Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
degrammaticavanhethebreeuws [2013/01/23 22:35] – [8.3. Piël, poeal en hitpael] josquak | degrammaticavanhethebreeuws [2016/04/27 12:06] (huidige) – josquak | ||
---|---|---|---|
Regel 4: | Regel 4: | ||
=====1. Inleiding===== | =====1. Inleiding===== | ||
- | Dit document gaat over de grammatica van het [[hethebreeuws|Hebreeuws]]. Met grammatica bedoel ik niet de rijtjes en uitzonderingen die je uit je hoofd moet leren om de taal “Hebreeuws” te kunnen schrijven en spreken. | + | Dit document gaat over de grammatica van het [[hethebreeuws|Hebreeuws]]. |
- | Volgens de oude joodse [[http:// | + | Bij grammatica denk je waarschijnlijk aan de rijtjes en uitzonderingen die je uit je hoofd moet leren om een taal te kunnen schrijven en spreken. In dit geval zou het dan om het “Hebreeuws” gaan. |
+ | |||
+ | Volgens de oude joodse [[http:// | ||
+ | |||
+ | De grammatica van die taal is voor hen geen gewone grammatica. De “regels” van de grammatica zijn voor hen geen gewone | ||
Als een Hebreeuws woord bijvoorbeeld een naamwoord is, mannelijk is en in het meervoud staat, zegt dat iets over de manier waarop God in dat woord in onze situatie belandt. | Als een Hebreeuws woord bijvoorbeeld een naamwoord is, mannelijk is en in het meervoud staat, zegt dat iets over de manier waarop God in dat woord in onze situatie belandt. | ||
Regel 16: | Regel 20: | ||
=====2. De drieletterige stam===== | =====2. De drieletterige stam===== | ||
- | Het [[hethebreeuws|Hebreeuws]] kent twee soorten woorden: | + | Het Hebreeuws kent twee soorten woorden: |
- Woorden die gekenmerkt worden door een //stam//. | - Woorden die gekenmerkt worden door een //stam//. | ||
- Woordjes of letters die ik voor het gemak [[degrammaticavanhethebreeuws# | - Woordjes of letters die ik voor het gemak [[degrammaticavanhethebreeuws# | ||
- | Elk Hebreeuws werkwoord en elk Hebreeuws bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord heeft een //stam//. Zo’n //stam// bestaat vrijwel altijd uit drie [[dehebreeuwseletters|Hebreeuwse letters]].((Er zijn ook stammen met twee letters, maar die vormen een minderheid.)) Samen bepalen die stamletters de grondbetekenis van het woord. | + | Elk Hebreeuws werkwoord en elk Hebreeuws bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord heeft een //stam//. Zo’n //stam// bestaat vrijwel altijd uit drie Hebreeuwse letters.((Er zijn ook stammen met twee letters, maar die vormen een minderheid.)) Samen bepalen die stamletters de grondbetekenis van het woord. |
- | Een voorbeeld van zo’n drieletterige //stam// is //kaf-thau-bēth//. De eerste letter van deze stam is dus een [[20_kaf|kaf]], de tweede letter een [[400_thau|thau]] en de derde letter een [[2_beth|bēth]]. | + | Een voorbeeld van zo’n drieletterige //stam// is //kàf-thaw-bēth//. De eerste letter van deze stam is dus een [[20_kaf|kàf]], de tweede letter een [[400_thaw|thaw]] en de derde letter een [[2_beth|bēth]]. |
In het Hebreeuws staat er dan: | In het Hebreeuws staat er dan: | ||
Regel 29: | Regel 33: | ||
{{ 3_stam_1.png? | {{ 3_stam_1.png? | ||
- | De leesrichting van de stam //kaf-thau-bēth// en van welk Hebreeuws woord dan ook, is tegengesteld aan die van het Nederlands. In het Nederlands en de andere westerse talen lees je van links naar rechts, maar in het Hebreeuws van rechts naar links. | + | De leesrichting van de stam //kàf-thaw-bēth// en van welk Hebreeuws woord dan ook, is tegengesteld aan die van het Nederlands. In het Nederlands en de andere westerse talen lees je van links naar rechts, maar in het Hebreeuws van rechts naar links. |
- | In het Hebreeuws zijn rechts en links geen willekeurige begrippen. Het Hebreeuwse woord voor “rechts” is //jamīn// en dat voor “links” is //semol//. //Jamīn// betekent ook ‘zuidkant’ en //semol// ‘noordkant’. //Jamīn// staat dus voor de lichtkant, de kant waar de zon het hoogst staat, en //semol// voor de nachtkant. | + | In het Hebreeuws zijn rechts en links geen willekeurige begrippen. Het Hebreeuwse woord voor “rechts” is //jamīn// en dat voor “links” is //səmal//. //Jamīn// betekent ook ‘zuidkant’ en //səmal// ‘noordkant’. //Jamīn// staat dus voor de lichtkant, de kant waar de zon het hoogst staat, en //səmal// voor de nachtkant. |
In elk Hebreeuws woord legt God een weg af. Een weg die van rechts naar links gaat. Een weg van het licht naar de duisternis. Een weg die op z’n zachtst gezegd niet over rozen gaat. | In elk Hebreeuws woord legt God een weg af. Een weg die van rechts naar links gaat. Een weg van het licht naar de duisternis. Een weg die op z’n zachtst gezegd niet over rozen gaat. | ||
Regel 43: | Regel 47: | ||
- De derde, linkse letter staat voor de aardse situatie waarin het woord belandt. | - De derde, linkse letter staat voor de aardse situatie waarin het woord belandt. | ||
- | Voor onze voorbeeldstam, | + | Voor onze voorbeeldstam, |
{{ 3_stam_2.png? | {{ 3_stam_2.png? | ||
Regel 57: | Regel 61: | ||
De drie stamletters bepalen de grondbetekenis van een Hebreeuws woord. Maar binnen die grondbetekenis zijn nuances mogelijk. Die nuances worden bepaald door: | De drie stamletters bepalen de grondbetekenis van een Hebreeuws woord. Maar binnen die grondbetekenis zijn nuances mogelijk. Die nuances worden bepaald door: | ||
- | - De [[hethebreeuwsendemens#6. De klinkers|klinkers]] van deze stamletters. | + | - De [[hethebreeuws#3.1. Tekentjes voor de klinkers|klinkers]] van deze stamletters. |
- | - De extra letters die rond de drie stamletters staan. | + | - Extra letters die rond de drie stamletters staan. |
- | Als voorbeeld neem ik weer de stam //kaf-thau-bēth// | + | Als voorbeeld neem ik weer de stam //kàf-thaw-bēth//. In mijn Hebreeuwse |
- | //Kathāv// betekent ‘(in, op, be, voor)schrijven’ en // | + | - //kathàv//.((De [[2_beth|bēth]], de b, spreek je hier uit als een v. Zie [[hethebreeuws# |
+ | - // | ||
+ | - // | ||
- | Hetzelfde geldt voor het derde woord, // | + | //Kathàv// en //kəthav// hebben precies dezelfde letters, maar verschillende klinkers. De klinkers van //kathàv// zijn //qamèts// en // |
+ | |||
+ | //Kathàv// betekent ‘(in, op, be, voor)schrijven’ en //kəthav// betekent ‘(ge)schrift, | ||
+ | |||
+ | Hetzelfde geldt voor het derde woord, // | ||
Samenvattend: | Samenvattend: | ||
Regel 70: | Regel 80: | ||
{{ 3_stam_kaf_thau_beth.png? | {{ 3_stam_kaf_thau_beth.png? | ||
- | Voor de duidelijkheid heb ik de extra letters en de klinkers | + | Voor de duidelijkheid heb ik de extra letters en de klinkers |
+ | |||
+ | In [[dehebreeuwsebijbel|Hebreeuwse Bijbels]] zie je de [[hethebreeuws# | ||
+ | |||
+ | De [[400_thaw|thaw]] aan het einde van de stam // | ||
- | In [[dehebreeuwsebijbel|Hebreeuwse Bijbels]] zie je de [[hethebreeuwsendemens# | + | Terug naar // |
- | De [[400_thau|thau]] aan het einde van de stam // | + | Elk van deze woorden kan vervoegd of verbogen worden. Ook dan komen er weer klinkers en extra letters bij kijken. |
- | De klinkers en extra letters geven ook grammaticale informatie over een stam. Aan die klinkers en die extra letters kun je zien of de stam een werkwoord of een naamwoord is. En als de stam een werkwoord is kun je er aan zien in welke persoon het woord is, wat het geslacht van het woord is, of er sprake is van enkelvoud of van meervoud. | + | Aan die klinkers en die extra letters kun je zien in welke persoon het woord staat, wat het geslacht van het woord is en of er sprake is van enkelvoud of van meervoud. Ze geven dus grammaticale informatie over het woord. |
Regel 85: | Regel 99: | ||
====4.1. Inleiding==== | ====4.1. Inleiding==== | ||
- | Het Hebreeuws kent verschillende soorten werkwoorden. De belangrijkste zijn wat ik het “werkwoord van het ogenblik” en het “werkwoord van de duur” noem.((Zie [[degeschiedenisvanhethebreeuws# | + | Het Hebreeuws kent verschillende soorten werkwoorden. De belangrijkste zijn wat ik het “werkwoord van het ogenblik”((Dat is de werkwoordsvorm die wij tegenwoordig het // |
Weinreb heeft het over de snelle tijd en de trage tijd, de tijd die in een flits voorbij is en de tijd die voortkabbelt.((Weinreb, | Weinreb heeft het over de snelle tijd en de trage tijd, de tijd die in een flits voorbij is en de tijd die voortkabbelt.((Weinreb, | ||
Regel 95: | Regel 109: | ||
De snelle tijd is de Goddelijke tijd. | De snelle tijd is de Goddelijke tijd. | ||
- | In het Bijbelse verhaal van de [[http:// | + | In het Bijbelse verhaal van de // |
- | Laten we teruggaan naar ons voorbeeld. Naar de stam //kaf-thau-bēth// die ‘schrijven’ betekent. | + | Laten we teruggaan naar ons voorbeeld. Naar de stam //kàf-thaw-bēth// die ‘schrijven’ betekent. |
- | De “hij-vorm” van het “werkwoord van het ogenblik” is daar //kathāv//. Dat betekent ‘hij schrijft (in één ogenblik)’: | + | De “hij-vorm” van het “werkwoord van het ogenblik” is daar //kathàv//. Dat betekent ‘hij schrijft (in één ogenblik)’: |
{{ werk_naamwoorden_1.png? | {{ werk_naamwoorden_1.png? | ||
Je ziet dat deze vorm identiek is aan de stam zelf. Het woordje “hij” wordt hier dus niet weergegeven. Er is alleen maar de bliksemsnelle actie van het schrijven. | Je ziet dat deze vorm identiek is aan de stam zelf. Het woordje “hij” wordt hier dus niet weergegeven. Er is alleen maar de bliksemsnelle actie van het schrijven. | ||
+ | |||
+ | De klinkers heb ik trouwens niet oranje, maar rood gekleurd. Dit om aan te geven dat ze ons niet informeren over de betekenis van het woord, maar over de grammatica ervan. | ||
Regel 111: | Regel 127: | ||
De trage tijd is de tijd waarin wij, mensen, leven. Ook in deze trage tijd werkt God. Niet als “God”, maar als “de HEERE” of “de HEERE God”. | De trage tijd is de tijd waarin wij, mensen, leven. Ook in deze trage tijd werkt God. Niet als “God”, maar als “de HEERE” of “de HEERE God”. | ||
- | ‘God’ is de vertaling van het Hebreeuwse //Elohīm//. En ‘HEERE’ of ‘HERE’ of ‘HEER’ is de vertaling van // | + | ‘God’ is de vertaling van het Hebreeuwse //Èlohīm//. En ‘HEERE’ of ‘HERE’ of ‘HEER’ is de vertaling van // |
- | De Naam //JHWH// klinkt het eerst in het Bijbelvers Genesis 2:4, waar het [[http:// | + | De Naam //JHWH// klinkt het eerst in het Bijbelvers Genesis 2:4, waar het //tweede scheppingsverhaal// |
In dit tweede scheppingsverhaal schept God op een andere manier. Veel trager. En onderweg gaat er van alles mis. God raakt ons, Zijn schepsels, kwijt en besluit ons achterna te gaan om ons terug te winnen. | In dit tweede scheppingsverhaal schept God op een andere manier. Veel trager. En onderweg gaat er van alles mis. God raakt ons, Zijn schepsels, kwijt en besluit ons achterna te gaan om ons terug te winnen. | ||
Regel 119: | Regel 135: | ||
God betreedt onze tijd. Dat is JHWH. | God betreedt onze tijd. Dat is JHWH. | ||
- | Vanaf Genesis 2:4 tot aan het einde van de //Thorah//((De //Thorah// is de kern van de [[dehebreeuwsebijbel|Hebreeuwse Bijbel]].)) begeleidt Hij de generaties van de mens.((Weinreb, | + | Vanaf Genesis 2:4 tot aan het einde van de [[dethorah|Thorah]]((De //Thorah// is de kern van de [[dehebreeuwsebijbel|Hebreeuwse Bijbel]].)) begeleidt Hij de generaties van de mens.((Weinreb, |
- | De //Thorah// kent 26 generaties. De eerste generatie is Adam en de zesentwintigste generatie is Mozes. 26 is ook de [[dehebreeuwseletters|getalswaarde]] van de Naam JHWH. | + | De //Thorah// kent 26 generaties. De eerste generatie is Adam en de zesentwintigste generatie is Mozes. 26 is ook de getalswaarde van de Naam JHWH. |
- | JHWH bestaat uit de letters jōd, hēh, waw en hēh. De [[10_jod|jōd]] heeft de getalswaarde 10, de [[5_heh|hēh]] de getalswaarde 5 en de [[6_waw|waw]] de getalswaarde 6. De getalswaarde van //jōd-hēh-waw-hēh// is dus 10 + 5 + 6 + 5 = 26: | + | JHWH bestaat uit de letters |
{{ de_naam_jhwh_1.png? | {{ de_naam_jhwh_1.png? | ||
Regel 131: | Regel 147: | ||
Dit alles wordt uitgedrukt met het “werkwoord van de duur”. | Dit alles wordt uitgedrukt met het “werkwoord van de duur”. | ||
- | Terug naar ons voorbeeld. Naar de stam //kaf-thau-bēth//. | + | Terug naar ons voorbeeld. Naar de stam //kàf-thaw-bēth//. |
De “hij-vorm” van het “werkwoord van de duur” is daar //jikthov //. Dat betekent ‘hij is (voortdurend) bezig met schrijven’. In het verleden ‘schreef hij’, nu ‘schrijft hij’ en ook in de toekomst ‘zal hij schrijven’. | De “hij-vorm” van het “werkwoord van de duur” is daar //jikthov //. Dat betekent ‘hij is (voortdurend) bezig met schrijven’. In het verleden ‘schreef hij’, nu ‘schrijft hij’ en ook in de toekomst ‘zal hij schrijven’. | ||
Regel 139: | Regel 155: | ||
{{ werk_naamwoorden_2.png? | {{ werk_naamwoorden_2.png? | ||
- | Bij //jikthov// spelen andere klinkers een rol dan bij //kathāv//, het “werkwoord van het ogenblik” bovenaan de afbeelding. Ook is er sprake van een extra letter. Namelijk de [[10_jod|jōd]] helemaal aan het begin. | + | Bij //jikthov// spelen andere klinkers een rol dan bij //kathàv//, het “werkwoord van het ogenblik” bovenaan de afbeelding. Ook is er sprake van een extra letter. Namelijk de [[10_jod|jōd]] helemaal aan het begin. Een [[10_jod|jōd]] die ik om haar grammaticale functie rood heb gekleurd. |
- | Deze [[10_jod|jōd]] geeft het woordje “hij” weer. Het beeld dat bij de [[10_jod|jōd]] | + | Deze [[10_jod|jōd]] geeft het woordje “hij” weer. Het beeld dat bij de [[10_jod|jōd]] |
- | Ook JHWH, // jōd-hēh-waw-hēh//, de God die meegaat met de 26 generaties, begint met een [[10_jod|jōd]]. JHWH zou je kunnen vertalen als //‘Hij die er was, die er is en die er zal zijn’// | + | Ook JHWH, // |
JHWH is dus iemand die ons, mensen, op onze hele weg begeleidt, welke kuren we ook hebben. Iemand die raad met ons weet, wat we ook verziekt hebben. | JHWH is dus iemand die ons, mensen, op onze hele weg begeleidt, welke kuren we ook hebben. Iemand die raad met ons weet, wat we ook verziekt hebben. | ||
Regel 155: | Regel 171: | ||
Het // | Het // | ||
- | Laten we weer naar ons voorbeeld kijken. Naar de stam //kaf-thau-bēth//. Het naamwoord met een “hij-uitgang” is daar // | + | Laten we weer naar ons voorbeeld kijken. Naar de stam //kàf-thaw-bēth//. Het naamwoord met een “hij-uitgang” is daar // |
De “hij-vorm” van het “naamwoord” zie je rechts onderaan de volgende afbeelding: | De “hij-vorm” van het “naamwoord” zie je rechts onderaan de volgende afbeelding: | ||
Regel 163: | Regel 179: | ||
Ook hier is weer sprake van andere klinkers. En ook van een extra letter. In dit geval een [[6_waw|waw]], | Ook hier is weer sprake van andere klinkers. En ook van een extra letter. In dit geval een [[6_waw|waw]], | ||
- | Deze [[6_waw|waw]] geeft weer dat het boek ‘van hem’ is. Het beeld dat bij de [[6_waw|waw]] hoort is de [[dehebreeuwseletters|haak]]. Een haak verbindt zich met iets. In dit geval met ‘het boek’. | + | Deze [[6_waw|waw]] geeft weer dat het boek ‘van hem’ is. Het beeld dat bij de [[6_waw|waw]] hoort is de haak. Een haak verbindt zich met iets. In dit geval met ‘het boek’. |
Regel 208: | Regel 224: | ||
====5.2. Hij==== | ====5.2. Hij==== | ||
- | Het Hebreeuwse woord voor ‘hij’ is //hoe//. Dit woordje heeft te maken met het woordje //hejeh//, wat ‘zijn’, ‘aanwezig zijn’ betekent. Beiden bevatten namelijk letters van de Naam van God, van JHWH, ‘Hij Die er was, er is en er zal zijn’.((Weinreb, | + | Het Hebreeuwse woord voor ‘hij’ is //hoe//. Dit woordje heeft te maken met het woordje //hajah//, wat ‘zijn’, ‘aanwezig zijn’ betekent. Beiden bevatten namelijk letters van de Naam van God, van JHWH, ‘Hij Die er was, er is en er zal zijn’.((Weinreb, |
Twee van de letters van JHWH, de [[10_jod|jōd]] en de [[6_waw|waw]], | Twee van de letters van JHWH, de [[10_jod|jōd]] en de [[6_waw|waw]], | ||
Regel 222: | Regel 238: | ||
Dit verandert als God “Jij” wordt. God wordt dan iemand die in onze wereld komt, vertrouwelijk met ons wordt. | Dit verandert als God “Jij” wordt. God wordt dan iemand die in onze wereld komt, vertrouwelijk met ons wordt. | ||
- | Het Hebreeuwse woord voor ‘jij’ is //athah//. //Athah// lijkt sterk op het woordje | + | Het Hebreeuwse woord voor ‘jij’ is //àthah//. //Àthah// lijkt sterk op het woordje |
- | //Eth// bestaat uit de letters [[1_alef|alef]] en [[400_thau|thau]]. De [[1_alef|alef]] is de eerste letter van het Hebreeuwse alfabet en de [[400_thau|thau]] de laatste letter. De [[1_alef|alef]] is de letter van de éénheid, van de toestand dat je nog bij God bent, en de [[400_thau|thau]] is de letter van de Godsverlatenheid. Een verlatenheid die nooit ophoudt. Het beeld van de [[400_thau|thau]] is dan ook het kruis. Het martelwerktuig waaraan [[wieisjezus|Jezus]] gehangen heeft. | + | //Eth// bestaat uit de letters [[1_alef|alèf]] en [[400_thaw|thaw]]. De [[1_alef|alèf]] is de eerste letter van het Hebreeuwse alfabet en de [[400_thaw|thaw]] de laatste letter. De [[1_alef|alèf]] is de letter van de éénheid, van de toestand dat je nog bij God bent, en de [[400_thaw|thaw]] is de letter van de Godsverlatenheid. Een verlatenheid die nooit ophoudt. Het beeld van de [[400_thaw|thaw]] is dan ook het kruis. Het martelwerktuig waaraan [[wieisjezus|Jezus]] gehangen heeft. |
Christenen zien Jezus als degene in wie God de weg aflegt om bij ons, mensen, te komen. Bij mensen die God hebben verlaten. | Christenen zien Jezus als degene in wie God de weg aflegt om bij ons, mensen, te komen. Bij mensen die God hebben verlaten. | ||
Regel 230: | Regel 246: | ||
//Eth// is die weg. | //Eth// is die weg. | ||
- | Door dichtbij ons te komen, loopt God het risico om in onze handen te vallen. Dat is precies wat er met Jezus aan het kruis, de [[400_thau|thau]], gebeurd is. | + | Door dichtbij ons te komen, loopt God het risico om in onze handen te vallen. Dat is precies wat er met Jezus aan het kruis, de [[400_thaw|thaw]], gebeurd is. |
- | Grammaticaal komt deze [[400_thau|thau]] ook terug als extra letter in de “jij-vorm” van het werkwoord. Het “werkwoord van het ogenblik” eindigt ermee en het “werkwoord van de duur” begint ermee: | + | Grammaticaal komt deze [[400_thaw|thaw]] ook terug als extra letter in de “jij-vorm” van het werkwoord. Het “werkwoord van het ogenblik” eindigt ermee en het “werkwoord van de duur” begint ermee: |
{{ ev_man_2_werk_naamwoorden.png? | {{ ev_man_2_werk_naamwoorden.png? | ||
Regel 242: | Regel 258: | ||
God kan nog dichterbij komen. Namelijk als “Ik”. | God kan nog dichterbij komen. Namelijk als “Ik”. | ||
- | Niet een “ik” dat zich koste wat het kost in stand probeerde te houden. Het Hebreeuwse woord voor ‘ik’, //anī//, heeft dezelfde letters als //ajīn//, wat ‘niets’ betekent. | + | Niet een “ik” dat zich koste wat het kost in stand probeerde te houden. Het Hebreeuwse woord voor ‘ik’, //ànī//, heeft dezelfde letters als //aīn//, wat ‘niets’ betekent. |
- | In het evangelie van Johannes vergelijkt Jezus het “ik” met een graankorrel, | + | In het evangelie van Johannes vergelijkt Jezus het “ik” met een graankorrel, |
- | Dat geldt voor het “ik” van God maar ook voor dat van de mens die Hem weerspiegelt. De [[degeschiedenisvanhethebreeuws# | + | Dat geldt voor het “ik” van God maar ook voor dat van de mens die Hem weerspiegelt. De [[degeschiedenisvanhethebreeuws# |
- | Soms wordt //anī// geschreven als // | + | Soms wordt //ànī// geschreven als // |
- | Deze Thorah zal God volgens de Bijbelse profeet Jeremia((Zie [[http:// | + | Deze Thorah zal God volgens de Bijbelse profeet Jeremia((Zie [[http:// |
- | //Anī// en //anochī// beginnen met een [[1_alef|alef]], de letter van de éénheid. Hetzelfde zien we bij de “ik-vorm” van het “werkwoord van de duur”: | + | //Ànī// en //anochī// beginnen met een [[1_alef|alèf]], de letter van de éénheid. Hetzelfde zien we bij de “ik-vorm” van het “werkwoord van de duur”: |
{{ ev_man_3_werk_naamwoorden.png? | {{ ev_man_3_werk_naamwoorden.png? | ||
- | //Anī// en // | + | //Ànī// en // |
- | Denk maar aan de uitspraak van Jezus over de graankorrel | + | Denk maar aan de uitspraak van Jezus over de graankorrel. |
- | Grammaticaal komt deze [[10_jod|jōd]] terug als extra letter in de “ik-vorm”. Zowel het “werkwoord van het ogenblik” als het naamwoord met uitgang eindigen ermee. | + | Grammaticaal komt deze [[10_jod|jod]] terug als extra letter in de “ik-vorm”. Zowel het “werkwoord van het ogenblik” als het naamwoord met uitgang eindigen ermee. |
Regel 266: | Regel 282: | ||
=====6. Mannelijk en vrouwelijk====== | =====6. Mannelijk en vrouwelijk====== | ||
- | Volgens het [[degrammaticavanhethebreeuws# | + | Volgens het [[degrammaticavanhethebreeuws# |
- | Hier is nog sprake van een eenheid. Een eenheid die het ultieme geluk betekent. De [[dehebreeuwseletters|getalswaarde]] van de woorden “mannelijk en vrouwelijk” is niet voor niets gelijk aan die van het woord “hemel”.((Weinreb, | + | Hier is nog sprake van een eenheid. Een eenheid die het ultieme geluk betekent. De getalswaarde van de woorden “mannelijk en vrouwelijk” is niet voor niets gelijk aan die van het woord “hemel”.((Weinreb, |
- | In het tweede scheppingsverhaal wordt die eenheid verbroken.((Zie [[http:// | + | In het tweede scheppingsverhaal wordt die eenheid verbroken.((Zie [[http:// |
- | Beide woorden | + | Zowel //īsj// als // |
- | De [[10_jod|jōd]] en de [[5_heh|hēh]] zijn ook bestanddelen van JHWH, van //jōd-hēh-waw-hēh//, de Naam van God. | + | De [[10_jod|jōd]] en de [[5_he|hē]] zijn ook bestanddelen van JHWH, van // |
De splitsing tussen man en vrouw typeert dus ook JHWH. JHWH ondergaat die splitsing evengoed als wij, mannen en vrouwen. | De splitsing tussen man en vrouw typeert dus ook JHWH. JHWH ondergaat die splitsing evengoed als wij, mannen en vrouwen. | ||
Regel 280: | Regel 296: | ||
JHWH is de Schepper van het tweede scheppingsverhaal, | JHWH is de Schepper van het tweede scheppingsverhaal, | ||
- | In het eerste scheppingsverhaal is daar nog geen sprake van. Daar is Elohīm de Schepper. | + | In het eerste scheppingsverhaal is daar nog geen sprake van. Daar is Èlohīm de Schepper. |
- | De eerste letter van Elohīm is de [[1_alef|alef]]. Volgens Weinreb kun je die [[1_alef|alef]] lezen als twee [[10-jod|jōds]] die gespiegeld worden door een [[6_waw|waw]].((Weinreb, | + | De eerste letter van Èlohīm is de [[1_alef|alèf]]. Volgens Weinreb kun je die [[1_alef|alèf]] lezen als twee [[10-jod|jōds]] die gespiegeld worden door een [[6_waw|waw]].((Weinreb, |
{{ de_naam_jhwh_2.png? | {{ de_naam_jhwh_2.png? | ||
- | In de [[1_alef|alef]] is JHWH dus al in notendop aanwezig. Alleen de splitsing heeft daar nog niet plaatsgevonden. Alles is nog één. | + | In de [[1_alef|alèf]] is JHWH dus al in notendop aanwezig. Alleen de splitsing heeft daar nog niet plaatsgevonden. Alles is nog één. |
Met de splitsing tussen man en vrouw is die eenheid kapot gegaan. Maar daarmee is ook het verlangen ontstaan. Het verlangen naar éénwording. | Met de splitsing tussen man en vrouw is die eenheid kapot gegaan. Maar daarmee is ook het verlangen ontstaan. Het verlangen naar éénwording. | ||
- | Dat verlangen wordt uitgedrukt door de [[5_heh|hēh]], de vrouwelijke grammaticale uitgang. Het beeld van deze [[5_heh|hēh]] is het venster. Door een venster kijk je uit naar dat wat buiten is, naar het andere. | + | Dat verlangen wordt uitgedrukt door de [[5_he|hē]], de vrouwelijke grammaticale uitgang. Het beeld van deze [[5_he|hē]] is het venster. Door een venster kijk je uit naar dat wat buiten is, naar het andere. |
Dat verlangen is in God, in JHWH. | Dat verlangen is in God, in JHWH. | ||
- | En dat verlangen is ook in de vrouw. De “zij-vorm” van het “werkwoord van het ogenblik” en het “naamwoord met uitgang” eindigen namelijk allebei op zo’n [[5_heh|hēh]]: | + | En dat verlangen is ook in de vrouw. De “zij-vorm” van het “werkwoord van het ogenblik” en het “naamwoord met uitgang” eindigen namelijk allebei op zo’n [[5_he|hē]]: |
{{ man_vrouw_werk_naamwoorden.png? | {{ man_vrouw_werk_naamwoorden.png? | ||
- | De “zij-vorm” van het “werkwoord van de duur” begint met een andere letter. Een [[400_thau|thau]]. Zoals we eerder zagen is dat de letter van de Godsverlatenheid. | + | De “zij-vorm” van het “werkwoord van de duur” begint met een andere letter. Een [[400_thaw|thaw]]. Zoals we eerder zagen is dat de letter van de Godsverlatenheid. |
De vrouw is Gods laatste scheppingsdaad. In de vrouw komt God het dichtst bij de aarde. Vanaf dat moment komt het verlangen naar terugkeer op gang. | De vrouw is Gods laatste scheppingsdaad. In de vrouw komt God het dichtst bij de aarde. Vanaf dat moment komt het verlangen naar terugkeer op gang. | ||
- | De spanning is echter groot. Vandaar die [[400_thau|thau]], dat gevoel van Godsverlating. | + | De spanning is echter groot. Vandaar die [[400_thaw|thaw]], dat gevoel van Godsverlating. |
Het is de taak van de man om die spanning te verminderen, | Het is de taak van de man om die spanning te verminderen, | ||
- | Als de man en de vrouw zich verenigen, wordt ook JHWH weer één. Dan ontstaat de [[1_alef|alef]] weer, de paradijselijke eenheidstoestand van het eerste scheppingsverhaal: | + | Als de man en de vrouw zich verenigen, wordt ook JHWH weer één. Dan ontstaat de [[1_alef|alèf]] weer, de paradijselijke eenheidstoestand van het eerste scheppingsverhaal: |
{{ de_naam_jhwh_3.png? | {{ de_naam_jhwh_3.png? | ||
Regel 320: | Regel 336: | ||
In het Hebreeuws kan het meervoud ook iets kwalitatiefs zijn. Iets groots. Iets dat het gewone overstijgt. | In het Hebreeuws kan het meervoud ook iets kwalitatiefs zijn. Iets groots. Iets dat het gewone overstijgt. | ||
- | Denk bijvoorbeeld aan het Hebreeuwse woord voor God. //Elohīm//. Letterlijk betekent dit ‘goden’. //Elohīm// komt van het woordje //el//, wat ‘god’ betekent. De uitgang is echter //–īm//. Een [[10_jod|jōd]] en een [[40_mem|mēm]]. Deze uitgang geeft aan dat het woord een mannelijk meervoud is. | + | Denk bijvoorbeeld aan het Hebreeuwse woord voor God. //Èlohīm//. Letterlijk betekent dit ‘goden’. //Èlohīm// komt van het woordje //el//, wat ‘god’ betekent. De uitgang is echter //īm//. Een [[10_jod|jōd]] en een [[40_mem|mēm]]. Deze uitgang geeft aan dat het woord een mannelijk meervoud is. |
- | In het Hebreeuws vertaal je //Elohīm// echter niet als ‘goden’. In het Hebreeuws is //Elohīm// de aanduiding van de éne God. De God die alles wat wij “god” noemen overstijgt. //Elohīm// betekent dus “god in de overtreffende trap”, God die ons denkvermogen te boven gaat. | + | In het Hebreeuws vertaal je //Èlohīm// echter niet als ‘goden’. In het Hebreeuws is //Èlohīm// de aanduiding van de éne God. De God die alles wat wij “god” noemen overstijgt. //Èlohīm// betekent dus “god in de overtreffende trap”, God die ons denkvermogen te boven gaat. |
- | Een andere Hebreeuwse naam is // | + | Een andere Hebreeuwse naam is // |
- | // | + | // |
Ook het “werkwoord van het ogenblik”, | Ook het “werkwoord van het ogenblik”, | ||
Regel 342: | Regel 358: | ||
Bij de vrouwelijke “hen-vorm” en “jullie-vorm” komt de letter [[50_noen|noen]] steeds terug. De [[50_noen|noen]] staat voor de andere wereld, de wereld van God.((Weinreb, | Bij de vrouwelijke “hen-vorm” en “jullie-vorm” komt de letter [[50_noen|noen]] steeds terug. De [[50_noen|noen]] staat voor de andere wereld, de wereld van God.((Weinreb, | ||
- | In het vorige hoofdstuk zagen we al dat het vrouwelijke het verlangen kent. Het verlangen naar het andere. De letter die daarbij hoorde was de [[5_heh|hēh]]. De [[50_noen|noen]] kun je beschouwen als een verdere ontwikkeling van de [[5_heh|hēh]]. De getalswaarde van de [[5_heh|hēh]] is namelijk 5 en die van de [[50_noen|noen]] is 50, de 5 op een ander niveau. | + | In het vorige hoofdstuk zagen we al dat het vrouwelijke het verlangen kent. Het verlangen naar het andere. De letter die daarbij hoorde was de [[5_he|hē]]. De [[50_noen|noen]] kun je beschouwen als een verdere ontwikkeling van de [[5_he|hē]]. De getalswaarde van de [[5_he|hē]] is namelijk 5 en die van de [[50_noen|noen]] is 50, de 5 op een ander niveau. |
Deze [[50_noen|noen]] typeert de vrouw in het meervoud. De Vrouw die alle individuele vrouwen overstijgt. | Deze [[50_noen|noen]] typeert de vrouw in het meervoud. De Vrouw die alle individuele vrouwen overstijgt. | ||
Regel 352: | Regel 368: | ||
{{ wij_werk_naamwoorden.png? | {{ wij_werk_naamwoorden.png? | ||
- | De [[50_noen|noen’s]] in de afbeelding zijn groen gekleurd. | + | De [[50_noen|noen’s]] in de afbeelding zijn voor de duidelijkheid |
Regel 371: | Regel 387: | ||
- De // | - De // | ||
- De //hifil//. | - De //hifil//. | ||
+ | - De //hofal//. | ||
Deze vormen zijn te herkennen aan de klinkers en de extra letters. | Deze vormen zijn te herkennen aan de klinkers en de extra letters. | ||
- | Laten we ze eens bekijken bij onze voorbeeldstam //kaf-thau-bēth//, ‘schrijven’. De “hij-vorm” van het “werkwoord van het ogenblik” ziet er dan als volgt uit: | + | Laten we ze eens bekijken bij onze voorbeeldstam //kàf-thaw-bēth//, ‘schrijven’. De “hij-vorm” van het “werkwoord van het ogenblik” ziet er dan als volgt uit: |
- | - Kathāv.((V is de ‘zachte’ uitspraak van de [[2_beth|bēth]]. | + | - Kathàv.((V is de ‘zachte’ uitspraak van de [[2_beth|bēth]]. |
- | - Nichthāv.((Ch is de “zachte” uitspraak van de [[20_kaf|kaf]]. Zie [[dehebreeuwseletters|de Hebreeuwse letters]].)) | + | - Nichthàv.((Ch is de “zachte” uitspraak van de [[20_kaf|kàf]]. Zie [[hethebreeuws# |
- Kithev. | - Kithev. | ||
- | - Koethāv. | + | - Koethàv. |
- | - Hithkāthev. | + | - Hithkàthev. |
- Hikthīv. | - Hikthīv. | ||
- | - Hakthāv. | + | - Hakthàv. |
Al deze “hij-vormen” van onze voorbeeldstam ‘schrijven’ vindt je in de volgende afbeelding: | Al deze “hij-vormen” van onze voorbeeldstam ‘schrijven’ vindt je in de volgende afbeelding: | ||
Regel 400: | Regel 417: | ||
Bij de //qal// en de //nifal// is er sprake van een “gewone” handeling. | Bij de //qal// en de //nifal// is er sprake van een “gewone” handeling. | ||
- | Bij de //piël//, de //poeal// en de //hitpael// is er sprake van een handeling die “concreter” verricht wordt. Alle drie de vormen hebben een //dagesj//, een puntje in de twééde letter van de stam.((In de afbeelding heb ik die letter | + | Bij de //piël//, de //poeal// en de //hitpael// is er sprake van een handeling die “concreter” verricht wordt. Alle drie de vormen hebben een //dagesj//, een puntje in de twééde letter van de stam.((In de afbeelding heb ik die letter |
Zoals we in hoofdstuk [[degrammaticavanhethebreeuws# | Zoals we in hoofdstuk [[degrammaticavanhethebreeuws# | ||
Regel 424: | Regel 441: | ||
====8.3. Piël, poeal en hitpael==== | ====8.3. Piël, poeal en hitpael==== | ||
- | Bij de //piël// krijgt de tweede | + | Bij de //piël// krijgt de eerste |
- | De //piël// van ons voorbeeld zou je kunnen vertalen als //‘in nood “grift” hij “in”’// | + | De //piël// van ons voorbeeld zou je kunnen vertalen als //’in zijn eentje |
- | Bij de //poeal// krijgt de letter | + | Bij de //poeal// krijgt de eerste |
- | De //poeal// van ons voorbeeld zou je kunnen vertalen als //‘er wordt tot op het bot “in” hem “gegrift”’// | + | De //poeal// van ons voorbeeld zou je kunnen vertalen als //‘samen met anderen |
- | De //hitpael// begint met twee extra letters. Met een [[5_heh|hēh]] en een [[400_thau|thau]]. Zoals we eerder zagen is de [[5_heh|hēh]] de letter van verlangen naar de “andere wereld”, de “wereld van God”. De [[400_thau|thau]] is daarentegen de letter van een wereld waarin God er niet is. Deze letters vormen dus een spanningsveld. | + | De //hitpael// begint met twee extra letters. Met een [[5_he|hē]] en een [[400_thaw|thaw]]. Zoals we eerder zagen is de [[5_he|hē]] de letter van verlangen naar de “andere wereld”, de “wereld van God”. De [[400_thaw|thaw]] is daarentegen de letter van een wereld waarin God er niet is. |
- | Ook hier heeft de tweede letter | + | Deze letters vormen dus een spanningsveld. Iemand die in deze situatie zit, loopt steeds opnieuw |
De //hitpael// van ons voorbeeld zou je kunnen vertalen als //‘in een uitzichtloze situatie blijft hij “ingriffen”’// | De //hitpael// van ons voorbeeld zou je kunnen vertalen als //‘in een uitzichtloze situatie blijft hij “ingriffen”’// | ||
Regel 442: | Regel 459: | ||
====8.4. Hifil en hofal==== | ====8.4. Hifil en hofal==== | ||
- | De //hifil//, de //hofal// beginnen beiden met een [[5_heh|hēh]]. Eerder zagen we dat de [[5_heh|hēh]] het verlangen uitdrukt naar een “andere wereld”. Dit verlangen stelt je in staat om vanuit die “andere wereld” te handelen. | + | De // |
Bij de //hifil// is er na de tweede letter een [[10_jod|jōd]] ingevoegd. Zoals we zagen is de [[10_jod|jōd]] de letter van de man in wording, van het mannelijke kind. | Bij de //hifil// is er na de tweede letter een [[10_jod|jōd]] ingevoegd. Zoals we zagen is de [[10_jod|jōd]] de letter van de man in wording, van het mannelijke kind. | ||
Regel 448: | Regel 465: | ||
De //hifil// van ons voorbeeld zou je kunnen vertalen als //‘hij dicteert met “vrucht”’// | De //hifil// van ons voorbeeld zou je kunnen vertalen als //‘hij dicteert met “vrucht”’// | ||
- | Bij de //hofal// ontbreekt de [[10_jod|jōd]]. De //hofal// heeft alleen de [[5_heh|hēh]]. Die [[5_heh|hēh]] heeft een //qamets// als klinker. //Qamets// betekent ‘vasthouden | + | Bij de //hofal// ontbreekt de [[10_jod|jōd]]. De //hofal// heeft alleen de [[5_he|hē]]. Die [[5_he|hē]] heeft een //qamèts// als klinker. //Qamèts// betekent ‘vasthouden van een bundel aren uit de oogst’. De bundel aren staat voor het stukje werkelijkheid dat iemand kan “behappen”. In dit geval gaat het om dat wat God hier uit de “andere wereld” geeft. |
De //hofal// van ons voorbeeld zou je kunnen vertalen als //‘hij houdt vast aan wat gedicteerd wordt’.// | De //hofal// van ons voorbeeld zou je kunnen vertalen als //‘hij houdt vast aan wat gedicteerd wordt’.// | ||
Regel 473: | Regel 490: | ||
- | ====9.2. | + | ====9.2. |
- | //Hā// is het Hebreeuwse lidwoord, dus ons ‘de’ of ‘het’. Het is een [[5_heh|hēh]] met een //pātach//, een ā. De ā is de klinker waarbij de mondonderdelen het verst van elkaar verwijderd zijn. Een ā is het gevoel dat we iets kwijt zijn, dat we God kwijt zijn.((Zie [[hethebreeuwsendemens# | + | //Hà// is het Hebreeuwse lidwoord, dus ons ‘de’ of ‘het’. Het is een [[5_he|hē]] met een //pàtàch//, een à. De à is de klinker waarbij de mondonderdelen het verst van elkaar verwijderd zijn. Een à is het gevoel dat we iets kwijt zijn, dat we God kwijt zijn.((Zie [[hethebreeuwsendemens# |
- | Met de //hā// wijs je een woord aan. Als je iets aanwijst is er ook iets wat je niet aanwijst, iets dat je kwijt bent. In het begin van de Bijbel staat bijvoorbeeld het woord //hā-sjamajīm//, ‘de hemel’. Dat is dan echter de halve hemel. De andere helft is verborgen.((Weinreb, | + | Met de //hà// wijs je een woord aan. Als je iets aanwijst is er ook iets wat je niet aanwijst, iets dat je kwijt bent. In het begin van de Bijbel staat bijvoorbeeld het woord //hà-sjamàjīm//, ‘de hemel’. Dat is dan echter de halve hemel. De andere helft is verborgen.((Weinreb, |
- | Eerder zagen we dat //JHWH//, //jōd-hēh-waw-hēh//, de Naam van God, twee [[5_heh|hēh’s]] heeft. Deze [[5_heh|hēh’s]] zijn twee helften die elkaar kwijt zijn en daarom naar elkaar verlangen. | + | Eerder zagen we dat //JHWH//, // |
Ook God kent dat gevoel dus. | Ook God kent dat gevoel dus. | ||
Regel 491: | Regel 508: | ||
Het beeld van de [[6_waw|waw]] is de haak. Een haak is iets wat twee zaken aan elkaar verbindt. | Het beeld van de [[6_waw|waw]] is de haak. Een haak is iets wat twee zaken aan elkaar verbindt. | ||
- | De ə is de klinker waarbij de mondonderdelen nog het dichtst bij elkaar zijn. Een ə is het tegengestelde van een ā. Hier hebben we nog niet het gevoel dat we iets kwijt zijn. | + | De ə is de klinker waarbij de mondonderdelen nog het dichtst bij elkaar zijn. Een ə is het tegengestelde van een à. Hier hebben we nog niet het gevoel dat we iets kwijt zijn. |
Het voegwoord //wə// verbindt stukken van de Bijbeltekst aan elkaar. | Het voegwoord //wə// verbindt stukken van de Bijbeltekst aan elkaar. | ||
- | De [[6_waw|waw]] is ook een onderdeel van //JHWH//, //jōd-hēh-waw-hēh//. Het is dat wat de beide [[5_heh|hēh’s]], de helften die elkaar kwijt zijn, weer aan elkaar verbindt. | + | De [[6_waw|waw]] is ook een onderdeel van //JHWH//, // |
Regel 503: | Regel 520: | ||
//Bə//, //kə//, //lə// en //min// zijn voorzetsels. | //Bə//, //kə//, //lə// en //min// zijn voorzetsels. | ||
- | //Bə//, //kə// en //lə// bestaan maar uit één letter. Bij //bə// is dat de [[2_beth|bēth]], | + | //Bə//, //kə// en //lə// bestaan maar uit één letter. Bij //bə// is dat de [[2_beth|bēth]], |
//Bə// betekent ‘in’. Het beeld van de [[2_beth|bēth]] is een ‘huis’, iets waar je je //in// kunt bevinden. | //Bə// betekent ‘in’. Het beeld van de [[2_beth|bēth]] is een ‘huis’, iets waar je je //in// kunt bevinden. | ||
Regel 509: | Regel 526: | ||
Als er een ‘binnen’ is, is er ook een ‘buiten’. Als het ene er is, is het andere er ook. De getalswaarde van de [[2_beth|bēth]], | Als er een ‘binnen’ is, is er ook een ‘buiten’. Als het ene er is, is het andere er ook. De getalswaarde van de [[2_beth|bēth]], | ||
- | De //bə// is de eerste letter van het scheppingsverhaal, | + | De //bə// is de eerste letter van het scheppingsverhaal, |
Nu de //kə//. Dat betekent ‘zoals’. Met de //kə// kun je zaken met elkaar vergelijken. Het ene vergelijk je dan met de andere. | Nu de //kə//. Dat betekent ‘zoals’. Met de //kə// kun je zaken met elkaar vergelijken. Het ene vergelijk je dan met de andere. | ||
- | De getalswaarde van de [[20_kaf|kaf]] is 20. Dat is de [[2_beth|bēth]], | + | De getalswaarde van de [[20_kaf|kàf]] is 20. Dat is de [[2_beth|bēth]], |
- | Het derde voorzetsel is //lə//. Dat betekent ‘tot’, ‘in de richting van’. Het beeld van de [[30_lamed|lamed]] is de prikstok. De prikstok is het voorwerp waarmee je je vee voortdrijft. Je drijft ze ergens naar toe. | + | Het derde voorzetsel is //lə//. Dat betekent ‘tot’, ‘in de richting van’. Het beeld van de [[30_lamed|lamèd]] is de prikstok. De prikstok is het voorwerp waarmee je je vee voortdrijft. Je drijft ze ergens naar toe. |
Dat betekent de //lə//. | Dat betekent de //lə//. | ||
- | //Min// is precies het tegenovergestelde. Namelijk ‘zich ergens van verwijderen’. //Min// bestaat uit een [[40_mem|mēm]] en een [[50_noen|noen]]. Vaak valt de [[50_noen|noen]] weg en staat er alleen //mi//. Een [[40_mem|mēm]] met daaronder de klinker //chireq//, de i. | + | //Min// is precies het tegenovergestelde. Namelijk ‘zich ergens van verwijderen’. //Min// bestaat uit een [[40_mem|mēm]] en een [[50_noen|noen]]. Vaak valt de [[50_noen|noen]] weg en staat er alleen //mi//. Een [[40_mem|mēm]] met daaronder de klinker //chīrèq//, de i. |
Het beeld van de [[40_mem|mēm]] is het water. Water is de traag voortkabbelende tijd, de tijd waarin wij, mensen, leven. De tijd die steeds verder van de oorsprong weggaat. | Het beeld van de [[40_mem|mēm]] is het water. Water is de traag voortkabbelende tijd, de tijd waarin wij, mensen, leven. De tijd die steeds verder van de oorsprong weggaat. | ||
Regel 529: | Regel 546: | ||
//Eth// is een Hebreeuws woordje dat aangeeft wat het lijdend voorwerp is. | //Eth// is een Hebreeuws woordje dat aangeeft wat het lijdend voorwerp is. | ||
- | //Eth// bestaat uit [[1_alef|alef]], de eerste letter van het alfabet, en [[400_thau|thau]], de laatste letter van het alfabet. //Eth// zou je dus kunnen vertalen als ‘de hele weg (die het alfabet aflegt)’. | + | //Eth// bestaat uit [[1_alef|alèf]], de eerste letter van het alfabet, en [[400_thaw|thaw]], de laatste letter van het alfabet. //Eth// zou je dus kunnen vertalen als ‘de hele weg (die het alfabet aflegt)’. |
- | //Eth// is verwant met //athah// het woordje voor ‘jij’ dat we in paragraaf [[degrammaticavanhethebreeuws# | + | //Eth// is verwant met //àthah// het woordje voor ‘jij’ dat we in paragraaf [[degrammaticavanhethebreeuws# |
- | //Kol// betekent ‘alles’. Dit woordje bestaat uit de twee middelste letters van het alfabet, namelijk [[20_kaf|kaf]] en [[30_lamed|lamed]]. Volgens Weinreb bindt //kol// twee helften aan elkaar, maakt ze er een geheel van.((Weinreb, | + | //Kol// betekent ‘alles’. Dit woordje bestaat uit de twee middelste letters van het alfabet, namelijk [[20_kaf|kàf]] en [[30_lamed|lamèd]]. Volgens Weinreb bindt //kol// twee helften aan elkaar, maakt ze er een geheel van.((Weinreb, |
- | ====9.7. Mah, Mi en Kī==== | + | ====9.6. Mah, Mi en Kī==== |
- | //Mah// betekent ‘wat?’ Dit woordje bestaat uit een [[40_mem|mēm]] en een [[5_heh|hēh]]. De getalswaarde van [[40_mem|mēm]] is 40 en die van [[5_heh|hēh]] 5. Samen geeft dat 45. | + | //Mah// betekent ‘wat?’ Dit woordje bestaat uit een [[40_mem|mēm]] en een [[5_he|hē]]. De getalswaarde van [[40_mem|mēm]] is 40 en die van [[5_he|hē]] 5. Samen geeft dat 45. |
- | Het woordje //Adam//, ‘mens’, heeft dezelfde getalswaarde.((Het woordje //Adam// bestaat uit de letters [[1_alef|alef]] + [[4_daleth|daleth]] + [[40_mem|mēm]]. De getalswaarde van de [[1_alef|alef]] is 1, die van de [[4_daleth|daleth]] is 4 en die van de [[40_mem|mēm]] 40. //Adam// is dus 1 + 4 + 40 = 45.)) Volgens de Kabbala is er dan een verwantschap tussen beide woorden. | + | Het woordje //Adam//, ‘mens’, heeft dezelfde getalswaarde.((Het woordje //Adam// bestaat uit de letters [[1_alef|alèf]] + [[4_daleth|dalèth]] + [[40_mem|mēm]]. De getalswaarde van de [[1_alef|alèf]] is 1, die van de [[4_daleth|dalèth]] is 4 en die van de [[40_mem|mēm]] 40. //Adam// is dus 1 + 4 + 40 = 45.)) Volgens de Kabbala is er dan een verwantschap tussen beide woorden. |
Vragen hoort dus bij de mens. In de Hebreeuwse Bijbel is er een heel boek dat over menselijke vragen gaat. Het boek Job. Job komt in de ellende terecht en stelt vraag na vraag. Zijn vrienden nemen zijn vragen niet serieus. Ze denken dat ze het antwoord al hebben. Job blijft echter volhouden dat er hier in zijn leven niets van klopt. | Vragen hoort dus bij de mens. In de Hebreeuwse Bijbel is er een heel boek dat over menselijke vragen gaat. Het boek Job. Job komt in de ellende terecht en stelt vraag na vraag. Zijn vrienden nemen zijn vragen niet serieus. Ze denken dat ze het antwoord al hebben. Job blijft echter volhouden dat er hier in zijn leven niets van klopt. | ||
- | Ook Jezus stelde vragen.((Zie [[http:// | + | Ook Jezus stelde vragen.((Zie [[http:// |
Als God Job antwoordt, stagneren zijn vragen. Zijn //mah// wordt dan //mī//. //Mī// betekent ‘wie’. God is nu niet meer ver weg. Er is een persoonlijke band. Daarom wordt Jobs vraag nu persoonlijk. | Als God Job antwoordt, stagneren zijn vragen. Zijn //mah// wordt dan //mī//. //Mī// betekent ‘wie’. God is nu niet meer ver weg. Er is een persoonlijke band. Daarom wordt Jobs vraag nu persoonlijk. | ||
- | //Mī// eindigt niet met een [[5_heh|hēh]], maar met een [[10_jod|jōd]]. Eerder zagen we dat de [[5_heh|hēh’s]] in //JHWH//, //jōd-hēh-waw-hēh//, de Naam van God, twee helften zijn, die samen weer een [[10_jod|jōd]] vormen. | + | //Mī// eindigt niet met een [[5_he|hē]], maar met een [[10_jod|jōd]]. Eerder zagen we dat de [[5_he|hē’s]] in //JHWH//, // |
Als je //mah// vraagt, zie je slechts de ene kant van de zaak. Als je //mī// vraagt zie je ook de andere kant. De kant die hier nog verborgen is.((Zie ook Weinreb, F. (1984), //De Hebreeuwse taal//, Les 6, p. 9 en Les 9, p. 3. En Weinreb, F. (1990), // | Als je //mah// vraagt, zie je slechts de ene kant van de zaak. Als je //mī// vraagt zie je ook de andere kant. De kant die hier nog verborgen is.((Zie ook Weinreb, F. (1984), //De Hebreeuwse taal//, Les 6, p. 9 en Les 9, p. 3. En Weinreb, F. (1990), // | ||
- | //Kī// betekent ‘want’. Met //kī// begint een antwoord, een antwoord op een vraag. Het woordje //kī// bestaat uit een [[20_kaf|kaf]] en een [[10_jod|jōd]]. De getalswaarde van de [[20_kaf|kaf]] is 20 en die van de [[10_jod|jōd]] 10. Getalsmatig staat er dus 20-10. | + | //Kī// betekent ‘want’. Met //kī// begint een antwoord, een antwoord op een vraag. Het woordje //kī// bestaat uit een [[20_kaf|kàf]] en een [[10_jod|jōd]]. De getalswaarde van de [[20_kaf|kàf]] is 20 en die van de [[10_jod|jōd]] 10. Getalsmatig staat er dus 20-10. |
De verhouding tussen deze getallen is 2:1. Het getal 2 staat voor de tweewording die zich sinds het begin van de schepping afspeelt. Een tweewording die steeds verder van haar oorsprong, van haar Schepper af ontwikkelt. Het getal 1 staat voor de éénwording, | De verhouding tussen deze getallen is 2:1. Het getal 2 staat voor de tweewording die zich sinds het begin van de schepping afspeelt. Een tweewording die steeds verder van haar oorsprong, van haar Schepper af ontwikkelt. Het getal 1 staat voor de éénwording, | ||
Regel 559: | Regel 576: | ||
- | ====9.8. Ander “klein grut”==== | + | ====9.7. Ander “klein grut”==== |
- | //Lo// betekent ‘niet’. //Lo// bestaat uit een [[30_lamed|lamed]] en een [[1_alef|alef]]. Zoals we eerder zagen, is het beeld voor de [[30_lamed|lamed]] de prikstok, die de os in beweging zet. De [[30_lamed|lamed]] staat dus voor de weg ergens naar toe. De tweede letter, de [[1_alef|alef]] is de letter van de eenheid, van God. | + | //Lo// betekent ‘niet’. //Lo// bestaat uit een [[30_lamed|lamèd]] en een [[1_alef|alèf]]. Zoals we eerder zagen, is het beeld voor de [[30_lamed|lamèd]] de prikstok, die de os in beweging zet. De [[30_lamed|lamèd]] staat dus voor de weg ergens naar toe. De tweede letter, de [[1_alef|alèf]] is de letter van de eenheid, van God. |
//Lo// zou je dus kunnen vertalen als ‘de weg naar de oorsprong’, | //Lo// zou je dus kunnen vertalen als ‘de weg naar de oorsprong’, | ||
- | Het Hebreeuwse woord voor God is //El//. //El// is het tegengestelde van //lo//. De eerste letter van //El// is de [[1_alef|alef]] en de tweede letter is de [[30_lamed|lamed]]. //El// zou je kunnen vertalen als ‘de weg die God aflegt (naar ons toe)’. | + | Het Hebreeuwse woord voor God is //El//. //El// is het tegengestelde van //lo//. De eerste letter van //El// is de [[1_alef|alèf]] en de tweede letter is de [[30_lamed|lamèd]]. //El// zou je kunnen vertalen als ‘de weg die God aflegt (naar ons toe)’. |
- | Als je de [[1_alef|alef]] vervangt door de [[70_ajij|ajin]] staat er //āl//. //Āl// betekent ‘op, boven’. Dat woordje bestaat dus uit een [[70_ajin|ajin]] en een [[30_lamed|lamed]]. | + | Als je de [[1_alef|alèf]] vervangt door de [[70_ajij|’àjin]] staat er //’àl//. //’Àl// betekent ‘op, boven’. Dat woordje bestaat dus uit een [[70_ajin|’àjin]] en een [[30_lamed|lamèd]]. |
- | //Āl// is verwant met //olah// wat ‘opstijgen’ betekent. Opstijgen van de rook van het “offer”. Het “jezelf geven aan God”. | + | //’Àl// is verwant met //’olah// wat ‘opstijgen’ betekent. Opstijgen van de rook van het “offer”. Het “jezelf geven aan God”. |
- | Bij //āl// ontbreekt de laatste [[5_heh|hēh]]: het verlangen naar God. Zonder dat verlangen kan het “offer” een zware last worden. //Āl// is niet voor niets verwant met //ol//, wat ‘juk, slavernij’ betekent. | + | Bij //’àl// ontbreekt de laatste [[5_he|hē]]: het verlangen naar God. Zonder dat verlangen kan het “offer” een zware last worden. //’Àl// is niet voor niets verwant met //’ol//, wat ‘juk, slavernij’ betekent. |
- | Het laatste woordje dat ik hier behandel is //asjèr//. //Asjèr// betekent ‘(waarvan geldt) dat’. Dit woordje bestaat uit drie letters. Een [[1_alef|alef]], een [[300_sjin|sjīn]] en een [[200_resj|rēsj]]. | + | Het laatste woordje dat ik hier behandel is //asjèr//. //Asjèr// betekent ‘(waarvan geldt) dat’. Dit woordje bestaat uit drie letters. Een [[1_alef|alèf]], een [[300_sjin|sjīn]] en een [[200_resj|rēsj]]. |
Op het eerste gezicht lijkt //asjèr// een gewoon stopwoordje. Toch zit er veel meer achter. //Asjèr// is bijvoorbeeld verwant met // | Op het eerste gezicht lijkt //asjèr// een gewoon stopwoordje. Toch zit er veel meer achter. //Asjèr// is bijvoorbeeld verwant met // | ||
- | Dan is er nog //Āsjoer//, het volk dat de [[degeschiedenisvanhethebreeuws# | + | Dan is er nog //Àsjoer//, het volk dat de [[degeschiedenisvanhethebreeuws# |
De betekenis van al dat “klein grut” heb ik samengevat in de volgende afbeelding: | De betekenis van al dat “klein grut” heb ik samengevat in de volgende afbeelding: | ||
{{ klein_grut.png? | {{ klein_grut.png? | ||
+ | |||
+ | Om ze te onderscheiden van grammaticale letters heb ik ze blauw gekleurd. | ||
Regel 590: | Regel 609: | ||
* [[hethebreeuwsendemens|Het Hebreeuws en de mens]] | * [[hethebreeuwsendemens|Het Hebreeuws en de mens]] | ||
- | [[hethebreeuws|Het Hebreeuws]] is het hoofdartikel. | + | [[hethebreeuws|Het Hebreeuws]] is het hoofddocument. |