Site-hulpmiddelen

Gebruikershulpmiddelen


Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
Laatste revisieBeide kanten volgende revisie
opwegnaardeeenheid [2014/02/03 15:44] josquakopwegnaardeeenheid [2014/06/23 16:53] – [4.1. Vogels] josquak
Regel 8: Regel 8:
 Het [[hethebreeuws|Hebreeuwse]] woord voor die tent is //misjkan//. In het document [[dewoningvangod|De woning van God]] heb ik die //misjkan// met alles erop en eraan beschreven. Bij nader inzicht bleek het niet om een nomadentent van een nomadengod te gaan, maar om een voorstelling van wie wij mensen ten diepste zijn en van de wereld waarin dat diepste zelf leeft. Het [[hethebreeuws|Hebreeuwse]] woord voor die tent is //misjkan//. In het document [[dewoningvangod|De woning van God]] heb ik die //misjkan// met alles erop en eraan beschreven. Bij nader inzicht bleek het niet om een nomadentent van een nomadengod te gaan, maar om een voorstelling van wie wij mensen ten diepste zijn en van de wereld waarin dat diepste zelf leeft.
  
-Die wereld is niet de wereld waar wij normaal gesproken in leven. In díe wereld bestaat alles uit tegenstellingen. +Die wereld is niet de wereld waar wij normaal gesproken in leven. In de wereld waar wij normaal gesproken in leven bestaat alles uit tegenstellingen. 
  
 Zonder tegenstellingen kunnen wij niet eens denken. Volgens de [[dehebreeuwsebijbel|Hebreeuwse Bijbel]], het boek waar ook Exodus deel van uit maakt, zijn al die paren echter afsplitsingen van iets wat één is. Die éénheid noemt zij “God” en het splitsingsproces noemt zij “schepping”. Een schepping die pas af is als alles ook weer terugkeert naar de éénheid, naar God. Zonder tegenstellingen kunnen wij niet eens denken. Volgens de [[dehebreeuwsebijbel|Hebreeuwse Bijbel]], het boek waar ook Exodus deel van uit maakt, zijn al die paren echter afsplitsingen van iets wat één is. Die éénheid noemt zij “God” en het splitsingsproces noemt zij “schepping”. Een schepping die pas af is als alles ook weer terugkeert naar de éénheid, naar God.
Regel 208: Regel 208:
 Het Hebreeuwse woord voor tortelduif is //thōr//. //Thōr// is verwant met //thorah//. De //thorah// is de kern van de Hebreeuwse Bijbel. Een tortelduif is dus iets heel bijzonders. Het is een boodschap van God zelf. Het Hebreeuwse woord voor tortelduif is //thōr//. //Thōr// is verwant met //thorah//. De //thorah// is de kern van de Hebreeuwse Bijbel. Een tortelduif is dus iets heel bijzonders. Het is een boodschap van God zelf.
  
-Als dat je “dier” is, ben je een boodschap van God in je de omgeving. +Als dat je “dier” is, ben je een boodschap van God in je omgeving. 
  
 Het Hebreeuwse woord voor jonge duif is //ben-jōnah//. Letterlijk betekent dat ‘zoon van een duif’. Het Hebreeuwse woord voor jonge duif is //ben-jōnah//. Letterlijk betekent dat ‘zoon van een duif’.
Regel 258: Regel 258:
 In de eerste afbeelding beschrijf ik de stappen zoals ze in [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Leviticus+1%3A14-17&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Leviticus 1:14-17]] staan: In de eerste afbeelding beschrijf ik de stappen zoals ze in [[http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Leviticus+1%3A14-17&id42=1&id17=1&id47=1&l=nl&set=10|Leviticus 1:14-17]] staan:
  
-{{  olah_2.png?550  }}+{{  olah_2.png?560  }}
  
 In de tweede afbeelding maak ik de vertaalslag naar ons eigen leven: In de tweede afbeelding maak ik de vertaalslag naar ons eigen leven:
  
-{{  olah_betekenis_2.png?620  }}+{{  olah_betekenis_2.png?630  }}
  
  
Regel 325: Regel 325:
 Zoals ik al schreef, volgt //minchah// op //’olah//. Eerst openen we zelf de kring van onze //nèfèsj//, onze psyche. Dan brengt de priester deze //nèfèsj//, die nu in harmonie is met ons diepste wezen, in contact met God.((Zie Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 55, 56.)) Zoals ik al schreef, volgt //minchah// op //’olah//. Eerst openen we zelf de kring van onze //nèfèsj//, onze psyche. Dan brengt de priester deze //nèfèsj//, die nu in harmonie is met ons diepste wezen, in contact met God.((Zie Weinreb, F (1976) //Korban//, p. 55, 56.))
  
-{{  olah_minchah.png?600  }}+{{  olah_minchah.png?620  }}
  
  
Regel 354: Regel 354:
 Net als bij //ólah// mogen de dieren om tot God te naderen bij //zèvach hà-sjəlamīm// runderen, schapen of geiten zijn. Bij //’olah// mocht dat dier echter alleen  mannelijk zijn. Bij //zèvach hà-sjəlamīm// mag dat dier ook vrouwelijk zijn. Net als bij //ólah// mogen de dieren om tot God te naderen bij //zèvach hà-sjəlamīm// runderen, schapen of geiten zijn. Bij //’olah// mocht dat dier echter alleen  mannelijk zijn. Bij //zèvach hà-sjəlamīm// mag dat dier ook vrouwelijk zijn.
  
-In paragraaf [[opwegnaardeeenheid#3.2. Drie voorwaarden|3.2]] schreef ik dat het mannelijke staat voor de verborgen kant van de dingen. Het vrouwelijke staat daarentegen voor de openbare kant van de dingen. Als er vrede is in je lichaam en in je psyche is er ook vrede tussen je verborgen en je openbare kant. Het maakt dan niet uit welke kant je van jezelf bij God brengt.+In paragraaf [[opwegnaardeeenheid#3.2. Drie voorwaarden|3.2]] schreef ik dat het mannelijke staat voor de verborgen kant van de dingen. Het vrouwelijke staat daarentegen voor de openbare kant van de dingen.((Zie Weinreb, F (1982) //Martha en Maria - De vrouw//, p. 14, 15.)) Als er vrede is in je lichaam en in je psyche is er ook vrede tussen je verborgen en je openbare kant. Het maakt dan niet uit welke kant je van jezelf bij God brengt.
  
 Als je met je lichaam en je psyche op pad gaat naar God, gaat daar weer van alles mee gebeuren.  Als je met je lichaam en je psyche op pad gaat naar God, gaat daar weer van alles mee gebeuren. 
Regel 504: Regel 504:
 In de volgende afbeelding zet ik de hoofdverschillen tussen deze vormen nog eens op een rij: In de volgende afbeelding zet ik de hoofdverschillen tussen deze vormen nog eens op een rij:
  
-{{  3_vormen_van_qorban.png?600  }}+{{  3_vormen_van_qorban.png?620  }}
  
  
Regel 531: Regel 531:
 Eerst brengen ze //chàtāth// voor de fouten die ze tot dan toe gemaakt hebben. Vervolgens brengen ze //’olah// waarmee ze hun hele leven hier aan God geven.  Eerst brengen ze //chàtāth// voor de fouten die ze tot dan toe gemaakt hebben. Vervolgens brengen ze //’olah// waarmee ze hun hele leven hier aan God geven. 
  
-Daarna brengen ze een speciaal soort //qorban// dat //miloeīm// genoemd wordt. //Miloeīm// is verwant met //male// wat ‘vullen, voltooien’ betekent. Het bloed van dit //qorban// wordt door Mozes, de [[dethorah#2. De schrijver van de Thorah|schrijver van de Thorah]], op hun rechteroor, rechterduim en rechterteen gesmeerd. +Daarna brengen ze een speciaal soort //qorban// dat //miloeīm// genoemd wordt. //Miloeīm// is verwant met //male// wat ‘vullen, voltooien’ betekent. Het bloed van dit //qorban// wordt door Mozes, de [[dethorah#2. De schrijver van de Thorah|schrijver van de Thorah]], op hun rechteroor, rechterduim en rechter grote teen gesmeerd. 
  
-Rechts is de goede kant, de kant van God.((Zie paragraaf [[opwegnaardeeenheid#6.4. Eten|6.4]].)) Het rechteroor staat dan voor het horen wat God zegt, de rechterduim voor het doen wat God wil, en de rechterteen voor het gaan van Gods weg.+Rechts is de goede kant, de kant van God.((Zie paragraaf [[opwegnaardeeenheid#6.4. Eten|6.4]].)) Het rechteroor staat dan voor het horen wat God zegt, de rechterduim voor het doen wat God wil, en de rechter grote teen voor het gaan van Gods weg.
  
 Dan “vult” Mozes de “handpalmen” van de priesters. Het Hebreeuwse woord voor handpalm is //kàf//. De [[20_kaf|kaf]] is ook een Hebreeuwse letter. Het [[hethebreeuws#2.4. Het beeld|beeld]] van deze letter is de “hand in beweging”, de hand die iets doet. Door hun handpalmen te vullen, stelt Mozes ze in staat iets aan God te geven. Hij vult ze met: Dan “vult” Mozes de “handpalmen” van de priesters. Het Hebreeuwse woord voor handpalm is //kàf//. De [[20_kaf|kaf]] is ook een Hebreeuwse letter. Het [[hethebreeuws#2.4. Het beeld|beeld]] van deze letter is de “hand in beweging”, de hand die iets doet. Door hun handpalmen te vullen, stelt Mozes ze in staat iets aan God te geven. Hij vult ze met: