Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisieLaatste revisieBeide kanten volgende revisie |
hethebreeuwsendemens [2014/02/07 11:23] – josquak | hethebreeuwsendemens [2014/02/07 14:17] – [1. Het spreken van boven komt van beneden] josquak |
---|
[[http://nl.wikipedia.org/wiki/Harry_Kuitert|Harry Kuitert]] (1974) in //Zonder geloof vaart niemand wel//. | [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Harry_Kuitert|Harry Kuitert]] (1974) in //Zonder geloof vaart niemand wel//. |
| |
In een [[http://issuu.com/volzin/docs/volzin20kuitert/2?e=3499788/6629785|interview met Jan Hooydonk voor het tijdschrift Volzin (2011)]] zegt de Nederlandse theoloog Harry Kuitert dat hij niet meer in [[isgoddood|God]] gelooft, ‘//ook niet in eentje die niet bestaat//’. | In een [[http://issuu.com/volzin/docs/volzin20kuitert/2?e=3499788/6629785|interview met Jan van Hooydonk voor het tijdschrift Volzin (2011)]] zegt de Nederlandse theoloog Harry Kuitert dat hij niet meer in [[isgoddood|God]] gelooft, ‘//ook niet in eentje die niet bestaat//’. |
| |
Met die laatste woorden doelt hij op de “atheïstische dominee” [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Klaas_Hendrikse|Klaas Hendrikse]] die een boek schreef met de titel //Geloven in een God die niet bestaat//. Volgens Kuitert ‘//houdt//’ Hendrikse ‘//ten onrechte vast aan God als centraal oriëntatiepunt//’ | Met die laatste woorden doelt hij op de “atheïstische dominee” [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Klaas_Hendrikse|Klaas Hendrikse]] die een boek schreef met de titel //Geloven in een God die niet bestaat//. Volgens Kuitert ‘//houdt//’ Hendrikse ‘//ten onrechte vast aan God als centraal oriëntatiepunt//’ |
| |
God is en blijft voor Kuitert een bedenksel van mensen. We kunnen wel zeggen dat God ons dénken te bóven gaat, maar ook dát is iets wat wijzelf hebben bedacht. Theologie kan ons dus niets leren over God. Ze kan ons alleen maar informeren ‘//over wat mensen over zichzelf denken en zeggen wanneer ze over God spreken//’. | God is voor Kuitert een bedenksel van mensen. We kunnen wel zeggen dat God ons dénken te bóven gaat, maar ook dát is iets wat wijzelf hebben bedacht. Theologie kan ons dus niets leren over God. Ze kan ons alleen maar informeren ‘//over wat mensen over zichzelf denken en zeggen wanneer ze over God spreken//’. |
| |
Kuitert gelooft niet in God, maar ‘//in ménsen//’. Mensen kunnen namelijk ‘//hun leven onder woorden brengen//’. Scheppen noemt de Bijbel dat. | Kuitert gelooft niet in God, maar ‘//in ménsen//’. Mensen kunnen namelijk ‘//hun leven onder woorden brengen//’. Scheppen noemt de Bijbel dat. |
Het gaat hier over [[wieisjezus|Jezus]], de centrale persoon van het christendom. Jezus wordt hier de belichaming van het Woord genoemd en dat kan niet anders dan de [[dehebreeuwsebijbel|Hebreeuwse Bijbel]] zijn, het boek dat christenen kennen als het “Oude Testament”. Voor Johannes en de andere schrijvers van het Nieuwe Testament was dat boek namelijk het Woord van God waar zij zich op baseerden. | Het gaat hier over [[wieisjezus|Jezus]], de centrale persoon van het christendom. Jezus wordt hier de belichaming van het Woord genoemd en dat kan niet anders dan de [[dehebreeuwsebijbel|Hebreeuwse Bijbel]] zijn, het boek dat christenen kennen als het “Oude Testament”. Voor Johannes en de andere schrijvers van het Nieuwe Testament was dat boek namelijk het Woord van God waar zij zich op baseerden. |
| |
Zonder dat Woord zou Jezus slechts een subjectief mens zijn. Als belichaming van dat Woord kon hij zelfs “de Waarheid” genoemd worden. | Zonder dat Woord zou Jezus slechts een subjectief mens zijn. Als belichaming van dat Woord kan hij zelfs “de Waarheid” genoemd worden. |
| |
Kuiterts vergelijking wordt hier dus omgedraaid. Volgens Kuitert komt het woord voort uit de mens. Volgens Johannes en de andere schrijvers van het Nieuwe Testament komt de mens voort uit het Woord, zelfs als die mens “Jezus” heet. | Kuiterts vergelijking wordt hier dus omgedraaid. Volgens Kuitert komt het woord voort uit de mens. Volgens Johannes en de andere schrijvers van het Nieuwe Testament komt de mens voort uit het Woord, zelfs als die mens “Jezus” heet. |
Voor de joden heeft het Hebreeuws echter een meerwaarde. Ze zien die taal als een bouwplan. Met behulp van dit bouwplan heeft God Zijn hele schepping opgebouwd. | Voor de joden heeft het Hebreeuws echter een meerwaarde. Ze zien die taal als een bouwplan. Met behulp van dit bouwplan heeft God Zijn hele schepping opgebouwd. |
| |
De [[weinrebendejoodseoverlevering#3. De Kabbala|kabbalisten]], de joodse mystici, zeggen daar van alles over in hun geschriften. Als je het bouwplan kent, zeggen ze, ken je ook het bouwwerk. | De [[weinrebendejoodseoverlevering#3. De Kabbala|kabbalisten]], de joodse mystici, zeggen daar van alles over in hun geschriften. Als je het bouwplan kent, zeggen ze, ken je ook het bouwwerk. Dat bouwwerk is Gods schepping, de wereld die wij kunnen zien, horen, voelen en bedenken. |
| |
In dat bouwwerk, Gods schepping, neemt de mens een bijzondere plaats in. Volgens [[weinrebenwaarheid|Friedrich Weinreb]] heeft God alle verschijnselen in de mens samengevat.((Weinreb, Friedrich (1976), //De Bijbel als schepping//, p. 61.)) | In die schepping neemt de mens een bijzondere plaats in. Volgens [[weinrebenwaarheid|Friedrich Weinreb]] heeft God alle verschijnselen in de mens samengevat.((Weinreb, Friedrich (1976), //De Bijbel als schepping//, p. 61.)) |
| |
| |