-Het gaat hier om een vrouwelijk “dier”. Het vrouwelijke staat voor de openbare kant van de dingen. Ook de fout die je //nèfèsj//, je psyche begaan heeft, is namelijk een openbare zaak. 
  
-Als niet in staat bent om veel uit te richten en dus weinig schade hebt aangericht, kun je volstaan met een tortelduif of een jonge duif.((Zie [[opwegnaardeeenheid#4. ‘Olah met vogels|’Olah met vogels]].)) 
  
-Als je tot nog minder in staat bent, kun je volstaan met tarwemeel.+====7.4. Het wasvat====
  
-Dat tarwemeel kwamen we al tegen bij het //minchah//.((Zie [[opwegnaardeeenheid#4. Minchah|Minchah]].)) In dit geval is er echter geen wierook en geen olijfolie aanwezig. Tarwemeel staat voor de //nèfèsj//, de psyche, wierook staat voor de //roeàch//, de geest, en olijfolie staat voor de //nəsjamah//, het diepere wezen+Aan de westkant staat het //kijor//, een ‘bekken’ dat gevuld is met water. In veel vertalingen wordt dat het “wasvat” genoemd.
  
-Hier gaat het dus om een //nèfèsj// die geen verbinding meer heeft met de //roeàch// en de //nəsjamah//. Hoewel ze nauwelijks iets uit kon richtenis er toch iets verkeerds bij haar gekomen en dat heeft de éénheid verbroken.+Het westen is de kant van de ondergaande zon, de kant van de droefheid omdat de dag voorbij is.((Zie [[hethebreeuws#3.3. Bijbelse windrichtingen|Bijbelse windrichtingen]].))
  
-Tot nu toe schreef ik over de //nèfèsj// van “gewone mensen” of van mensen die in de ogen van anderen niets voorstellen+Het Hebreeuwse woord voor water is //màjim// en het Hebreeuwse woord voor dag is //jōm//. In het Hebreeuws hebben water en tijd dus met elkaar te maken. Het gaat hier niet om Gods bliksemsnelle tijd, maar om de tijd waarin wij mensen hier leven, de tijd die langzaam voortkabbelt, de tijd die ons steeds een stapje dichter bij onze dood brengt.
  
-Er zijn echter ook mensen waar anderen tegen opkijken. Zij worden aanzienlijken genoemd. Het Hebreeuwse woord voor aanzienlijke is //nasī//. //Nasī// is verwant met //nasa//wat ‘opstaan, zich oprichten’ betekent. Aanzienlijken zijn dus mensen die met opgericht hoofd door het leven kunt gaan. +Waarom staat dat vat met water hier? Iets dat ons bij de dood brengtkan ons toch niet bij God en het eeuwige leven brengen?
  
-Zulke mensen moeten net als “gewone mensen” een dier uit het kleinvee naar de priester brengen. Nu gaat het echter om een mannelijk dier. Het mannelijke staat voor de verborgen kant van de dingen. Er wordt hier dus niet gekeken naar wat de aanzienlijke in het openbare leven fout heeft gedaan, maar naar zijn verborgen fouten.+Bovendien is ook dit vat met water weer van koper, dus ook hier is de slang weer aanwezig.
  
-Nog meer gewicht hebben de fouten van de gemeenschap van Israël zelfOm die fouten recht te zetten moet er een rund bij de priester worden gebrachtEen rund staat voor iets dat zelfstandig door het leven kan gaan en daardoor een afgod voor een ander kan worden+Volgens [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=38&cs-versnummer-3=8-8&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 38:8]] is het wasvat gemaakt van spiegels.
  
-Als de grote priesterde priester die boven alle andere priesters staat, een fout maakt, moet hij ook zon rund brengen.+In het Hebreeuws staat daar //màroeth hà-tsovoth àsjèr tsavəoe//. In vertalingen wordt daar van alles van gemaaktmaar er staat letterlijk ‘spiegels (van) het ten strijde trekken dat tot ten strijde trekken leidt’.
  
-Zowel bij de gemeenschap van Israël als bij de grote priester gaat het weer om een mannelijk dier.+Wat zijn dat voor spiegels?
  
 +[[http://nl.wikipedia.org/wiki/Rasji|Rasji]], de grote joodse uitlegger van de Hebreeuwse Bijbel en de Talmoed, vertelt een verhaal over de tijd dat de Israëlieten nog slavenwerk verrichtten in het land //Mitsràjim//.((Zie [[hetboek_exodus#2. Mitsràjim|Mitsràjim]].)) Als de mannen zich afbeulden, lieten hun vrouwen hen in de spiegels kijken. De vrouwen jenden hen. Ze zeiden dat zijzelf mooier waren dan hun mannen. Dat wond de mannen op. Op die manier, zegt Rasji, zijn al die jonge Israëlitische strijders geboren.((Onderwijzer, A.S. (1897) //Nederlandsche vertaling van den Pentateuch// (met commentaar van Rasji), II, p. 555-557.))
  
 +De vrouwen “trokken” dus “ten strijde” tegen hun mannen door met hen te wedijveren en die wedijver bracht allerlei nieuwe “strijders” voor.
  
-====7.3Het bloed en het vet====+Seksualiteit wordt vaak aan de slang gekoppeldDoor seksualiteit ontstaat er namelijk een nieuwe generatie, die de oude generatie vervangt. Seksualiteit leidt dus tot de dood.
  
-Net als bij de andere vormen van //qorban//, van het naderen tot God, speelt bloed een grote rol.+Hier wordt het echter iets dat tot leven leidt.
  
-Zoals ik al schreefstaat bloed voor de //nèfèsj//, de psycheDeze psyche moet in verbinding gebracht worden met het offeraltaar.+Rasji haalt een tekst uit [[hetlied|Hooglied]] aanhet lied dat beschrijft hoe de man en de vrouw naar elkaar verlangen en uiteindelijk tot éénheid komenWanneer er éénheid is, is er ook onsterfelijkheid
  
-Bij fouten van de gemeenschap van Israël of de hogepriester is dat echter niet genoeg. In dat geval moet het bloed ook in het [[dewoningvangod#6. De rest van de misjkan|heilige]], het tweede niveau van de woning van God, worden gebrachtDaar komt het in aanraking met het [[dewoningvangod#6.4. Het wierookaltaar|wierookaltaar]].+De éénwording gebeurt pas in de plek van de //àrōn//Het verlangen begint echter bij het wasvat
  
-Het komt zelfs in aanraking met het [[dewoningvangod#5. Het voorhangsel|voorhangsel]], waarachter het derde en hoogste niveau van de woning van God ligt.+De priesters wassen hun handen en voeten in het water van het wasvat.
  
-De //nèfèsj// komt hier dus dichter bij God dan normaal gesproken het geval is.+Met een hand doe je iets en met een voet ga je ergens naar toe. Door zich te wassen worden de priesters dus in staat gesteld om te doen wat ze moeten doen en de weg te gaan die ze moeten gaan. Zij moeten hun werk verrichten bij het altaar en de //misjkan// in gaan. Als ze zich niet reinigen, loopt het fout af en zullen ze sterven.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=30&cs-versnummer-3=17-21&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 30:17-21]].))
  
-Net als bij het //zèvach hà-sjəlamīm//, het ‘slachtmaal van de vrede’, dat ik in hoofdstuk [[opwegnaardeeenheid#6. Zèvach hà-sjəlamīm|6]] besproken heb, wordt hier alleen het vet op het offeraltaar verbrandt.+Zonder wasvat is er geen leven.
  
-Bij het //zèvach hà-sjəlamīm// werd het vet geofferd omdat dit de vrede in de wegstond. En nu, nu er fouten gemaakt zijn, staat dat vet het herstél van deze vrede in de weg.((Zie Onderwijzer, A.S. (1897) //Nederlandsche vertaling van den Pentateuch// (met commentaar van Rasji), III, p. 34.)) 
  
  
 +====7.5. De omheining====
  
-====7.4. Buiten de legerplaats====+In de volgende afbeelding zet ik de situatie in de voorhof nog eens op een rij: 
  
-De rest van het geslachte dier, van het tot God gebrachte leven hier, wordt gegeten door de priesters. Zoals ik al schreef, betekent “eten“ intensief contact maken met. De priester komt dus intensief in contact met ons leven hier. Daarom ervaart hij wie wij hier zijn en wat voor fouten we hier gemaakt hebben.+{{  voorhof.png?550  }}
  
-Als de gemeenschap van Israël of de grote priester een fout gemaakt hebben, gebeurt dat niet. Zoiets groots kunnen priesters namelijk niet verwerken. In dat geval moet het geslachte dier buiten de legerplaats van Israël gebracht worden om verbrandt te worden.+Dit alles vindt plaats binnen een omheining.
  
-Het Hebreeuwse woord voor legerplaats is //màchànèh//. //Màchànèh// is afgeleid van //chen//, wat ‘genade’ betekent. Genade is een Oudnederlands woord voor ‘gratis en voor niets goed zijn’. De legerplaats van Israël is dus de plek waar God gratis en voor niets goed is.+Deze omheining bestaat uit tentdoek van één stof, namelijk //sjesj//. //Sjesj// is de witte stof van plantaardig materiaal. De gekleurde stoffen van dierlijk materiaal vind je hier dus niet. In hoofdstuk [[dewoningvangod#5. Het voorhangsel|5]] schreef ik dat het wit wijst op éénheid. Hier in deze wereld kan iets niet één zijn. Binnen de omheining gebeuren dus ongewone dingen.
  
-Buiten die legerplaats is dat niet het geval.+Alleen de ingang bestaat uit een kleed waarin ook het dierlijke materiaal weer gebruikt wordt. Daar komt de mens namelijk met zijn dier naar binnen.
  
-Als de gemeenschap van Israël of de grote priester een fout maakt, moeten ze daarvan zelf de gevolgen ondervinden.+Het geraamte van de omheining bestaat uit koperen staanders die op koperen voetstukken staan.((Zie voor dit alles [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=27&cs-versnummer-3=9-19&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 27:9-19]].))
  
-Wanneer de tempelde vaste woning van God er is, wordt er niet meer gesproken over “buiten de legerplaats”, maar over “buiten Jeruzalem”.((Zie Onderwijzer, A.S. (1897) //Nederlandsche vertaling van den Pentateuch// (met commentaar van Rasji), III, p. 36.)) Jeruzalem betekent ‘zien van de vrede’. Buiten Jeruzalem is er geen vrede mogelijk.+Ook hier moet de slang dus weer het tegengestelde doen wat hij wilons naar God brengen.
  
-Ik moet denken aan [[wieisjezus|Jezus]], degene waar volgens de christenen alle lijnen van de [[dehebreeuwsebijbel|Hebreeuwse Bijbel]] naar toelopen. In het Nieuwe Testament, het christelijke commentaar op de Hebreeuwse Bijbel, wordt Jezus de “hogepriester”, de grote priester, genoemd.((Zie [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Hebree%EBn+9%3A11-14&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Hebreeën 9:11-14]].)) 
  
-Volgens de christenen heeft Jezus als “hogepriester” met zijn eigen bloed, zijn eigen psyche, verzoening voor alle fouten van de mensen bewerkstelligt.((Zie [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Hebree%EBn+13%3A11%2C12&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Hebreeën 13:11,12]].)) Zelf is hij daarvoor buiten de legerplaats, buiten Jeruzalem op //Golgotha//, de ‘plek van de schedel’, gestorven. 
  
-Volgens een christelijke traditie lag op die plek de schedel van Adamde eerste mens, begraven en druppelde Jezus’ bloed op die schedel. Dat bloed verzoende al Adams fouten en daarmee ook de fouten van zijn nakomelingen.+====7.6. De voorhofhet heilige en het heilige van de heiligen====
  
 +De voorhof, het heilige en het heilige van de heiligen zijn drie stadia op de weg naar God. De volgende afbeelding is een schematische tekening van deze drie stadia: 
  
 +{{  woning.png?660  }}
  
-====7.5. Drie vormen van qorban met dieren==== 
  
-De Bijbelteksten over //asjam// en //chàtāth// vind je in [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Leviticus+4%3A1-5%3A13&id42=1&id17=1&id37=1&l=nl&set=10|Leviticus 4:1-5:13]]. 
  
-Samen met //‘olah// en //zèvach hà-sjəlamīm// zijn zij de vormen van //qorban//, van ‘nadering’, waarbij een dier naar de priester wordt gebracht. De priester verbindt dat vervolgens met de wereld van God.+=====8. Aäron en zijn zonen=====
  
-In de volgende afbeelding zet ik de hoofdverschillen tussen deze vormen nog eens op een rij: 
  
-{{  3_vormen_van_qorban.png?600  }}+====8.1. Wat priesters zijn====
  
 +Wanneer de mens met zijn dier de omheining binnenkomt, krijgt hij te maken met de priesters. Zij zorgen ervoor dat het dier geslacht wordt en dat zijn lichaam en zijn bloed op de juiste manier bij het altaar komen.
  
 +Het Hebreeuwse woord voor priester is //kohen//, wat ‘als hen’ betekent. “Hen”  zijn de engelen.((Weinreb, F, //De hogepriester Aharon//, p. 7.))
  
-=====8De bemiddelaars=====+Engelen brengen boodschappen tussen onze wereld en Gods wereld. Zij zorgen ervoor dat die werelden met elkaar in contact komen.
  
 +Ook priesters zijn bemiddelaars. Zij brengen ons dier naar God en zij brengen God bij ons dier. Dat dier staat voor ons lichaam en ons bloed. Dat bloed is onze //nèfèsj//, onze psyche, onze “lichamelijke ziel”. De priester brengt dus dat wat wij in onze wereld zijn in contact met God.
  
-====8.1De voorbereiding op hun taak====+Priesters zijn zonen van Aäron, de broer van MozesAäron wordt de //kohen gadol//, de ‘grote priester’ genoemd.
  
-In hoofdstuk [[opwegnaardeeenheid#2. Qorban|2]] schreef ik dat priesters “dat wat wij in onze wereld zijn” in contact brengen met GodPriesters zijn dus de bemiddelaars tussen de wereld waarin wij leven en de wereld van God.+Aäron brengt ons bloed, onze psyche, nog verder dan het altaar in de voorhofHij brengt het de //misjkan// in. Eén keer per jaar brengt hij het zelfs naar de plek waar de //àrōn// staat.
  
-Volgens Leviticus 8 t/m 10 worden ze daar op de volgende manier op voorbereid:+In het Hebreeuws spreek je Aäron uit als //Àhàron//. //Àhàron// heeft dezelfde stam als //àrōn//
  
-Ten //eerste// worden ze gewassen.((Water staat voor de tijddie altijd maar voortkabbeltIn die tijdstroom worden de priester gereinigd.))+//Àrōn// staat voor het licht dat verbonden is met de wereld van God. Het woord //Àhàron// heeft een extra letternamelijk een [[5_he|hē]]Het beeld van de //hē// is een venster. Door een venster kijk je uit naar iets anders. De //hē// drukt dus een verlangen uit. //Àhàron// zou je kunnen vertalen als het verlangen naar het licht dat verbonden is met de wereld van God.
  
-Ten //tweede// worden ze aangekleed.((Meer over deze kleding vind je in hoofdstuk [[dewoningvangod#8. Aäron en zijn zonen|8]] van mijn document “De woning van God”.)) 
  
-Ten //derde// worden ze gezalfd. 
  
-Het Hebreeuwse woord voor zalfolie is //masjchah////Masjchah// is verwant met //masjiàch//, wat Messias betekent. De Messias is degene die de Israëlieten naar het beloofde land, naar het paradijs brengt. Het Hebreeuwse woord voor olie is //sjèmèn//. //Sjèmèn// is verwant aan //sjəmonèh//, wat ‘acht’ betekent. “Acht” is het getal van de paradijselijke toekomst. Door hun zalving worden de priesters dus “Messiassen” die ons, mensen, in het paradijs brengen.+====8.2Priesterkleding====
  
-Ten //vierde// brengen ze hun eigen //qorban//+Om hun taken uit te oefenen, moeten Aäron en zijn zonen speciale kleding dragen
  
-Eerst brengen ze //chàtāth// voor de fouten die ze tot dan toe gemaakt hebbenVervolgens brengen ze //’olah// waarmee ze hun hele leven hier aan God geven+Het Hebreeuwse woord voor kleding is //bègèd//. //Bègèd// betekent ‘bedekken’. Volgens Weinreb staat kleding voor hoe wij hier verschijnen. Deze verschijning verbergt onze wezenlijke mens, onze //nəsjamah//.((Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 189.))
  
-Daarna brengen ze een speciaal soort //qorban// dat //miloeīm// genoemd wordt//Miloeīm// is verwant met //male// wat ‘vullen, voltooien’ betekentHet bloed van dit //qorban// wordt door Mozes, de [[dethorah#2. De schrijver van de Thorah|schrijver van de Thorah]], op hun rechteroor, rechterduim en rechterteen gesmeerd. Rechts is de goede kantde kant van GodHet rechteroor staat dan voor het horen wat God zegt, de rechterduim voor het doen wat God wil, en de rechterteen voor het gaan van Gods weg.+In [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=28&cs-versnummer-3=2-2&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 28:2]] worden de priesterkleren “heiligdomsgewaden”“heilige kleren” genoemdBij een “heilige plek” hoort namelijk heilige kleding.
  
-Dan “vult” Mozes hun “handpalmen”. Het Hebreeuwse woord voor handpalm is //kàf//. De [[20_kaf|kaf]] is ook een Hebreeuwse letter. Het [[hethebreeuws#2.4. Het beeld|beeld]] van deze letter is de “hand in beweging”, de hand die iets doet. Door hun handpalmen te vullen, stelt Mozes ze in staat iets aan God te geven. Hij vult ze met het vet van het dier, ofwel zijn behoefte om zijn toekomst zeker te stellen, en met de rechterschenkel van het dier, ofwel zijn mogelijkheden om de goede weg te gaanDaarop legt hij dan //minchah//, dat staat voor de psyche die in harmonie is, en beweegt de handpalmen naar boven en naar beneden en terug. Deze beweging staat voor het contact met God+Deze kleding, zegt de tekst, zal hen //kavōd// en //thifèrèth// brengen. //Kavōd// betekent ‘gewicht’ en //thifèrèth// betekent ‘uitstraling’.
  
-Al die gaven legt Mozes tenslotte op het offeraltaarwaarmee hij ze definitief aan God geeft.+De kleding van de priesters is dus iets bijzondersiets dat past bij de bijzondere plek waar ze zijn.
  
-Iets van dat bloed sprenkelt Mozes, samen met wat zalfolie over de kleding van de priesters en daarna laat hij hen de gaven eten. 
  
-Zeven dagen brengen de priesters wakend door op de heilige plek en op de achtste dag brengen ze opnieuw //chàtāth// en //’olah//. Nu niet meer alleen voor henzelf, maar ook voor de gemeenschap van Israël, die ze vertegenwoordigen.  
  
-Daarna brengen de priesters ook de beide andere vormen van //qorban//, namelijk //minchah// en //zèvach hà-sjəlamīm//.+====8.3. De kleding van Aäron====
  
-Het vuur van God verbindt al die vormen van “het leven hier” met “het leven van God zelf”. De priesters krijgen ook hun deel en eten ervan+In Exodus wordt de kleding van de persoon die het dichtst bij God komt het eerst beschreven. Daarna volgt de kleding van de overige personen.
  
-Nu is het paradijs aangebroken, want dat is wat de achtste dag is.+Iets dergelijks geldt voor de voorwerpen in de woning. Ook daar wordt eerst de  //àrōn// beschreven en vervolgens de andere voorwerpen.
  
 +De persoon die het dichtst bij God komt is Aäron. Hij is te vinden in het “heilige” en één keer per jaar zelfs in het “heilige van de heiligen”, de plek waar de //àrōn// is. Als grote priester heeft Aäron acht kledingstukken:
  
 +  - De //efod//, een kledingstuk waar twee schouderstukken aan vastzitten.
 +  - De //chosjèn//, een kledingstuk dat zich voor de borst bevindt.
 +  - De //mə’īl//, een blauwe mantel.
 +  - De //tsīts//, een gouden plaat die zich op het voorhoofd bevindt.
 +  - De //kəthonèth//, een witte mantel.
 +  - De //mitsnèfèth//, een witte tulband.
 +  - De //àvnet//, een gordel.
 +  - De //michnasàjim//, een witte korte broek.
  
-====8.2. Het leven dat ze leiden====+De eerste vier kledingstukken worden alleen gedragen door een grote priesterRasji noemt dat de “gouden kleding” omdat in elk van hen goud aanwezig is.
  
-In Leviticus 21 en 22 wordt iets verteld over het leven dat priesters leiden die dienstdoen in de woning van God.+De laatste vier kledingstukken worden ook door gewone priesters gedragen. Rasji noemt ze de “witte kleding”. Op de gordel na zijn ze helemaal wit
  
-Ten //eerste// mogen ze niet in aanraking komen met een gestorvene, behalve als het een verwant is.+Het enige verschil is de vorm van het hoofddeksel. Het hoofddeksel van de grote priester is rond zoals een tulband en het hoofddeksel van de gewone priester heeft twee punten zoals een mijter. Die mijter heet ook anders. Die heet geen //mitsnèfèth// maar //migba’ōth//.
  
-De dood is een teken van scheiding. Zij kwam in de wereld omdat de eerste mensen van de boom van de kennis van goed en kwaad, de kennis van de tweeheid, aten. Omdat ze dat deden, mochten ze niet langer eten van de levensboom en moesten ze het paradijs verlaten.+Het achtste kledingstuk wordt ook door niet-priesters gedragen.
  
-Priesters leven echter in een wereld waarin dat paradijs opnieuw aangebroken is. De dood hoort in die wereld niet thuis. De grote priester, die nog dieper in die wereld komt, mag met geen enkele dode in aanraking komen, zelfs niet als het een verwant is.+Bij de grote priester fungeert de “gouden kleding” als bovenkleding en de “witte kleding” als onderkleding. De grote priester heeft dus dezelfde kledingbasis als gewone priestersmaar daar overheen is nog iets anders te zien 
  
-Ten //tweede// hebben priesters andere vrouwen dan “gewone mensen”.+De gouden bovenkleding zal ik in de volgende twee paragrafen bespreken. De witte onderkleding in de paragraaf daarna, de paragraaf van de priesters. 
  
-Volgens Weinreb staat de man voor de verborgen kant en de vrouw voor de openbare kant van ons leven. 
  
-De openbare kant van de priester mag niet //chalal// zijn. //Chalal// betekent ‘ontwijd zijn’. Alles wat je hier ziet, hoort en voelt, heeft een geheim. Als je daar geen rekening mee houdt, ontwijd je het, neem je de glans ervan weg. 
  
-De openbare kant van de grote priester moet //bəthoelah// zijn//Bəthoelah// betekent ‘maagdelijk’Volgens Weinreb betekent dit dat haar vrucht niet van deze wereld komt maar van de wereld van God. +====8.4De efod en de chosjèn====
  
-In het Nieuwe Testament wordt Maria, de moeder van Jezus, een maagd genoemd.+In Exodus worden de //efod// en de //chosjèn// het eerst en het uitgebreidst beschreven.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=28&cs-versnummer-3=6-30&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 28:6-30]].))
  
-Zowel de verborgen als de openbare kant van de grote priester is dus op de wereld van God gericht.+Beiden zijn gemaakt van de vier stoffen die ik in hoofdstuk [[dewoningvangod#5. Het voorhangsel|5]] beschreven heb. Daarnaast is er ook goud in verwerkt. De vier stoffen staan voor het aardse en het geestelijke lichaam van de mens en het goud staat voor het licht.
  
-Ten //derde// mogen priesters geen //moem//, geen ‘gebrek, vlek’ hebben. De woning van God waar ze dienstdoen is namelijk een “heilige plek”, een plek waar alles “heel” is.+Volgens de Joodse Overlevering hadden onze voorouders in het paradijs nog geen huidHun lichaam werd omgeven door licht.((Zie [[verdwijnenonzeinstituties#4.1. De alef en de ajin|De alef en de ajin]].)) 
  
 +Hier, bij de //efod// en de //chosjèn//, komt dat licht weer terug.
  
 +Beide kledingstukken bevatten stenen. De //efod// heeft twee stenen en de //chosjèn// heeft twaalf stenen. De stenen van de //efod// vind je op de beide schouderstukken en de stenen van de //chosjèn// op de borst.
  
-====8.3. De bemiddelaars en wij====+In paragraaf [[dewoningvangod#4.3. Wat er in de àrōn ligt|4.3]] schreef ik dat stenen staan voor de verbinding tussen vader en zoon. De vader is hier God en de zoon is hier de mens zoals hij eigenlijk is, de mens die God weerspiegelt.
  
-Elk onderdeel van het gebeuren in de woning van God is ook iets wat zich afspeelt in onszelf, dus ook priesters en grote priesters.+In de twee stenen van de //efod// zijn alle namen van de stamvaders van Israël gegraveerd. Hetzelfde geldt voor de twaalf stenen van de //chosjèn//. Volgens Weinreb zijn die namen aspecten van wie wij eigenlijk zijnvan onze //nəsjamah// dus.((Weinreb, F, //Stenen en kristallen//, p. 9, 10.))
  
-Priesters en grote priesters zijn nog dieper in ons verborgen dan onze //nəsjamah//, ons diepste wezenZe vormen datgene in onszelf, dat ons in contact brengt met God en Zijn wereld. Zelf hebben wij daar geen enkele greep op.+{{  https://d2mpxrrcad19ou.cloudfront.net/item_images/460402/8795280_fullsize.jpg?480 = |Deze ets heet “Aäron en de kandelaar” en is tussen 1931 en 1939 gemaakt door Marc Chagall  }}
  
 +De //nəsjamah// moet aan ons leven hier, het leven van onze //nèfèsj//, leiding geven. Zonder die leiding dwaalt onze //nèfèsj// maar wat rond.
  
 +De leiding van de //nəsjamah// begint bij de //chosjèn//, het kledingstuk op de borst. De borst is de plek waar het hart zit. Zoals ik in paragraaf [[dewoningvangod#3.3. Makers en gevers|3.3.]] schreef, is dat hart een soort verstand, een verstand dat verbanden kan leggen.
  
-=====9De dag dat alles één wordt=====+Met behulp van de letters van de namen op zijn borst geeft Aäron ons antwoorden op onze vragen.
  
 +Het Hebreeuwse woord voor borst is //chazèh//. //Chazèh// is verwant met //chozèh//, wat ‘zien’ betekent. Vanuit zijn borst ziet Aäron alles.((Weinreb, F, //Stenen en kristallen//, p. 6.)) Daar lichten letters van de namen op om de vragen te beantwoorden. Dat gebeuren noemt de Bijbel de //oerīm// en de //thoemīm//, de ‘lichten’ en de ‘volkomenheden’.((Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 201.))
  
-====9.1. In het heilige van de heiligen====+De borst is dus de plek waar de mens alles kent.
  
-Het centrale gedeelte in het boek Leviticus is hoofdstuk [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Leviticus+16&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|16]]. Dat hoofdstuk gaat over de enige dag in het jaar dat de grote priester het //Heilige van de heiligen// mag betreden.+Tot zover de //chosjèn//. 
  
-Het //Heilige van de heiligen// is het derde en hoogste niveau van de woning van GodDaar staat de [[dewoningvangod#4De àrōn|àrōn]], het voorwerp waarin de [[detienwoorden|Tien Woorden]] zich bevinden+De stenen met de namen bevinden zich echter ook op de schouderstukken van de //efod//. De schouders zijn de plek waar de armen beginnenMet de armen handel jeOm te kunnen handelen, moet je steeds kiezen wat je moet doen. Ook dat doe je hier niet met je //nèfèsj//, je psyche, maar met je //nəsjamah//, het deel van je ziel dat van God komt.
  
-Boven die //àrōn// verschijnt God zelf in een wolkHet Hebreeuwse woord voor ‘wolk’ is //‘ənan//. //‘Ənan// is verwant met //‘anah//, wat ‘antwoorden’ betekentDaar, in die wolk, antwoordt God ons dus. Geen antwoord waar je met je verstand of je gevoel wat mee kunt, maar een antwoord dat bedoeld is voor je //nəsjamah//, je diepste wezen.+Daar heb je kennis voor nodigEn voor die kennis heb je de //chosjèn// nodigOm te weten wat je moet doen, moet de //efod// dus verbonden zijn met de //chosjèn//. Dat staat dan ook een paar keer nadrukkelijk in de Bijbeltekst.
  
-Om daar te komen, moet de grote priester het bloed, de bevrijde psyche, meenemen van een stier en een bok. De stier is //qorban// voor hemzelf en de bok is //qorban// voor de gemeenschap van Israël. 
  
-Het Hebreeuwse woord voor stier is //pàr//. //Pàr// is verwant met //parah//, wat ‘vruchtbaar’ betekent. De stier staat dus voor de kracht om nakomelingen voort te brengen, om je leven in onze wereld in stand te houden. 
  
-Het Hebreeuwse woord voor bok is //sa’īr////Sa’īr// is verwant met //se’ar// wat ‘haar’ betekent.+====8.5De blauwe mantel en de gouden plaat====
  
-Volgens de Joodse Overlevering hadden de eerste mensen in het paradijs nog geen huid en ook geen haar. Uit hun lichaam straalde licht van God. Toen zij van de boom van de kennis van goed en kwaad aten, verdween dat licht en werd dat vervangen door huid en haar. Licht staat voor de eenheid en huid en haar voor de veelheid.((Zie ook [[hetboek_leviticus#4.2. Bloedvergieten|Bloedvergieten]]  en [[hetboek_leviticus#4.3. Schaamte|Schaamte]].)) De bok staat dus voor de aantrekkingskracht van de veelheid, van de vele zaken in onze wereld.+Na de //efod// en de //chosjèn// worden de //mə’īl// en de //tsīts// beschreven.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=28&cs-versnummer-3=31-38&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 28:31-38]].))
  
-Zowel het rund als de bok dienen als //chàtāth//, als //qorban// voor de foutenIn hoofdstuk [[opwegnaardeeenheid#7. Asjam en chàtāth|7]] heb ik daar al uitgebreid over geschreven.+De //mə’īl// is de blauwe mantel van AäronBlauw is de kleur van de mens die klaar is, die zijn doel in deze wereld heeft bereikt.
  
-De grote priester zal hen slachten en het bloed, de vrijgemaakte psyche, naar het [[dewoningvangod#4.2. Het deksel van de àrōn|deksel van de àrōn]] brengen.+Aan de onderkant van de mantel bevinden zich om en om granaatappeltjes en belletjes.
  
-Dit deksel staat voor de éénheid, voor dat wat God isHier in deze wereld is die éénheid iets onbestaanbaarsHier in deze wereld staat tegenover ieder “iets” een “tegen-iets”.+De granaatappeltjes zijn van stof gemaakt. Het gaat hier om stof die uit drie kleuren bestaatnamelijk blauw, paars en rood. Alle drie zijn het kleuren van dierlijk materiaal. Samen staan ze voor het aardse lichaam van de mens.((Zie hoofdstuk [[dewoningvangod#5Het voorhangsel|5]].))
  
-Onze psyche leeft in die wereld. Toch komt ze nu met Gods wereld in verbinding+Een granaatappel is een vrucht met veel zaden. Volgens Weinreb staan de granaatappeltjes aan de onderkant van de mantel daarom voor aardse vruchtbaarheid.
  
-Dat gebeurt met behulp van de //roeàch//, de geest, het deel van onze ziel dat onze wereld met Gods wereld kan verbindenNaast het bloed neemt de grote priester namelijk wierook mee. Het bloed staat voor de //nèfèsj//, de psyche, en de wierook staat voor de //roeàch//, de geest.+De belletjes zijn van goudGoud staat voor het licht.
  
-Met een wolkeen //‘Ənan//, van wierook zal hij het deksel aan zijn zicht onttrekken en daarna het bloed erover sprenkelen.+Als de klepeltjes en de klokjes tegen elkaar slaan, maken ze geluid. Het is het moment van de éénwording. Volgens Weinreb staan de belletjes aan de onderkant van de mantel voor hemelse vruchtbaarheid.((WeinrebF (1976) //Korban//, p. 188, 200, 201.))
  
 +De //mə’īl// staat dus voor een lichaam dat zijn taak hier op aarde voltooid heeft en op weg is naar de éénheid.
  
 +De //tsīts// is een plaat van goud op het voorhoofd van Aäron. Op die plaat staat ‘heilig naar JHWH’. JHWH is de Naam van God, de Naam die de tweeheid één maakt. Naar die éénheid is Aäron dus op weg.
  
-====9.2. Naar het land van de splijting====+//Tsīts// kan vertaald worden met ‘bloesem, bloem’De bloem staat weer voor de vruchtbaarheid.
  
-De bok waarvan het bloed op het deksel werd gesprenkeld, wordt de “bok voor //JHWH//” genoemd. //JHWH// is de Naam van God, de Naam die de éénwording van alles bewerkstelligt.+Steeds worden er dus hinten over de éénwording gegeven. Deze éénwording vindt echter pas werkelijk plaats in het “heilige van de heiligen” de plek waar de //àrōn// staat.
  
-Er is echter ook nog een andere bokDeze bok wordt de bok voor //‘Àzazel//”  genoemd+Eénmaal per jaar gaat Aäron naar die plek toe. Hij moet dan echter al zijn “gouden kleren” afleggenHet kalf” wat de Israëlieten vereerden in plaats van God Zelf,((Zie [[hetboek_exodus#7.1 Een cirkel|Een cirkel]].)) was namelijk ook van goud en dat heeft Aäron zelf voor hen gemaakt.((Onderwijzer, A.S. (1897) //Nederlandsche vertaling van den Pentateuch// (met commentaar van Rasji), III, p. 210, 211.))
  
-//‘Àzazel// is een verbinding van twee Hebreeuwse woordenHet eerste woord is //‘àz//, wat ‘kracht, sterkte’ betekent en het tweede woord is //azàl//, wat ‘weggaan, ophouden, opraken’ betekent//‘Àzazel// kun je dus vertalen als ‘(hetweggaan (van dekracht’.+Daarom draagt hij daar alleen maar witte kleren, kleren die ook de gewone priesters dragen.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=3&cs-bijbelhoofdstuk-2=16&cs-versnummer-3=2-4&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Leviticus 16:2-4]].))
  
-Als je dood gaat, gaat al je levenskracht verloren. De “bok voor //‘Àzazel//” is dus de bok die dood zal gaan. 
  
-Op het hoofd van deze bok legt de grote priester zijn beide handen. 
  
-Met je handen heb je de mogelijkheid om zowel het goede als het kwade te doenVaak pakt dat verkeerd uit. Meestal zonder dat je er erg in hebt. Die onopzettelijke zonde noemt de Bijbel //chatah//. In hoofdstuk [[opwegnaardeeenheid#7. Asjam en chàtāth|7]] heb ik het daar uitgebreid over gehad.+====8.6De kleding van Aärons zonen====
  
-Als je //chatah// doet, ga je er echter nog steeds vanuit dat God, de Ene, er is die je leven leidt.+Aärons zonen zijn de “gewone priesters”Zij zijn te vinden in de voorhof en hebben vier kledingstukken:
  
-Als je dat niet meer zietwordt het leven een warboel voor je. Je blijft er van uitgaan dat er in theorie een God is, maar hier in dit leven moet je zelf je hoofd boven water zien te houden en daarvoor keuzes maken in je eigen voordeel. De Bijbel noemt dat //’awon//, wat de oude [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Statenvertaling|Statenvertaling]] vertaalt met “ongerechtigheid”.+  - De //kəthonèth//, een witte mantel. 
 +  - De //migbaōth//, een witte mijter. 
 +  - De //àvnet//, een gordel. 
 +  - De //michnasàjim//, een witte korte broek.
  
-Wanneer God ook als theoretisch gegeven vervalt, is je leven helemaal je eigen zaak geworden. Dat is //pèsjà’//, wat de Statenvertaling vertaalt met “overtreding”.((Zie WeinrebF (1990) //Symboliek//, p. 164,165; Weinreb, F (1984) //Joseph//, p. 219.))+Behalve de //àvnet//, de gordelbestaat elk van deze kledingstukken uit enkel witte stof.
  
-Al deze zonden, of ze nu //chatah//, //’awon// of //pèsjà’// zijn, legt de grote priester op het hoofd van de bok+Een mens met een wit kleed is een mens die één is geworden.((Zie hoofdstuk [[dewoningvangod#5. Het voorhangsel|5]].)) Priesters zijn dus mensen die één geworden zijn.
  
-Beladen met deze zonden wordt de bok naar het land //gəzerah// gestuurd. //Gəzerah// is verwant met //gazàr// wat ‘splijten’ betekent en met //gèzèr//wat ‘stukjedeel’ betekentVolgens de Joodse Overlevering valt de bok in dat land in de afgrondTijdens zijn val splijt hij dan in ontelbare stukjes.+Hun vader Aäron heeft in zijn kleding echter nog de andere kleurennamelijk roodpaars en blauwDeze kleuren staan voor het aardse lichaam. Bij Aäron is het aardse lichaam ook opgenomen in die éénheidBij zijn zonen, de gewone priesters niet. Hun éénheid is een geestelijke éénheid
  
-De bok voor //‘Àzazel// verdwijnt hier dus in de veelheid. Die is nu dood. De bok voor //JHWH// heeft echter de éénheid gevonden. Die leeft nu bij God.+Kleding met blauw, paars, rood en wit is dus heiliger dan witte kleding.
  
-De [[hetboek_genesis#3Tweewording|tweewording]] die in het boek //Genesis// begon is nu ongedaan gemaakt. De “oude mens” is gestorven en de “nieuwe mens” leeft bij God.+Hetzelfde zie je bij de stof van de woning zelfDe voorhof is alleen maar van witte stof en de //misjkan// zelf van blauwe, paarse, rode en witte stof.
  
 +Alleen de //àvnet//, de gordel van de priesters, bestaat uit blauwe, paarse, rode en witte stof. Volgens Weinreb is de gordel dat wat hemel en aarde, Gods wereld en onze wereld, met elkaar verbindt. Het witte staat hier dan voor Gods wereld en het blauwe, paarse en rode voor onze wereld.((Weinreb, F (1976), //Korban//, p. 190.))
  
 +Omhuld door deze kleding kunnen de priesters in de voorhof dienst doen. Dat behoedt hen ervoor te sterven in deze heilige ruimte.(([[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=28&cs-versnummer-3=42-43&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 28:42,43]].))
  
-====9.3 Nieuwe kleren====+Hetzelfde geldt voor hun vader Aäron, maar dan op een hoger niveau.
  
-Degene die de bok voor //‘Àzazel// weggestuurd heeft, wast zichzelf en zijn kleren en komt weer terug. Hetzelfde geldt voor degene die de resten van de stier en de bok voor //JHWH// buiten de legerplaats verbrand heeft. 
  
-De grote priester doet de “witte kleren” uit die hij tijdens zijn handelingen gedragen heeft. De “witte kleren” zijn de gewone priesterkleren. Ze staan voor het geestelijke bestaan dat priesters leiden. Dat geestelijke bestaan legt de grote priester nu af. Eigenlijk gaat hij dus dood. 
  
-Toch eindigt daarmee het verhaal nietDe grote priester wast hij zich en trekt nieuwe “witte kleren” aan. Deze nieuwe witte kleren staan voor zijn nieuwe geestelijke bestaan+====8.7Onze eigen kleding====
  
-Dat is echter nog niet alles. Over de witte klerentrekt hij “gouden kleren” aanDat zijn kleren waar iets van goud in zitkleren alleen een grote priester mag dragen. Ze staan voor zijn nieuwe lichamelijke leven.((Zie [[dewoningvangod#8. Aäron en zijn zonen|Aäron en zijn zonen]].))+Volgens de Joodse Overlevering hebben wijgewone mensen, maar één kledingstukNamelijk de //michnasàjim//de witte korte broek.
  
-{{  http://www.spaightwoodgalleries.com/Media/Chagall/Chagall_Ex_Moses_Aaron_Ves.jpg?430 = |Dit litho is in 1966 gemaakt door Marc Chagall en heet “God geeft Mozes opdracht kleren te maken om in het heiligdom te gebruiken”. Rechts zie je Mozes, de schrijver van de Thorahmet de twee platen waarop God de Tien Woorden geschreven heeft en links Aäron, de grote priester, met zijn “gouden kleren” }}+Ook de priesters en de grote priester hebben dat kledingstukmaar zij hebben daarnaast nog andere kledingstukken. Priesters en de grote priester zijn mensen op een hoger niveau
  
-Het gaat hier niet zomaar om een wisseling van kledingstukken, maar om het ontvangen van een nieuw leven.+“Gewone mensen” hebben alleen de //michnasàjim//. Dat is het kleed waarmee God ons bedekte nadat wij van de boom van de kennis van goed en kwaad hebben gegeten. We raakten God kwijt en schaamden ons wie we zonder Hem waren. Met dat kleed heeft God toen bij ons die schaamte bedekt.((Vergelijk [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=28&cs-versnummer-3=42-42&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 28:42]] met [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=1&cs-bijbelhoofdstuk-2=3&cs-versnummer-3=1-24&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Genesis 3:1-24]].))
  
-Paulus, één van de schrijvers van het christelijke Nieuwe Testament, spreekt dan over het “afleggen van de oude mens en het aandoen van de nieuwe mens”.((Zie [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Efeze+4%3A20-24&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Efeze 4:20-24]].))+//Michnasàjim// komt van //kanàs//, wat ‘verzamelen, bijeenbrengen’ betekent
  
 +Toen de eerste mensen van boom van de kennis van goed en kwaad aten, vielen zij in generaties uiteen. De eerste mensen plantten zich voort. Een volgende generatie groeide op. Zijzelf stierven. De volgende generatie groeide op, enzovoort, enzovoort. Voortplanting brengt dus de dood.
  
 +God gaf ons de //michnasàjim// om onze voortplantingsorganen te bedekken. Zo ‘verzamelt’ hij ons weer, ‘brengt’ Hij ons weer ‘bijeen’.((Zie Weinreb, F (1976), //Korban//, p. 193.))
  
-====9.4. De dag van de bedekking====+De dood heeft dus niet het laatste woord. Door onze kleding en door de kleding van de priester en de grote priester maakt God ons weer één.
  
-De dag waarop dit alles gebeurt, heet [[http://www.kerkenisrael.nl/info/jomkipoer.php|Jōm Kippoer]]. //Jōm Kippoer// betekent ‘dag (van de) bedekking’. Deze dag wordt ook nu nog elk jaar door de joden gevierd. 
  
-Het woord //kippoer//, ‘bedekking’, verwijst naar het deksel dat op de //àrōn// ligt en waarover het bloed van de stier en de bok gesprenkeld is. Het Hebreeuwse woord voor dit deksel is //kàporèth//. Dit //kàporèth// staat voor de éénwording van de fundamentele tweeheid in de wereld. 
  
-Op //Jōm Kippoer// worden alle tegenstellingen verzoend.+=====9De zalfolie=====
  
-Volgens de Joodse Overlevering is //Jōm Kippoer// de dag dat Mozes voor de tweede keer met twee platen de berg af komt.((Zie Weinreb, F (1984) //Halachah//, p. 69.))+De aankleding van de woning van God en van de mensen die daarin dienst doen is niet voldoende. Alles moet ook nog gezalfd worden. Dat zalven gebeurt met speciale zalfolie.((Zie [[http://www.naardensebijbel.nl/?search-class=DB_CustomSearch_Widget-db_customsearch_widget&widget_number=preset-default&-0=vers&cs-booknr-1=2&cs-bijbelhoofdstuk-2=30&cs-versnummer-3=22-25&cs-bijbelvers_v1-4=&search=Zoeken|Exodus 30:22-25]].))
  
-Bij de eerste afdaling had hij de platen kapot geslagen toen hij zijn volk rond het gouden kalf” zag dansen alsof dat hun god was.((Zie [[hetboek_exodus#7Crisis|Crisis]].))+Toen ik de Hebreeuwse namen van de zalfolie-ingrediënten in mijn woordenboek opzocht viel mij op dat ze vaak met vrijheid” of “bevrijding” te maken haddenZalven is dus vrijmakenEcht vrij ben je pas als je verbonden bent met de wereld van God
  
-Bij de tweede afdaling heeft hij nieuwe platen bij zichBij zijn volksgenoten is uitbundigheid dan ver te zoeken. Die hebben zelfs hun versieringen afgelegd((Zie [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Exodus+33%3A4&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Exodus 33:4]].)) en hebben spijt heeft van hun gedrag. +Volgens Weinreb verbindt de zalfolie je met de hemelHet Hebreeuwse woord voor olie is //sjèmèn//. //Sjèmèn// is verwant met //sjamàjim//wat ‘hemel’ betekent.((WeinrebF (1976)//Korban//, p187.))
- +
-De platen zijn beschreven met [[detienwoorden|Tien Woorden]]de structuur van de mensDe platen staan dus voor wie de mens eigenlijk is. Toen Mozes de platen in stukken brakwerd die mens vernietigdmaar nu komt hij terug met de “nieuwe mens”.+
  
  
Regel 708: Regel 710:
 Het hoofddocument van de //Hebreeuwse Bijbel// is: Het hoofddocument van de //Hebreeuwse Bijbel// is:
  
-  * [[dehebreeuwsebijbel|De Hebreeuwse Bijbel]]+[[dehebreeuwsebijbel|De Hebreeuwse Bijbel]] 
  
 Het hoofddocument van de //Thorah// is: Het hoofddocument van de //Thorah// is:
  
-  * [[dethorah|De Thorah]] +[[dethorah|De Thorah]]
- +
-Het document waar “op weg naar de eenheid” bij hoort is:+
  
-  * [[hetboek_leviticus|Het boek Leviticus]] 
  
-Het document dat evenals op weg naar de eenheid” bij “het boek Leviticus” hoort is:+Het document waar “de woning van God” bij hoort is:
  
-  * [[hoedewegnaardeeenheidbegint|Hoe de weg naar de eenheid begint]]+[[hetboek_exodus|Het boek Exodus]]