======Premodern, modern, postmodern====== =====1. Inleiding===== In [[watispremodern_modern_postmodern|Wat is premodern, wat is modern, wat is postmodern?]] heb ik uitgelegd wat de termen //premodern//, //modern// en //postmodern// volgens het woordenboek betekenen. Ook heb ik daar uitgelegd hoe historici deze termen gebruiken. Voor hen zijn het //premoderne//, het //moderne// en het //postmoderne// perioden in de geschiedenis van de westerse cultuur. Perioden die elkaar opvolgen. Wanneer en waar dat gebeurt, bleek een ingewikkelde zaak te zijn. De overgang vindt niet overal tegelijk plaats. Ook is ze zelden volledig. Zelfs in de huidige tijd kunnen het //premoderne//, het //moderne// en het //postmoderne// alle drie op dezelfde plaats aanwezig zijn. Zelfs personen kunnen nog mengsels zijn van het //premoderne//, het //moderne// en het //postmoderne//. Je kunt ze dus niet zo gemakkelijk associëren met verschillende tijden en plaatsen. John Butt kiest daarom een andere weg. In zijn boek //Bach’s Dialogue with Modernity// oppert hij dat ‘//Moderniteit misschien beter gedefinieerd kan worden als een verzameling opvattingen en denkwijzen die pas in de tweede plaats geassocieerd worden met verschillende tijden en plaatsen.//’ Het //premoderne// wordt //modern// als mensen anders gaan denken. En om dezelfde reden wordt het //moderne// //postmodern//. In [[watispremodern_modern_postmodern|Wat is premodern, wat is modern, wat is postmodern?]] heb ik voor elk van de drie al heel wat opvattingen en denkwijzen genoemd. In dit document wil ik echter nog een stap verder gaan. In dit document vraag ik me af wat er áchter al die opvattingen en denkwijzen zit, wat de FUNDAMENTELE ZIENSWIJZE is. =====2. Letterkundige zienswijzen===== ====2.1. Schrijver, tekst en lezer(s)==== De vraag is dus wat het uitgangspunt, het FUNDAMENT is van al die //premoderne//, //moderne// en //postmoderne// opvattingen en denkwijzen in onze [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Westerse_cultuur|westerse cultuur]]. Om die vraag te beantwoorden ga ik in de leer bij letterkundigen. Letterkundigen bestuderen //teksten//. //Teksten// zijn verzamelingen van tekens, die deel uit maken van een taal. Taal is het menselijke middel bij uitstek om onderling te communiceren. Taal is een tekensysteem. Met behulp van die tekens kunnen we weergeven wat voor betekenis we iets geven. Met behulp van een //tekst// probeert een //schrijver// zijn // lezer(s)// dus te vertellen wat iets voor hem betekent, wat zijn gedachten over iets zijn of wat zijn gevoel bij iets is. Met behulp van een //tekst// probeert een //schrijver// zijn gedachten of gevoelens over te dragen aan zijn //lezer(s)//. Bij deze overdracht spelen drie elementen een rol: - De //schrijver//. - Zijn //tekst//. - Zijn //lezer(s)//. De vraag is nu of het de //schrijver// lukt met zijn //tekst// zijn gedachten of gevoelens over te dragen aan zijn //lezer(s)//. Hier zijn drie opvattingen over: - Een //traditionele// opvatting. - Een //structuralistische// opvatting. - Een //poststructuralistische// opvatting. ====2.2. Een traditionele opvatting==== Volgens de //traditionele// opvatting kan een //schrijver// via zijn //tekst// zijn gedachten of gevoelens overdragen aan zijn //lezer//. De //lezer// moet daarvoor niet alleen de //tekst// lezen, maar ook op zoek gaan naar wat de //schrijver// ermee bedoelt. Daarvoor moet hij iets meer weten over de //schrijver// zelf: * Wie is de //schrijver//? * Schreef hij nog andere teksten? * In wat voor tijd leefde hij? * Betekenen de woorden die hij gebruikt nu nog hetzelfde? Als we de //schrijver// kennen, kunnen we ook zijn //tekst// lezen en de gedachten en gevoelens achterhalen die hij er mee wil overdragen. In de //traditionele// opvatting kunnen //schrijver//, //tekst// en //lezer(s)// dus met elkaar verbonden worden: {{ schrijver_tekst_lezers.png?400 }} ====2.3. Een structuralistische opvatting==== Volgens de //structuralistische// opvatting is het onmogelijk om een [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Objectiviteit|objectief]] beeld te krijgen van wat de //schrijver// met de //tekst// bedoelt. Het enige objectieve is de //tekst// zelf. De //tekst// is namelijk een verzameling tekens die deel uitmaken van een taal. De tekens van zo’n taal hangen allemaal met elkaar samen. Als je deze samenhangen kent, kun je iets objectiefs zeggen over de tekens en dus over de //tekst//. Als de //lezer// de //tekst// leest, kan hij achterhalen wat de tekst aan hem wil overdragen. Volgens de //structuralistische// opvatting kunnen dus alleen de //tekst// en de //lezer(s)// met elkaar worden verbonden: {{ tekst_lezers.png?450 }} ====2.4. Een poststructuralistische opvatting==== Volgens de //poststructuralistische// opvatting is het niet alleen onmogelijk om een objectief beeld te krijgen van wat de //schrijver// met de //tekst// bedoelt, maar ook om een objectief beeld te krijgen van de //tekst// zelf. Dé tekst bestaat niet. Zodra de //lezer// de //tekst// leest, ontstaat er in zijn hoofd een nieuwe //tekst//. En als hij met een ander over de //tekst// communiceert, ontstaat in diens hoofd weer een nieuwe //tekst//, enzovoort, enzovoort. Als de //tekst// honderd //lezers// heeft, ontstaan er dus honderd nieuwe //teksten//. Elke uitleg wordt namelijk weer een nieuwe //tekst//. Elke nieuwe //tekst// heeft een eigen betekenis. Objectiviteit wordt nooit bereikt. Zelfs niet door alle //teksten// samen. Er is zelfs geen maatstaf om te spreken over juiste en onjuiste betekenissen. Alle //lezers// zijn nieuwe //schrijvers//, die even veel of even weinig recht van spreken hebben als de //schrijver// zelf. Volgens de //poststructuralistische// opvatting kunnen de //lezer(s)// dus noch met de //schrijver//, noch met zijn //tekst// verbonden worden: {{ lezers.png?500 }} =====3. Fundamentele zienswijzen===== Met de “schrijver-, tekst- en lezersproblematiek” hebben we volgens mij iets fundamenteels te pakken. Het gaat hier om taal en taal heeft te maken met het menselijke denken zelf. Met behulp van zijn taal schept de mens een symbolische werkelijkheid, een werkelijkheid die bestaat uit beelden. Niet alleen in zijn hoofd, maar ook in zijn omgeving. “Cultuur” noemen wij die menselijke bouwsels.((Zie [[verdwijnenonzeinstituties|Verdwijnen onze instituties?]])) Zulke bouwsels kunnen van //premoderne//, //moderne// of //postmoderne// aard zijn. Nu maak ik de stap van de opvattingen van de letterkundigen naar de FUNDAMENTELE ZIENSWIJZEN achter onze westerse cultuur. Hiervoor vervang ik eerst: - De //traditionele// opvatting van de letterkundigen door de //premoderne// zienswijze. - De //structuralistische// opvatting van de letterkundigen door de //moderne// zienswijze. - De //poststructuralistische// opvatting van de letterkundigen door de //postmoderne// zienswijze. Dan vervang ik: - De //schrijver// door de //werkelijkheid//. - De //tekst// door het //beeld//. - De //lezer(s)// door de //beeldvormer(s)//. =====4. De premoderne zienswijze===== Schematisch ziet de PREMODERNE ZIENSWIJZE er dan als volgt uit: {{ premoderne_zienswijze.png?420 }} De bovenstaande figuur toont ons drie zaken die met elkaar verbonden zijn: - //Werkelijkheid// - //Beeld// - //Beeldvormer(s)// ====4.1. Werkelijkheid==== De //werkelijkheid// is voor de //premoderne// westerse mens niet enkel wat hij ziet, hoort, ruikt, smaakt of voelt. Achter die zintuiglijke verschijnselen bevindt zich nog iets anders. Iets wat hij [[isgoddood|God]] noemt. Deze God is voor hem de bron, waaruit die verschijnselen voortkomen. De //premoderne// westerse mens is een christen en soms een jood en beiden geloven in deze God. Joden noemen Hem “JHWH”. JHWH is een [[hethebreeuws|Hebreeuws]] woord dat je zou kunnen vertalen als “Hij die er was, die er is en die er zal zijn”. Griekse filosofen spreken soms over het “Zijn”. Dat wat altijd heeft bestaan en altijd zal bestaan. In onze wereld is dat “zijn” niet te vinden. In onze wereld gaat alles voorbij, is alles vluchtig. ====4.2. Beeld==== Deze God heeft zich kenbaar gemaakt in Zijn Woord. Er zijn drie dingen die //premoderne// westerse mensen het Woord van God noemen: - De “//woorden//” die God uitspreekt. - Het “//boek//” waarin die woorden opgeschreven zijn. - De “//persoon//” die deze woorden belichaamt. //Eerst// dus de //woorden// die God uitspreekt. Het gaat hier om de woorden die God uitspreekt voordat er sprake is van iets anders. Door bepaalde woorden uit te spreken, roept God alles wat wij kunnen zien, horen, ruiken, smaken en voelen tevoorschijn. Het zijn woorden die precies uitdrukken wat die verschijnselen zijn. God zegt bijvoorbeeld ‘licht!’ en dan is er ook ‘licht’. Het gaat dan om woorden in de Hebreeuwse taal. Volgens de [[weinrebendejoodseoverlevering#3. De Kabbala|Kabbala]], de joodse mystiek, geven Hebreeuwse woorden objectief weer wat het wezen van een verschijnsel is. Het Hebreeuwse woord voor ‘licht’ is //or//. //Or// betekent echter niet alleen ‘licht’. Het ís ‘licht’. //Kabbalisten// geloven dus dat er een direct verband is tussen de woorden van God en de verschijnselen die wij hier waarnemen. Deze woorden zijn dus objectief. Dat zijn ze omdat ze bestaan uit [[hethebreeuws#2. De letters van het Hebreeuws|letters]] die tegelijk //getallen// zijn en dus iets exact kunnen uitdrukken. Als God met objectieve letters alle dingen tot stand brengt, kun je werkelijk iets over deze dingen te weten komen. Voor de Griekse filosoof [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Aristoteles|Aristoteles]] bestond de wetenschap uit drie ‘op het //woord// betrokken’ vakken (//Grammatica//, //Dialectica// en //Retorica//) en vier ‘op het //getal// betrokken’ vakken (//Aritmetica//, //Geometria//, //Musica// en //Astronomia//). Deze zeven vakken worden de [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Zeven_vrije_kunsten|zeven vrije kunsten]] genoemd. Deze //vrije kunsten// werden aan de [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Middeleeuwse_universiteit|universiteiten]] in de [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoge_middeleeuwen|hoge middeleeuwen]] gedoceerd. Het gedachtegoed van deze vakken bleef tot in de 18e eeuw bestaan. Het //tweede// dat //premoderne// westerse mensen het Woord van God noemen, is een //boek//. Het gaat om een joods boek dat de “[[dehebreeuwsebijbel|Hebreeuwse Bijbel]]” heet. De vroege christenen hebben op dat boek een commentaar geschreven dat het [[degeschiedenisvanhethebreeuws#5.1. Het Nieuwe Testament|Nieuwe Testament]] genoemd wordt. Christenen noemen die Hebreeuwse Bijbel en het commentaar daarop samen “de Bijbel”. In de [[dehebreeuwsebijbel|Hebreeuwse Bijbel]] zijn //woord// en //getal// nog een éénheid. Dit maakt van dit boek volgens orthodoxe joden hét Boek en een bron van objectieve kennis. Ook voor traditionele christenen bevat dat boek dé waarheid. De woorden in dat boek zijn weliswaar door mensen opgeschreven, maar God Zelf heeft hen die woorden ingegeven. Het //derde// dat //premoderne// westerse mensen het Woord van God noemen, is een //persoon//. Voor de christenen is dat [[wieisjezus|Jezus]]. Johannes, één van de schrijvers van het Nieuwe Testament, noemde Jezus het Woord dat vlees en bloed geworden is. Dat “Woord” is een term die ook in het Griekse denken heel belangrijk was. Die term is “[[bestaatwaarheid#4. Alèthés en de Lógos|logos]]”. Door de Griekse filosofen was de //lógos// het samenbindende principe dat er voor zorgt dat we met elkaar communiceren. Voor christenen is dat nu de “persoon Jezus” geworden. Paulus, een andere Nieuwtestamentische auteur, noemt deze Jezus, deze //lógos//, het “//Beeld//” van God. Wie dat //Beeld// gezien heeft, heeft God, heeft de //Werkelijkheid// gezien. Via het Woord kom je tot God, zegt [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Maarten_Luther|Luther]] in de 16e eeuw. Voor hem en zijn //premoderne// voorgangers is het Woord iets objectiefs. Wij mensen kunnen zich daaraan vastklampen. ====4.3. Beeldvormer(s)==== //Beeldvormers// zijn mensen. Niet zomaar mensen, maar mensen waarin het //Beeld// van God belichaamd wordt. Hoe meer ze dat //Beeld// belichamen, hoe meer ze een eenheid vormen. Bij christenen gaat het dan om mensen die samen Jezus belichamen. Paulus noemt dat samenzijn “het Lichaam van Christus”. Een Lichaam dat bezield wordt door wat hij “de //Heilige Geest//” noemt. Dit Lichaam breidt zich uit in ruimte en tijd. Dat gebeurt door wat de Bijbel “overlevering”, traditie noemt. Het gaat dan niet om iets dat achterhaald of versleten is, maar iets dat steeds weer actueel moet worden. Joden kennen ook een [[weinrebendejoodseoverlevering|Overlevering]]. Dat is het complex van joodse geschriften die samen de uitleg van de Hebreeuwse Bijbel vormen. Aan de hand van deze uitleg proberen zij die Hebreeuwse Bijbel gezamenlijk in praktijk te brengen. ====4.4. Een drie-eenheid==== //Beeldvormers// staan in verbinding met het //Beeld//, dat op zijn beurt een afspiegeling is van de //Werkelijkheid//. De vroege christelijke [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Kerkvader|kerkvaders]] spreken over “//Vader//”, “//Zoon//” en ‘//Heilige Geest//” en noemen hen de “Drie-eenheid”. //Kabbalisten// spreken over de [[weinrebendejoodseoverlevering#3.4. De klassieke Kabbala|Levensboom]], die uit Drie-eenheden op meerdere niveaus bestaat. Beiden zijn voorstellingen van wat voor //premoderne// mensen de [[bestaatwaarheid|waarheid]] is. De kern is dat de drie op een objectieve wijze met elkaar verbonden zijn. =====5. De moderne zienswijze===== ====5.1. Werkelijkheid==== In de //moderne// zienswijze is de //Werkelijkheid//, en dus God, problematisch geworden. De verlichtingsfilosoof [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Immanuel_Kant|Kant]] noemt deze //Werkelijkheid// het //Ding an Sich//, het ‘Ding zoals het is’. Dit ‘Ding zoals het is’, is volgens hem onkenbaar. Met het verstand is er niets zinnigs over te zeggen. Kant kapt hier dus de verbinding tussen //Beeld// en //Werkelijkheid// door. Voor de //moderne// westerse mens is God dan ook steeds meer vervluchtigd. Voor de verlichtingsfilosofen van de 18e eeuw was God slechts de “horlogemaker” die het raderwerk van de zintuiglijke verschijnselen in gang gezet heeft en Zich daarna terugtrok. In de werken van de Franse wetenschapper [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Pierre-Simon_Laplace|Laplace]] komt het woord God niet eens meer voor. Toen Napoleon hem daarnaar vroeg, antwoordde hij: ‘Majesteit, ik heb deze hypothese niet nodig’.((Zie ook [[isgoddood#3.2. Moderne zonen|Is God dood?]])) [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Baruch_Spinoza|Spinoza]] sprak nog wel over God, maar stelde Hem gelijk met de Natuur. Gods wetten zijn voor Spinoza niets anders dan de “wetten van de natuur”. De stap naar atheïsme, naar het geloof dat er geen God is, is dan niet groot meer. ====5.2. Beeld==== Wat wel bleef was het //Beeld//. Als vanouds was dat het “Woord van God”. Daarvoor in de plaats komt nu de objectieve taal. Voor verlichtingsfilosofen is deze taal de //wiskunde//. [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Baruch_Spinoza|Spinoza’s]] hoofdwerk [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Ethica_%28Spinoza%29|de Ethica]] is bijvoorbeeld helemaal opgebouwd uit stellingen en bewijzen. Spinoza geloofde namelijk dat hij op die manier iets objectiefs kon zeggen. Ook voor //moderne// wetenschappers is wiskunde fundamenteel. //Moderne// wetenschappers geloven dat ze met behulp van deze taal tot echte kennis komen. Onze [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Exacte_wetenschap|bètawetenschappen]] hebben nog steeds een wiskundige grondslag. Tot vandaag de dag wordt bètawetenschap nog vaak als de harde (en dus de eigenlijke) wetenschap gezien. “Traditie” is voor //moderne// mensen een slechte raadgever. Alleen objectief denken kan ons volgens hen tot waarheid brengen. ====5.3. Beeldvormer(s)==== Ook in de //moderne// zienswijze zijn //beeldvormers// mensen. Wanneer mensen op een objectieve manier met elkaar communiceren, kunnen ze tot elkaar komen. Niet alleen wetenschappelijk, maar ook maatschappelijk. Bij dit laatste gaat het dan niet om het “eigen belang” maar om het “algemene belang”. Een goed begrepen “eigen belang” is juist het “algemene belang”. Verlichtingsfilosofen spreken zelfs over een [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Algemene_wil|algemene wil]]. Alleen als men het [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Subjectief|subjectieve]] overstijgt, kan er sprake zijn van een ordelijke maatschappij. Schematisch ziet de MODERNE ZIENSWIJZE er dus als volgt uit: {{ moderne_zienswijze.png?550 }} =====6. De postmoderne zienswijze===== ====6.1. Werkelijkheid==== Evenals //moderne// mensen geloven ook //postmoderne// mensen niet meer in de //Werkelijkheid//. Als ze het woord “God” nog gebruiken dan is deze meer gevormd naar hun eigen beeld dan andersom.((Zie [[isgoddood#4. Religie is het uiteentrekken van jezelf|Is God dood?]])) ====6.2. Beeld==== Dat beeld is echter een subjectief beeld. Hét //Beeld// is in de //postmoderne// zienswijze problematisch geworden. //Postmodernisten// geloven namelijk niet meer dat er een objectieve taal bestaat die voor alle mensen geldt. Al bij de filosoof [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Georg_Wilhelm_Friedrich_Hegel|Hegel]] werd waarheid een probleem. Hegel geloofde nog wel dat mensen in de toekomst de waarheid zullen bereiken. Op dit moment zijn ze het echter oneens. //Thesen//, ‘stellingen’, moeten daarom met hun //antithesen//, ‘tegenstellingen’, geconfronteerd worden. Op die manier ontstaan //synthesen//, die uiteindelijk uitmonden in dé Synthese. [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Karl_Marx|Marx]] trok Hegels verhaal door naar de maatschappij. Volgens hem zou de strijd tussen de sociale klassen uiteindelijk leiden tot de Heilstaat. Volgens [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Friedrich_Nietzsche|Nietzsche]], de vader van het //postmodernisme//, zal de Synthese, de Heilstaat, enzovoort, er nooit komen. Mensen zullen het altijd oneens blijven. Daarom zal ook hun onderlinge strijd altijd blijven bestaan. Voor Nietzsche [[bestaatwaarheid#5. Waarheid volgens Nietzsche|bestaat waarheid niet]]. Denken is slechts een strategie van mensen om te overleven. Met ons denken bouwen wij, mensen, een wereld vol beelden, waar we ons in nestelen en waarmee we onszelf tegen de buitenwereld beschermen. In principe leven we alleen. Net als alle anderen. Hooguit kunnen we proberen anderen goedschiks of kwaadschiks in onze eigen beeldenwereld te trekken. ====6.3. Beeldvormer(s)==== Volgens //postmoderne// mensen bestaan er alleen maar //beeldvormers//. //Beeldvormers// die onderling verdeeld zijn. //Beeldvormers// die ook in zichzelf verdeeld zijn. De wereld waarin zij leven is namelijk niet meer de vaste wereld van het Zijn of de waarheid, maar een zee van verschijnselen die elk ogenblik veranderen. In een //postmoderne// wereld heeft alles wat zichzelf wil blijven het zwaar te verduren. Of het nu maatschappelijke [[verdwijnenonzeinstituties|instituties]] of psychische persoonlijkheden zijn. Denken is maar een bovenlaagje. Daaronder zitten gevoelens en driften, die veel sterker zijn en zo nodig de huidige orde kunnen verstoren. Schematisch ziet deze POSTMODERNE ZIENSWIJZE er als volgt uit: {{ postmoderne_zienswijze.png?400 }} De Drie-eenheid //Werkelijkheid//, //Beeld// en //Beeldvormer(s)// is hier geheel uit elkaar gevallen. De objectiviteit, die //premodernen// nog als onaantastbaar zagen, is daarom verleden tijd. =====7. Verwante documenten===== * [[bestaatwaarheid|Bestaat waarheid?]] * [[isgoddood?|Is God dood?]] * [[verdwijnenonzeinstituties|Verdwijnen onze instituties?]] * [[watispremodern_modern_postmodern|Wat is premodern, wat is modern, wat is postmodern?]]